Dogmatiek – De Heilige Geest – Deel 3 – Pneumatologie – Dogmatiek

6 augustus, 2023

Rubrieken: Dogmatiek

Pneumatologie

De Heilige Geest

Deel 3

Voorwoord

In het voorgaand artikel heb ik proberen aan te tonen dat de Heilige Geest, die deel uitmaakt van de Drie-enige God, er altijd geweest is en actief betrokken is geweest vanaf de schepping van hemel en aarde. We hebben vastgesteld dat we vier onderverdelingen in het onderwijs over de Heilige Geest kunnen onderscheiden, afhankelijk van de tijdsperiode waarin ze voorkomen: verleden, in Jezus’ tijd, heden en toekomst. Nu willen we verder ingaan op het werk van de Heilige Geest in onze tijd, in de Gemeente en in de gelovige. Het eerste deel ging over de komst van de Heilige Geest en het ontstaan van de Gemeente, het tweede deel begint met de ‘wegneming’ van de Heilige Geest en de Opname van de Gemeente. Hoe zag en gaat de wereld van vóór en van ná de aanwezigheid in de Gemeente van de Heilige Geest eruitzien?

Inleiding

Wij kunnen ons moeilijk een beeld vormen van de tijd van vóór de uitstorting van de Heilige Geest. De Heer Jezus spreekt in de rede op de Olijfberg over ‘de dagen van vóór de zondvloed, etend en drinkend, trouwend en uithuwelijkend’ (Mat.24:38). En het boek Genesis vult aan: ‘Toen de Here zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was’ (Gen.6:5). Over die ‘oude wereld, de wereld van de goddelozen’ (2Petr.2:5), die ‘toenmalige wereld’ als oordeel de zondvloed gebracht (2Petr.2:5; 3:5). Dat was het verleden en nu kijken we naar de toekomst. De Heilige Geest wordt, met verwijzing naar de tweede brief aan de Thessalonikers wel eens ‘de weerhouder’ genoemd. Hoewel dat woord er zo niet letterlijk staat geeft het toch wel duidelijk weer wat het gevolg is van de aanwezigheid van de Heilige Geest in deze wereld. ‘En nu, u weet wat hem tegenhoudt, opdat hij geopenbaard wordt op zijn tijd. Want de verborgenheid van de wetteloosheid werkt al. Alleen hij die nu tegenhoudt, blijft totdat hij weggenomen wordt. En dan zal de wetteloze geopenbaard worden’ (2Thes.2:6-8). Het gaat hier over de komst en openbaring van de Antichrist, ‘wiens komst naar de werking van de satan is met allerlei kracht en tekenen en wonderen van de leugen, en met allerlei bedrog van de ongerechtigheid’ (2Thes.2:9). Dat zal een verschrikkelijke tijd zijn, waarover het profetisch woord ons verder inlicht. De Heer Jezus spreekt van ‘een grote verdrukking zoals er niet geweest is van het begin van de wereld tot nu toe en er ook geenszins meer zal komen’ (Mat.24:21). Maar de wereld van vóór de komst van de Heilige Geest, vóór zijn blijvende aanwezigheid en verblijf in deze wereld in de Gemeente en de gelovigen, toont ons dan ook een beeld van een wereld van geweld en zonde, zoals we die ook zullen vinden vlak voor Jezus komst: zoals het was in de dagen van Noach! We hoeven naast de informatie die de Bijbel ons daarover geeft er de profane wereldgeschiedenis maar naast leggen om dat vast te kunnen stellen. Psalm 2 geeft een heenwijzing naar de tijd wanneer de Heilige Geest als ‘weerhouder’ weggenomen is. We lezen daar: ‘Waarom woelen de volken en zinnen de natiën op ijdelheid? De koningen der aarde scharen zich in slagorde en de machthebbers spannen samen tegen de Here en zijn gezalfde: Laat ons hun banden verscheuren en hun touwen van ons werpen! (Ps.2:1-3). Een tekst die aangehaald wordt door de discipelen nadat Petrus en Johannes door de Joodse raad waren vrijgelaten.

Gevolgen van de komst van de Heilige Geest in deze wereld

In het onderwijs dat de Heer Jezus aan zijn discipelen meedeelde horen we over de gevolgen van de komst van de Heilige Geest. De Heer Jezus zei: ‘En als Die (de Heilige Geest) is gekomen, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel; van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; en van gerechtigheid, omdat Ik naar Mijn Vader heenga en u Mij niet meer aanschouwt; en van oordeel, omdat de overste van deze wereld is geoordeeld’ (Joh.16:8-11). Het Griekse woord e’legcho’ kan de betekenis hebben van ‘ontmaskeren’, door weerlegging aan het licht brengen.

(1) Overtuigen van zonde

De Heilige Geest overtuigd van één specifieke zonde en dat is ongeloof. Gods wet en het geweten van de mens zal de zondaar overtuigen van zijn of haar zonden. De Heilige Geest zal, door het getuigenis van de gelovigen, de wereld overtuigen van hun ongeloof. Hoe dan ook het is het ongeloof dat de verloren zondaars veroordeelt (Joh.3:18-21)

(2) Overtuigen gerechtigheid

De Heilige Geest overtuigd de zondaar van gerechtigheid, niet van ongerechtigheid. Wiens gerechtigheid? De gerechtigheid van Jezus Christus, het volmaakte Lam van God! De wereld wilde de Zoon van God niet ontvangen (Joh.1:10), daarom keerde Hij terug naar de Vader. Toen Hij hier op aarde was werd Hij beschuldigd door mensen een godslasteraar, wetsovertreder, bedrieger en zelfs een demon te zijn. De Geest van God openbaarde de Heiland in het Woord en op deze manier verheerlijkte de Geest Hem (Joh.16:13-14). De Geest openaard ook Christus in het leven van de gelovige. De wereld kan de Geest van God niet zien, noch ervaren maar ze kunnen het zien als ze naar de levens van toegewijde gelovigen kijken.

(3) Overtuigen van oordeel

De Heilige Geest overtuigd de ongelovigen van oordeel. De Heer Jezus verwijst naar het oordeel van Satan dat door Jezus’ dood op het kruis tot stand was gebracht (Joh.12:31; vgl. Kol.2:15). Satan is de overste van deze wereld, maar hij is een verslagen overste. Satan is al verslagen maar de uitvoering van het oordeel zal gebeuren wanneer de Heer Jezus terugkomt.

De Geest van de waarheid

In een drietal tekstgedeelten vinden we omschrijving wat de taak van de Heilige Geest is in het verstrekken van onderwijs betreffende het openbaren van de waarheid. (1) ‘Maar de Voorspraak, de Heilige Geest, die de Vader zal zenden in mijn naam, Die zal u alles leren en in herinnering brengen alles wat Ik u heb gezegd’ (Joh.14:26). Wellicht mogen we daar de vier Evangeliën in zien, die verhalen ‘Alles wat Jezus is begonnen zowel te doen als te leren tot op de dag dat Hij werd opgenomen’ (Hand.1:1). (2) ‘Maar wanneer Hij gekomen is, de geest van de waarheid, zal Hij u in de hele waarheid leiden. Daar mogen we dan het verder onderwijs in zien zoals in de diverse brieven geschreven is. Aan de apostel Paulus werd het rentmeesterschap van God gegeven, om het woord van God te voleindigen de verborgenheid die van alle eeuwen en geslachten verborgen is geweest, maar die nu geopenbaard is aan zijn heilige’ (Kol.1:25-26; Rom.16:25-26; Ef.3:3,5, 9-10). (3) want Hij zal vanuit Zichzelf niet spreken, maar alles wat Hij zal horen, zal Hij spreken en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen’ (Joh.16:13). Het is duidelijk, dat naast allerlei gegevens in de Evangeliën en de brieven betreffende de toekomstige dingen, hier in het bijzonder gedacht moet worden aan het boek Openbaring. De Openbaring van Jezus Christus is ons gegeven om te tonen wat spoedig gebeuren moet (Op.1:1).

Kennen door openbaring

De natuurlijke mens neemt niet aan wat van de Geest van God is, want het is hem dwaasheid, en hij kan het niet begrijpen omdat het geestelijk beoordeeld wordt’, dat zegt de apostel Paulus van de mens zonder God. Dat wij, wederom geboren gelovigen wel kunnen aannemen wat van de Geest is komt omdat wij Gods Geest hebben ontvangen toen wij tot geloof kwamen. ‘U die wedergeboren bent, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door Gods levend en blijvend woord’ waardoor daardoor zouden opgroeien (1Petr.1:23; 2:2). De openbaring van wat van de Geest van God is, is door het Woord, want alle Schrift is door God ingegeven (2Tim.3:14-16). De algemene openbaring is begonnen met de schepping en wordt voortgezet in de onderhouding en regering van alle dingen. De bijzondere openbaring heeft God voor ons doen te boek stellen in de Bijbel. De Bijbel is de beschreven openbaring, het geschreven Woord van God.

Vergezichten

‘Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben’. Want ons heeft God het geopenbaard door de Geest’ (1Kor.2:9-10). Tegen zijn ‘vrienden’ had de Heer Jezus gezegd: ‘Ik heb u vrienden genoemd, omdat Ik u alles wat Ik van mijn Vader heb gehoord, bekend gemaakt heb’ (Joh.15:15). Wat een bijzonder voorrecht dingen te weten waarvan een ongelovig mens geen weet van heeft en kan hebben. Ik denk vaak aan de tekst in Micha waar de Here van de volkeren zegt: ‘Wel zijn nu vele volkeren tegen u vergaderd, die zeggen: Zij worde ontwijd, en mogen onze ogen zich aan Sion verlustigen! Maar zij kennen de gedachten des Heren niet en verstaan zijn raadslag niet, dat Hij hen verzamelt als schoven op de dorsvloer. Maar ons ‘is het echter gegeven de verborgenheden van het koninkrijk der hemelen te kennen’ (Mat.13:11). Want, ‘wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest die uit God is, opdat wij weten de dingen die ons door God geschonken zijn’ (1Kor.2:12). En… er is heel wat te ontdekken in Gods Woord, laten we maar eens kijken!

Verborgenheden

In het Nieuwe Testament worden een aantal verborgenheden of geheimenissen onthult. Een verborgenheid is ‘een openbaring, die in de tijden van de eeuwen verwegen is geweest, maar die nu is geopenbaard en door profetische Schriften, naar het bevel van de eeuwige God, tot geloofsgehoorzaamheid aan alle volken is bekend gemaakt’ (Rom.16:25-26). We kunnen er een viertal onderscheiden: (1) De Heer Jezus als een middelpunt van Gods raad (Rom.16:25; 1Kor.2:7); (2) De verborgenheid in verband met de Gemeente (Ef.3:9; 5:32: Kol.1:26, 2:2); (3) De verborgenheid in verband met Christus komst, verschijning en eeuwige heerschappij (1Kor.15:51; Ef.1:9-11); (4) In verband het volk Israël (Rom.11:25). Deze verborgenheden of geheimenissen zijn ons geopenbaard in Gods Woord, zaak dus om het Woord erop na te slaan!

Ik vermag alle dingen door Hem

De apostel Paulus kwam, na zijn verblijf in Athene (Hand.17), aan in Korinthe, en schrijft hij… ‘En ik was bij u in zwakheid, in vrees en in veel beven’ (1Kor.2:3). Maar eenmaal aanwezig in Korinthe krijgt hij van de Heer de bemoediging: ‘Wees niet bang, maar spreek en zwijg niet, want Ik ben met je, en niemand zal de hand aan je slaan om je kwaad te doen’ (Hand.18:9). Ook hier kan de inwonende Heilige Geest in de gelovige een belangrijke rol spelen! ‘Want God heeft ons niet gegeven een geest van bangheid, maar van kracht, liefde en bezonnenheid’ (2Tim.1:7). De discipelen zouden kracht ontvangen wanneer de Heilige geest over hen zou komen, en zij zouden Jezus’ getuigen zijn (Hand.1:8). En zo, in die overtuiging zijn de discipelen van de Heer Jezus uitgegaan in de wereld beginnende te Jeruzalem en Samaria en God getuigde mee zowel door tekenen als wonderen en allerlei krachten en uitdelingen van de Heilige geest naar zijn wil’ (Heb.2:4).

______________________________________________________________________________________________________________________________