'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel.
De brief aan de gemeente te Filippi gaat over blijdschap. De gemeente in die Macedonische stad was voor Paulus een geweldige bemoediging geweest. De gelovigen in Filippi hadden een bijzondere band met Paulus en andersom, daarom schreef hij hen persoonlijk, als teken van zijn liefde en genegenheid. Ze hadden hem veel vreugde gegeven (4:1). De brief aan de Filippenzen is een blij boek, omdat het de nadruk legt op de echte blijdschap van het christenleven. Het begrip ‘blijdschap’ of ‘blij zijn’ komt 16 keer voor en de bladzijden van deze brief stralen deze positieve boodschap uit. Het hoogtepunt is de oproep: ‘Wees blij in de Here; ik zeg nog eens: Verheug u in Hem!’ (4:4).
Paulus had zijn leven toegewijd aan het dienen van Christus. Daarbij had hij verschrikkelijke armoede en grote rijkdom ervaren en alles wat daartussen ligt. Hij kon zelfs vanuit een gevangenis deze brief vol blijdschap schrijven. Wat de omstandigheden ook waren, Paulus had geleerd tevreden te zijn (4:11,12) en werkelijk blij, omdat hij al zijn aandacht en energie richtte op het kennen (3:8) en gehoorzamen van Christus (3:12,13).
Zijn wens om boven alles Christus te kennen, komt op een prachtige manier tot uitdrukking in de volgende woorden: ‘Echt, ik beschouw zelfs alles waardeloos, omdat niets méér waarde heeft dan het kennen van Christus Jezus. Ik heb alles als vuilnis weggegooid om Christus te kunnen ontvangen en één met Hem te zijn… Het enige wat ik wil, is Christus kennen en ervaren hoe groot de kracht is, waardoor Hij uit de dood is opgestaan. Ik wil ervaren wat het betekent om met Hem te lijden en te sterven om uiteindelijk te komen tot de opstanding uit de dood’ (3:8-10). Laten wij Paulus volgen in dat streven om Jezus Christus meer en meer te leren kennen. Dat is het geheim van een christenleven vol blijdschap.
De stad
De vroegere naam van Filippi was Krenides, naar het gelijknamige riviertje, maar kreeg de naam Filippi na de verovering van de stad op de Traciërs door de koning Filippus II van Macedonië, de vader van Alexander de Grote. In 168 v.Chr. kwam het land onder Romeins bestuur en was vanaf 42 v.Chr. een Romeinse kolonie te midden van de Griekse cultuur, zoals de kerk een ‘kolonie van de hemel’ is hier op aarde (Fil.3:20). In datzelfde jaar vond in de omgeving van Filippi de slag plaats tussen Brutus en Cassius tegen de toen nog verbonden Antonius en Octavianus (de latere keizer Augustus) welke door de laatsten werd gewonnen en maakte daardoor de alleenheerschappij van de keizer over het Romeinse rijk mogelijk. Er bleven dan ook veel oud-militairen wonen. In 27 v.Chr. werd het een autonoom gouvernement. De stad lag aan de Via Egnatia en was daardoor verbonden met de stad Rome. Filippi en de omgeving waren in de oudheid bekend voor het goud dat er gevonden werd, maar het was ook een vruchtbaar landbouwgebied en bosgebied.
De Gemeente
De eerste gemeente ontstaan door de verkondiging van het evangelie door de apostel Paulus in Europa (Hand.16) tijdens zijn tweede zendingsreis. Nadat Paulus vertrok naar Thessalonika werd hij ondersteund door de gemeente in Filippi (Fil.4:15; 2 Kor.11:9). Vijf jaar later, tijdens zijn derde zendingsreis, bezocht Paulus Filippi nogmaals terwijl hij onderweg was naar Korinthe, en tevens tijdens de retourreis (Hand.20:1-6). Er was een grote verbondenheid tussen de gemeente van Filippi en de apostel Paulus. De gemeente bezorgde de apostel alleen maar vreugde! Geen wonder dat hij genoot van hun gemeenschap!
De brief
De brief is geschreven door Paulus in het jaar 62/63 tijdens zijn eerste gevangenschap in Rome (Hand.28:30) aan de gemeente in Filippi in Macedonië. Twee andere plaatsen van herkomst zijn Efeze en Antiochie maar door de meeste leraars wordt aan Rome de voorkeur gegeven (vgl.Fil.1:12; 4:22). De reden voor het schrijven van deze brief door Paulus was om de gelovigen in Filippi te bedanken voor de gift die hij had ontvangen via de dienst van Apafroditus. Deze bleef een tijd bij Paulus in Rome en diende daar in het evangelie, maar werd ziek, de dood nabij (Fil.2:25-27). Dat was de tweede reden voor Paulus om de gemeente in Filippi te schrijven. Toen de gemeente in Filippi daarover hun bezorgdheid uitdrukte stuurde Paulus hem terug zo spoedig als mogelijk was. Verder schreef hij hun trouw te zijn in hun wandel met de Heer en bemoedigde hen om de eenheid te handhaven in de gemeente.