Geestelijk Leven – Christus ons leven! – Johannes 4:10

21 juli, 2023

Rubrieken: Geestelijk Leven

Geestelijk Leven

Christus ons leven!

 1Joh.4:10 – 2Kor.5:15 – 1Thes.5:10

Inleiding

De Bijbel is duidelijk over de zondigheid van de mens, diverse gedeelten uit het oude- en nieuwe testament wijzen ons daarop. We waren allemaal afgeweken, en er was niemand die goed deed, zelfs niet één, zegt de apostel Paulus in zijn brief aan de Romeinen (Rom.3:10-12). In de brief aan Titus wordt ons dat ook duidelijk gemaakt; iemand die Christus niet kent als zijn persoonlijke Heer en Verlosser, zo iemand voor alle goed werk ongeschikt is (Tit.1:16). Niet zo’n fraai beeld van de mens, meen ik te mogen zeggen, daar denken de ongelovigen heel anders over! Maar toch heeft God in zijn grote barmhartigheid aan die mens, die dood was in zonden en misdaden, gedacht en aan een oplossing gewerkt. Dat hebben duizenden, miljoenen mensen, in de loop van de tijd, ervaren in hun leven toen ze tot wedergeboorte kwamen! Wat later kwamen ze tot de ontdekking dat er meer was en dat God ze geroepen had tot het vervullen van een taak. Zo leert de brief aan de Efeziërs ons, dat wij ‘zijn maaksel zijn, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen’ (Ef.2:10). Maar daar blijft het niet bij want God heeft ook aan de toekomst is gedacht, dat wanneer hier op aarde onze taak volbracht is, er een plaats is bereid waar we kunnen genieten van de eeuwige rust. Om die plaats te kunnen bereiden is de Heer Jezus in deze wereld gekomen om te lijden en sterven op het kruis van Golgotha. ‘Hij de Rechtvaardige, voor ons onrechtvaardigen opdat Hij ons tot God zou brengen’ (1Petr.3:18). Wanneer we daar eens rustig over nadenken dan kunnen we God daar alleen maar van harte dankbaar voor zijn, meen ik te mogen zeggen.

De Heer Jezus is voor ons gestorven opdat wij door Hem zouden leven

‘Hierin is de liefde van God ten aanzien van ons geopenbaard, dat God zijn eniggeboren Zoon in de wereld heeft gezonden, opdat wij zouden leven door Hem’ (1Joh.4:9).

Hoe kan een dood mens weer tot leven gebracht worden? Al vrij gauw nadat God de mens in de hof van Eden had geplaatst overtrad die het gebod om niet te eten van de boom van kennis van goed en kwaad (Gen.2:17). De sanctie op die overtreding was dat ze zouden sterven. Dat betekende niet alleen de lichamelijke maar ook de geestelijke dood; het gescheiden zijn van God waardoor ze ‘kinderen van de toorn’ werden (Ef.2:1,3; Kol.2:13a). Het probleem van de in de zonde gevallen mens is niet dat ze ziek zijn en een of andere behandeling nodig hebben, een opknapbeurt, maar dat ze dood zijn; dood ‘door overtredingen en zonden’ (Ef.2:1). Religie kan het uiterlijke van de mens misschien veranderen maar het is niet in staat om aan een dood mens nieuw leven te geven, daarvoor is meer nodig. Alleen God kan dat doen. Gods Woord noemt dat de ‘wedergeboorte’; geboren worden door Gods Woord en Geest (Joh.3:3; Tit.3:5). God heeft geen behagen in de dood van een goddeloze, maar veeleer daarin hij zich bekeert en leeft (Ez.33:11). ‘Maar God die rijk is aan barmhartigheid, heeft ons vanwege zijn grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad, toen ook wij dood waren in de overtredingen, levend gemaakt met Christus’ (Ef.2:4-5). Dat had de Heer Jezus al gesproken tot het volk: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie mijn woord hoort en gelooft Hem die Mij heeft gezonden, die heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, maar is uit de dood overgegaan in het leven’ (Joh.5:24). Het toepassen van het Woord van God in het leven van een zondaar is dus noodzakelijk om tot leven te komen. Gelukkig kan zelfs een ‘dode’ zondaar Gods stem horen want ‘het geloof komt uit het horen, en het horen door het woord van Christus’ (Rom.10:17). We komen tot leven door het onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God’ (1Petr.1:23). Het offer van de Heer Jezus was noodzakelijk als basis waarop een zondig mens terug in een relatie met God gebracht kan worden. ‘Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold’ (Kol.2:13). Ieder die de Heer Jezus aanneemt wordt levend gemaakt in zijn dood en opstanding. Dit zien we geïllustreerd in de doop (Rom.6:4; 2Kor.5:17). Wij zijn dan een ‘nieuwe schepping’ (Rom.6:4-5; 2Kor.5). Een gebeurtenis uit het Oude Testament kan illustreren dat geloven aan Christus niet voldoende is om tot leven te komen, maar dat het tot een ‘aanraking’ moet komen. Leest u maar: ‘Daarna stierf Elisa en men begroef hem. Nu plachten de benden van de Moabieten bij het aanbreken van het jaar in het land te komen. Terwijl men eens bezig was iemand te begraven, zie, daar zagen zij een bende: toen wierpen zij de man in het graf van Elisa en liepen weg. En toen de man met het gebeente van Elisa in aanraking kwam, werd hij levend, en rees overeind op zijn voeten’ (2Kon.13:20-21). Geloven aan Christus is niet voldoende om tot leven te komen, maar het moet tot een ‘aanraking’ met Hem komen. Geen religie maar een relatie!

De Heer Jezus is gestorven opdat wij voor Hem zouden leven.

‘En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf leven, maar voor Hem die voor hen is gestorven en is opgewekt’ (2Kor.5:15)

De rest van de tijd… Leefden we vroeger, voordat we Christus leerden kennen, naar de wil van de wereld en niet naar de wil van God, daar dient nu verandering in te komen. We hebben immers een nieuw leven en Meester! De apostel Petrus splitst het leven van een gelovige op in vóór en ná zijn bekering. Vroeger leefde de ongelovige naar de begeerten van mensen. Maar de rest van de tijd wil hij of zij, als gelovige gaan leven naar de wil van God. Want, vervolgt Petrus: ‘Want de voorbijgegane tijd is genoeg geweest om de wil van de volken te volbrengen door te wandelen in losbandigheden, begeerten, dronkenschappen, zwelgpartijen, drinkgelagen en misdadige afgoderijen’ (1Petr.4:1-4). Gij geheel anders! Het wordt niet alleen van ons verwacht om voor God vrucht te dragen, we zijn daarvoor ook in juiste een positie gekomen, bekwaam gemaakt! We zijn namelijk het eigendom geworden van een ander, van Hem, die uit de doden opgewekt is, opdat wij voor God vrucht zouden dragen (Rom.7:4). Om het met de woorden van Lukas te zeggen: ‘Om ons te geven dat wij, gered uit de hand van onze vijanden, onbevreesd Hem zouden dienen, in heiligheid en gerechtigheid voor zijn aangezicht al onze dagen’ (Luk.1:74-75). Onze vijanden zijn uiteraard andere als die van het volk Israël in hun tijd. De onze zijn: het vlees, de wereld en de duivel (Jak.4:1,4,7; vgl. Ef2:2-3). Het kenmerk van een gelovige dient er een te zijn van dienstbaarheid, zoals de Heer Jezus ons dat heeft voorgedaan. ‘Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven tot een losprijs voor velen’ (Mark.10:45). En verder leert de Schrift ons: ‘Want niemand van ons leeft voor zichzelf en niemand sterft voor zichzelf; hetzij wij leven, wij leven voor de Heer; hetzij wij sterven, wij sterven voor de Heer’ (Rom.14:7-8). Als we werkelijk overtuigd zijn van de liefde van Christus die het mogelijk heeft gemaakt dat wij in Hem een nieuwe schepping zijn geworden, moet ons verlangen er dan niet toe uitgaan om ook anderen te bewegen die stap in het geloof te doen? Paulus omschrijft het zo: ‘Want de liefde van Christus dringt ons, daar wij tot dit oordeel zijn gekomen, dat Eén voor allen gestorven is; dus zijn zij allen gestorven. En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf leven, maar voor Hem, die voor hen gestorven is en opgewekt’ (2Kor.5:14-15). Paulus spreekt zijn verlangen uit tijdens zijn verblijf in de gevangenis in de stad Filippi: dat ‘Christus zal worden grootgemaakt in mijn lichaam, hetzij door het leven, hetzij door de dood. Want te leven is voor mij Christus en te sterven gewin’ (Fil.1:21). Voor alle duidelijkheid! We worden niet behouden door geloof en werken, maar door een geloof dat werkt!

De Heer Jezus is gestorven opdat wij met Hem zouden leven

‘Want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de behoudenis door onze Heer Jezus Christus, die voor ons is gestorven, opdat wij, hetzij wij waken, hetzij wij slapen, samen met Hem leven’ (1Thes.5:9-10)

De hemel was voor de Heer Jezus een realiteit! Om de ‘vreugde, die vóór Hem lag heeft Hij het kruis verdragen en de schande niet geacht’ (Heb.12:2). Dat vooruitzicht gaf Hem de kracht om door te gaan in moeilijke tijden. Maar niet alleen de Heer Jezus ook voor de aartsvaders Abraham, Izak en Jacob was dat een reden om door te gaan, want: ‘Als zij terugdenken aan dat waaruit zij weggetrokken zijn, zouden zij hebben terug te keren; maar nu verlangen naar een beter, dat is een hemels, vaderland’, want God had hun een stad bereid (Heb.11:16). ook David sprak het verlangen uit om voor God te verschijnen, in Psalm 41 en 42. Paulus op zijn beurt heeft gezegd: ‘Ik verlang ernaar heen te gaan en met Christus te zijn, want dit is verreweg het beste’ (Fil.1:23). De Heer Jezus geloofde niet alleen in de hemel maar ook in een weerzien met hen die Hem hebben aangenomen. De Bijbelse hoop op de hemel heeft drie onwankelbare zaken. Ten eerste de belofte die de Heer Jezus deed dat Hij ons plaats zou gaan bereiden: ‘Laat uw hart niet ontroerd worden. U gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis van mijn Vader zijn vele woningen; als het niet zo was, zou Ik het u hebben gezegd, want Ik ga heen om u plaats te bereiden. En als Ik ben heengegaan en u plaats heb bereid, kom Ik weer en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben’ (Joh.14:1-2). Ten tweede heeft de Heer Jezus voor een weerzien gebeden: ‘Vader, wat U Mij hebt gegeven – Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, opdat zij mijn heerlijkheid aanschouwen die U Mij hebt gegeven’ (Joh.17:24). En tenslotte heeft de Heer Jezus ervoor betaald: ‘Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden, de Rechtvaardige voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen’ (1Petr.3:18). Dat vooruitzicht mag ook voor ons een reden zijn om voor Hem te leven in het voorzicht eeuwig bij Hem te zijn.

Tenslotte

Jezus is gestorven opdat wij door Hem zouden leven, dat verwijst naar onze redding. Gered uit de macht van de duisternis en overgebracht in het koninkrijk van de Zoon van zijn liefde (Kol.1:13). Jezus is gestorven opdat wij voor Hem zouden leven om te Hem te dienen. ‘Opdat Christus wordt grootgemaakt in mijn lichaam (en de onze) hetzij door het leven, hetzij door dood’ (Fil1:20). Jezus is voor ons gestorven opdat wij met Hem zouden leven, dat doet ons uitzien naar zijn komst in heerlijkheid. Waar we Hem zullen ontmoeten en hen die ons vooruit zijn gegaan! Welk een uitzicht Bruidsgemeente eeuwig Hem ten eigendom!

______________________________________________________________________________________________________________________________