Nieuwe Testament – Algemene Inleiding – 1 en 2 Thessalonicenzen

8 augustus, 2023

Bijbelboeken: 1 Tessalonicenzen

Nieuw Testament – 1 en Thessalonicenzen

De Eerste en Tweede Brief aan de Thessalonicenzen

                                       Algemene Inleiding

De stad

Je kunt de stad Thessaloniki vinden op een landkaart en daar bevond zich ook het antieke Thessaloniki. Oorspronkelijk noemde het Therma, vanwege de hete bronnen in de omgeving; maar 100 jaar voor Christus, Koning Cassander van Macedonië gaf het een nieuwe naam ter ere van de zuster van Alexander de Grote. Het was een vrije stad, met een eigen bestuur, en het was ook de hoofdstad van Macedonië. Thessaloniki lag aan de belangrijke route, de Via Egnatika (Egnatische weg), die Rome verbond met zijn oostelijke provincies.

De Gemeente

De vermelding van Thessaloniki wordt gevonden in het boek Handelingen 17:1-15. Paulus, Silas en Timotheüs verlieten de stad Filippi en reisden vijfenveertig kilometer naar Amphipolis, daarna vijfenvijftig kilometer verder naar Apollonia. Het valt op dat er geen vermelding is van enige evangelische activiteit in die steden. Hun volgende stop was de stad Thessaloniki, zo’n zestig kilometer verderop, waar Paulus een drietal weken onderwijs heeft gegeven in de synagoge en waar een groot aantal mensen zich bekeerden. In deze stad waren een groot aantal godsdienstige Grieken ‘proselieten’ uit de volken in de synagoge (Hand.17:4), en zij reageerden vol enthousiasme samen met enkele joden. Dit succes ergerde de orthodoxe joden, en zij brachten een menigte samen om de Christenen te hinderen en Paulus’ dienst onmogelijk te maken. De gelovigen waren van mening dat het beste was dat Paulus en zijn gevolg weg zouden gaan, wat ze ook deden en ze gingen naar Berea. Paulus liet zijn metgezellen daar achter en ging alleen verder naar Athene. Timotheüs vergezelde Paulus maar werd dadelijk teruggestuurd naar Thessaloniki om de nieuwe gemeente daar te bemoedigen (1Thes.3:1-3). Uiteindelijk kwamen ze allemaal weer bij elkaar in Korinthe (Hand.18:5).

Timotheüs gaf verslag van de pas ontstane gemeente in Thessaloniki. Het was vanuit Korinthe, in het jaar 50, dat Paulus zijn eerste brief aan de Thessalonicenzen schreef. De tweede brief volgde enige maanden later.

De briefwisseling

De eerste brief

De eerste brief bevatte meerder onderwerpen: (1) om de nieuwe gelovigen te bemoedigen en ze te onderwijzen in de dingen betreffende Christus; (2) om valse uitspraken te weerleggen die over Paulus en zijn dienst de ronde deden, 2:1-12; (3) uit te leggen dat de reeds gestorven gelovigen deel zouden hebben aan de tweede komst van Christus; (4) de gelovigen te waarschuwen voor heidense praktijken; (5) de gelovigen aan te sporen hun leiders te eren en te volgen, 5:12-13; en (6) de gelovigen te waarschuwen die hun werk hadden opgegeven omdat dat ze dachten dat Christus spoedig zou komen, 2:9.

De tweede brief

De tweede brief werd enige maanden later geschreven. De vervolging van de gemeente werd erger (2Thes.1:4-5) en de gelovigen dienden bemoedigd te worden. De ‘ongeregelden’ in de gemeente waren niet weer aan het werk gegaan (2Thes.3:6-12). Wat alles nog erger maakte was dat de gelovigen verward waren over de Dag van Heer (De Verdrukking), ze dachten dat deze al was begonnen. Het is mogelijk dat de gemeente een valse brief had ontvangen, zogezegd van de apostel Paulus (2:1-3) en leerden dat de Dag van de Heer al begonnen was.

(De woorden ‘de dag van Christus’ in 2 Thes.2:2 moet zijn ‘de Dag van de Heer’ die verwijst naar de periode van de Grote verdrukking op aarde die volgt op de Opname van de Gemeente).

Paulus schreef 2 Thessalonicenzen om: (1) om de gelovigen te bemoediging en vermanen vol te houden ondanks vervolging; (2) uit te leggen de gang van zaken voorafgaande aan de Dag van Heer; (3) de ‘ongeregelden’ terug aan het werk te gaan. In 2Thes.3:17-18, geeft Paulus zijn persoonlijk ‘handelsmerk’ opdat de gelovigen gemakkelijk een eventuele toekomstige brief van Paulus konden traceren.

De eerste brief aan de Thessalonicenzen vermeld het onderwijs over de Opname, Christus’ komst in de lucht voor de Gemeente, terwijl de twee brief aan de Thessalonicenzen over de openbaring van Christus op aarde gaat, om zijn vijanden te verslaan en zijn koninkrijk op te richten. De ‘Dag van de Heer’ waarnaar gerefereerd wordt in 2 Thessalonicenzen in de periode van verdrukking die komt over deze aarde nadat de Gemeente is opgenomen. 1 Thessalonicenzen 1:10 en 5:9 leren duidelijk dat de Gemeente niet door de Verdrukking zal gaan.

____________________________________________________________________________________________