Nieuwe Testament – Paulus’ omstandigheden in Filippi – Filippenzen

8 augustus, 2023

Bijbelboeken: Filippenzen

Nieuw Testament

Filippenzen

Paulus’ omstandigheden tijdens zijn verblijf in Filippi

Inleiding

Paulus omstandigheden waren allesbehalve vreugdevol op het moment dat hij de brief aan de gemeente te Filippi schreef. (1) Hij was gearresteerd in Jeruzalem, naar Rome weggevoerd, en wachtte nu op zijn rechtszaak, (2) tevens had Paulus had vernomen dat er in de gemeente van Filippi mensen bezig waren die de Wet weer wilden invoeren (hfdst.3) en dat er verdeeldheid was onder de gelovigen (4:2), (3) dan waren er broeders die de gevangenschap van Paulus nog verzwaarden (1:17) en tenslotte (4) was Epafroditus erg ziek geweest, ‘de dood nabij’ (2:27). Paulus spreekt dan ook over ‘droefheid op droefheid’ in 2:27. En toch kan Paulus in elk hoofdstuk spreken over ‘blijdschap!’ Hoe was dat mogelijk in deze moeilijke omstandigheden? Nehemia geeft ons de oplossing als hij tegen het volk zegt: ‘weest dus niet verdrietig, want de vreugde in de Here, die is uw toevlucht.’ (Neh.8:11). Hij bezat het ‘kinderlijk’ geloof dat God voor hem zou zorgen, vandaar dat zijn bezorgdheid niet uit ging naar zichzelf en zijn omstandigheden maar naar Christus en het evangelie. Vijf keer vermeldt hij in dit hoofdstuk het woord ‘evangelie’ (vs. 5,7,12,17, 27), en Christus’ naam wordt zeventien keer vermeld!

Paulus kon deze omstandigheden niet veranderen, nam ze aan vanuit Gods hand (vs. 13) met het doel om Christus te verheerlijken (vs. 20). Hij had geleerd ‘tevreden te zijn met de omstandigheden waarin hij was’ (4:11). Als Paulus niet zo op Christus was gericht, zou hij geklaagd hebben over de omstandigheden waarin hij als gelovige moest leven. Maar hij schrijft over geheel andere zaken aan de gelovigen in Filippi zoals we nog zullen zien…

Maar laten we eerst eens zien hoe Paulus in Filippi terechtgekomen was. Daarvoor moeten we naar Handelingen 16:6-10. Paulus komen in Europa was niet zonder (geestelijke) voorbereiding gegaan! Het was voor de apostel Paulus allemaal niet zo gemakkelijk gebleken om te weten wat hij moest doen. En wat hij gedacht had te doen ging niet door, en waar hij niet aan gedacht had gebeurde! Al was hij een apostel, hij wist toch niet altijd in welke richting God hem wilde hebben. Hij ging op weg, maar God sloot deuren, dus wachtte hij; en toen wees God hem de weg.

Wat hier gebeurt, is juist voor Europa heel essentieel. Dit is namelijk de intrede van het evangelie in Europa; of waren er in Rome in die tijd toch al christenen? De manier waarop dit gebeurt, is verbazingwekkend, zo niet schokkend te noemen. De Heilige Geest ‘duwt’ Paulus en de zijnen de goede kant op. Ondanks dat moeten zij (en wij eveneens) toch zelf handelen en nadenken over mogelijkheden om God te dienen en daarbij ook uitvoeren wat God van hen en ons vraagt. In deze geschiedenis zochten de apostelen ‘zelf’ naar de mogelijkheid om daadwerkelijk te kunnen vertrekken. Als wij net zoveel opofferen voor God als deze apostelen deden, zullen we heel veel van Gods leiding gaan ervaren in ons leven. Dit kan zelfs betekenen dat God in onze plannen, hoe goed die ook zijn, moet ingrijpen.

Laten we vervolgens een gaan kijken hoe de apostel in Rome terecht kwam. Het was altijd een groot verlangen van de apostel Paulus geweest om de gelovigen in Rome te bezoeken. (Rom. 1:8; 15:23). En zijn bedoeling was dat als hij naar Spanje zou reizen onderweg Rome zou bezoeken, en dat verlangen had Paulus (daar mogen we vanuit gaan) bij God bekend gemaakt (Fip. 4:6). Evenals u en ik had ook de apostel Paulus meerdere verlangens. Verlangen om andere gelovigen weer te zien, om naar huis te gaan, en verlangens om andere gelovigen te dienen met het evangelie. Daarin was de apostel niet anders dan wij, maar hij wist zich in zijn handelen afhankelijk van God, en kon niet, en wilde ook niet, datgene doen waar hij zin in had. ‘Niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij!’, was zijn motief. Maar wat Paulus moest leren was, en wij ook, is: ‘Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des Heren. Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten” (Jes. 55:8-9).

Toch ging zijn verlangen om naar Rome te gaan ging in vervulling, maar zeker niet zoals Paulus het gedacht had…

Een voorbeeld van ‘Gods gedachten en wegen’ vinden we in het leven van Jozef, die later tegen zijn broers kon zeggen: ‘Daarom heeft God mij voor u uit gezonden om u een voortbestaan te verzekeren op aarde, en om voor u een groot aantal geredden in het leven te behouden. Dus zijt gij het niet, die mij hierheen gezonden heeft, maar God.’ (Gen.45:7).

Gods wegen zijn hoger dan onze wegen en Zijn gedachten hoger dan de onze (Jes.55:9), dat heeft evenals Paulus ook Jozef in zijn leven ervaren en hopelijk wordt onze ervaring dan ook dat ‘Gods weg volmaakt is.!’ (Psalm18:31). Al begrijpen wij veel dingen niet die gebeuren, toch mogen we weten dat God er een bedoeling mee heeft. ‘Vragend moet ik hier dikwijls gaan, boven zal ik het eens verstaan.’ Een gegeven waarin we niet alleen staan maar die alle gelovigen ondergaan. Al in Psalm 37 en 73 vinden we deze gedachte terug totdat de psalmist zegt: ‘Ik tobde erover om dit te begrijpen, een kwelling was het in mijn ogen, totdat ik in Gods heiligdommen inging.’ En hoezeer moet dat het geval geweest zijn in het leven van Jozef en Paulus.

Wat lag ten grondslag aan zijn groot verlangen om naar Rome te gaan? In Handelingen 18 lezen we dat Paulus tijdens zijn verblijf in Korinthe, Aquila en Priscilla ontmoette die vanwege het bevel van Claudius dat alle Joden uit Rome moesten vertrekken, daar terecht waren gekomen. En van hun hoorde hij wellicht wat er zich in de gemeenten in Rome afspeelde en wat de problemen waren (Rom.14). Dat wekte bij Paulus niet alleen zijn interesse maar ook zijn bezorgdheid, maar hij zag ook kansen om de gelovigen aldaar te dienen met het evangelie (Rom.1:11-13). Dat er onder de gelovigen in Rome spanningen waren tussen de joden-christenen en de heiden-christenen over allerlei praktische zaken blijkt wel uit zijn brief aan de Romeinen (hoofdstuk 12 – 14). In ieder geval waren het zuivere motieven die hem bezighielden. Al jaren voordat hij in Rome aankwam had hij al de wens openlijk uitgesproken: ‘Nadat ik daar (Jeruzalem) ben geweest, moet ik ook Rome zien.’ (Hand. 19:21). Maar dat ging niet zomaar, want hij moest eerst de bijdrage voor de behoeftige gelovigen (die hij had ingezameld in Macedonië en Achaje) naar Jeruzalem brengen, om daarna naar Spanje te gaan. Hoe anders zou het verlopen! Jeruzalem heeft Paulus bereikt en Rome ook, maar we weten niet of hij Spanje ooit heeft kunnen bezoeken. In Jeruzalem aangekomen werd hij korte tijd daarna gearresteerd, waardoor ‘zijn’ plannen in duigen vielen. Maar in de gevangenis kreeg hij bezoek van de Heer die hem kwam zeggen: ‘Heb goede moed, want zoals je in Jeruzalem van Mij hebt betuigd, zo moet je ook in Rome getuigen.’ (Hand. 23:11). Later, toen hij terechtstond voor Festus, beriep hij zich op de keizer, waarop Festus hem antwoordde: ‘Op de keizer hebt u zich beroepen, naar de keizer zult u gaan.’ (Hand.  25:12). Paulus wens was geweest dat hij de gelovigen in Rome mocht bezoeken, maar hier is een uitbreiding van zijn wens in die zin dat hij ook het evangelie mocht gaan brengen tot in het huis van de keizer (Fil.1:12; 4:22).

Welke les kunnen wij hieruit leren? Wanneer je voortdurend bidt voor iets wat je erg bezighoudt, let dan op de manier waarop God je gebed verhoort. Paulus bad dat hij Rome mocht bezoeken om de christenen daar te onderwijzen. Toen hij tenslotte in Rome aankwam, was dat als gevangene (Hand. 28:16). Paulus bad om een veilige reis en kwam ook behouden aan, nadat hij gearresteerd en geslagen was, schipbreuk had geleden en was gebeten door een giftige slang. Vaak verhoort God ons gebed heel anders dan wij verwachten. Reken erop dat God je hoort wanneer je bidt; hoewel Hij de verhoring soms op onverwachte manieren doet. Daarom kon Paulus getuigen dat: ‘zijn omstandigheden veeleer tot bevordering van het evangelie hebben gediend, zodat in het hele pretorium en aan alle overigen duidelijk is geworden dat ik in gevangenschap ben om Christus wil, en dat de meeste van de broeders in de Heer vertrouwen hebben gekregen door mijn gevangenschap, om des te overvloediger het woord van God zonder vrees te durven spreken’ (Fil. 1:12-14).

De lessen die wij uit dit gedeelte kunnen leren zijn: dat vanwege Paulus’ ketenen, Christus bekend werd (1:13), en dat vanwege Paulus’ critici, Christus gepredikt werd (1:18), en dat vanwege Paulus’ crisis, Christus grootgemaakt werd! (1:20).

______________________________________________________________________________________________________________________________