Dogmatiek – Ziel en Geest – Pneumatologie – Ziel en Geest

6 augustus, 2023

Rubrieken: Dogmatiek

Bijbelboeken: 1 Tessalonicenzen

                  Pneumatologie

                                Ziel en Geest

‘Moge nu de God van de vrede Zelf u geheel en al heiligen en moge geheel uw geest en ziel en lichaam onberispelijk worden bewaard bij de komst van onze Heer Jezus Christus’ (1Thes.5:23)

Inleiding

Het niet-materiële deel van de mens heeft te maken met de ziel en de geest.

  1. Oorsprong

We kunnen drie verschillende meningen onderscheiden in de bestudering van dit onderwerp.

(a) De pre-existentie. De transmigratie (verhuizen van de ene plaats naar de andere) van zielen ligt aan de basis van deze visie.

(b) Schepping. Volgens deze visie worden zielen en geest van mensen bij de geboorte geschapen. ‘Toen formeerde de Here God de mens van stof uit de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus; alzo werd de mens tot een levend wezen’ (Gen.2:7).

(c) Traducianisme. Ziel en geest worden op dezelfde manier gegenereerd als het lichaam. Traducianisme is een concept uit de Christelijke theologie, wat gaat over de oorsprong van de menselijke ziel dan wel geest. Traducianisme stelt dat de ziel wordt gegenereerd door de natuur; dit betekent dat bij het ontstaan van een mens, de ziel van de mens zijn oorsprong vindt in de ziel van de vader en moeder. Vanuit het creationisme bekeken betekent dit dat alleen de ziel van de eerste mens, Adam, door God werd geschapen. Eva, zijn vrouw, werd door God geschapen uit een rib van Adam (Gen.2:21) en daarmee uit hem: ‘mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees (..) uit een man gebouwd’ (Gen.2:23).

  1. Onderscheidingen

Ziel impliceert dat in het immaterieel deel van de mens, het niet stoffelijke, dat in relatie staat tot het leven, actie, emotie. Geest is dat deel van het innerlijk van de mens, dat in relatie staat tot aanbidding, gemeenschap, goddelijke invloed.

  1. Uitwisselbaar

Vaak zijn de woorden ‘ziel’ en geest’ uitwisselbaar; dezelfde functie kan aan elk van beide worden toegeschreven. Dikwijls heeft de uitdrukking ‘mijn ziel of geest’ geen andere betekenis dan eenvoudig ‘ik’.

Vergelijk Mark.8:12 en Joh.11:33; 13:21 met Mat.26:38 en Joh.12:27.

Vergelijk 1Kor.16:17-18 en 2Kor.7:13 met Mat.11:29.

Vergelijk 1Kor.7:1 met 1Petr.2:11.

Vergelijk 1Thes.5:23 met Heb.10:39.

Vergelijk Jak.5:20 met 1Kor.5:5 en 1 Petr.4:5-6.

(2) De overledenen worden soms als ziel en soms als geest vermeld. Let wel: verschillende vertalingen geven vaak verschillende uitkomsten weer.

Vergelijk Gen.35:18 (HSV); 1Kon.17:21; Hand.2:27,31; 20:10; Op.6:9; 20:4 met Mat.27:50-51; Joh.19:30; Heb.12:23; 1Petr.3:18).

(3) God is Geest

(a) Van God wordt gezegd dat hij Geest is.

Jes.42:1; Jer.9:8; Mat.12:18; Heb.10:38 en geest. In Joh.4:24 ‘God is Geest’ (HSV, NBG) anderen: God is een Geest. Zie ook 2Kor.3:17 ‘De Heer nu is de Geest; waar nu de Geest van de Heer is, is vrijheid’.

(b) Ziel en geest als synonieme termen zijn niet altijd uitwisselbaar. De ziel zou bijvoorbeeld verloren zijn, maar niet de geest. De geest zelf getuigt met onze ‘geest’, niet met ‘ziel’ (Rom.8:16). Evenzo ook psuchikos op in 1Kor.2:14 en pneumatikos in 1Kor.2:15 (vgl. 15:44 en Judas 1:19 waar ‘natuurlijke mensen’ worden gedefinieerd als ‘de Geest’ niet hebben.

(c) Als er geen technisch onderscheid te herkennen is, is de Bijbel dichotoom (tweedeling (in de mens: onderscheiding van een lichaams-, een ziels / geestessubstantie), maar verder is hij trichotoom (driedeling (in de mens: onderscheiding van een lichaams-, een ziels- en een geestessubstantie). (Mat.10:28; Hand.2:31; Rom.8:10; 1Kor.5:3, 6:19-20, 7:34; Ef.4:4; Jak.2:26; 1Petr.2:11).

______________________________________________________________________________________________________________________________