'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus.
De oudste methode van bijbeluitleg is de letterlijke, of grammatisch-historische. Algemeen is aanvaard dat het begin van de interpretatie begon bij de terugkeer van de Joden uit de Babylonische ballingschap in de tijd van Ezra. ‘Toen nu de zevende maand aanbrak en de Israëlieten in hun steden waren, kwam het gehele volk als één man bijeen op het plein voor de Waterpoort. En men verzocht de schriftgeleerde Ezra het boek der wet van Mozes, die de Here aan Israël gegeven had, te halen. Toen bracht de priester Ezra de wet vóór de gemeente, zowel mannen als vrouwen en ieder die het kon begrijpen, op de eerste dag van de zevende maand. En hij las daaruit voor op het plein vóór de Waterpoort van dat het licht werd tot de namiddag in tegenwoordigheid van de mannen en de vrouwen en van hen die het konden begrijpen. Het gehele volk hoorde aandachtig naar het boek der wet. De schriftgeleerde Ezra stond op een houten verhoging, die men voor die gelegenheid gemaakt had. En naast hem, aan zijn rechterhand, stonden Mattitja, Sema, Anaja, Uria, Chilkia en Maäseja; en aan zijn linkerhand Pedaja, Misaël, Malkia, Chasum, Chasbaddana, Zekarja, Mesullam. Ezra opende dus het boek ten aanschouwen van het gehele volk, want hij stond hoger dan het gehele volk. En zodra hij het boek opende, stond het gehele volk op. Ezra loofde de Here, de grote God, en het gehele volk antwoordde, terwijl het de handen omhoog hief: Amen, Amen. En zij knielden en bogen zich voor de Here neder met het gelaat ter aarde. En Jesua, Bani, Serebja, Jamin, Akkub, Sabbetai, Hodia, Maäseja, Kelita, Azarja, Jozabad, Chanan, Pelaja en de Levieten gaven het volk onderricht in de wet, terwijl het op zijn plaats bleef staan. Zij lazen namelijk uit het boek, uit de wet Gods, duidelijk voor en gaven uitlegging, zodat men het voorgelezene begreep.
Het rabbinisme, de joodse leer zoals die door de rabbijnen is voorgeschreven, paste ook de letterlijke methode toe. Hoewel ze soms tot verkeerde conclusies kwamen, was het niet de fout van de letterlijke methode, maar de verkeerde toepassing van die methode. In de tijd van de Heer Jezus was de letterlijke methode de methode van interpretatie. Misschien is een van de sterkste bewijzen voor de letterlijke methode wel het gebruik dat het Nieuwe Testament maakt van het Oude Testament. Wanneer het Oude Testament in het Nieuwe Testament wordt gebruikt, wordt het alleen in letterlijke zin gebruikt. Je hoeft alleen maar de profetieën te bestuderen die vervuld werden bij de eerste komst van Christus, in Zijn leven, Zijn bediening en Zijn dood, om dat feit vast te stellen. Geen enkele profetie die volledig is vervuld, is op enige andere manier vervuld dan letterlijk.
Allegorie
Allegorese is de vergeestelijking van de bijbeltekst, met miskenning van de letterlijke betekenis. De allegorische uitleg van de bijbel is van niet-christelijke oorsprong. Een allegorie is een zinnebeeldige voorstelling. De Griekse filosoof Heraclitus, ca 535 — ca 480BC, definieerde allegorie als ‘het ene zeggen maar het andere bedoelen’ Het woord allegorie komt van twee Griekse woorden: allos (ander) en agoreuein (in het openbaar spreken). Wie een allegorische uitlegmethode gebruikt, gaat ervan uit dat achter de letterlijke betekenis van een tekst de eigenlijke betekenis ligt en dat die letterlijke betekenis daarnaar verwijst. Anders gezegd: hij gaat ervan uit dat in de tekst een diepere waarheid dan de uiterlijke en letterlijke schuilt en dat het erom gaat die eigenlijke, wezenlijke waarheid op het spoor te komen.
Van allegorieën werd in de Griekse klassieke literatuur veel gebruik gemaakt om de verhalen en figuren uit de mythologie in overeenstemming te brengen met een meer verlicht denken. ‘Door de concrete wezens en hun lotgevallen uit de klassieke mythe op te vatten als symbolische uitdrukkingen van abstracte ideeën, konden zulke door de tijd dierbaar geworden elementen van traditie en volksgeloof begripsmatig gemaakt worden, waardoor het leek dat een algemene overeenstemming over waarzijn de meest geavanceerde intellectuele inzichten verbond met de wijsheid van het verleden’, (Hans Jonas, Het gnosticisme). Allegorieën dienden niet alleen om de diepe betekenis van mythen te onthullen, maar soms ook om aan eigentijdse ideeën het prestige van een eerbiedwaardige oudheid te verlenen.
In de eerste eeuw stelde de joodse schrijver Philo van Alexandrië, ca 30 BC — ca 45 AC, de allegorie in dienst van de godsdienst. Philo wilde een overeenkomst tussen het joodse geloof en zijn platoniserende filosofie aanwijzen. Hij was niet geïnteresseerd in de geschiedenis, maar in de tijdloze morele en filosofische betekenis die hij uit een schijnbaar gewoon verhaal kon halen. De vroege kerkvaders namen zijn systeem van allegorische schriftverklaring tot voorbeeld. Vooral Clemens, ca 150 — ca 215, en Origenes ca 185 – 254, die belang hechtten aan de toenadering tussen het christendom en de Griekse filosofie, volgden Philo. Beiden wilden de kern van de Bijbeltekst blootleggen. De letterlijke betekenis van de tekst was voor hen betrekkelijk beperkt en onbelangrijk. Ze legden de nadruk op ‘de verborgen, geestelijke betekenis’. Ging het bij de typologische uitleg om de samenhangen binnen de bijbel, bij de allegorische uitleg gaat het om de diepere zin en het gelijkenis-karakter van de Bijbelverhalen. De uitlegger wil in het toevallige van de vertelling de eeuwige zin erachter op het spoor komen.
Hoe ver men soms ging met de allegorie, zien we bij Origenes als hij stelt dat Jozua‘s verovering van het beloofde land verwijst naar Christus’ overwinning op de zonde aan het kruis. Ook wees de offerwetgeving uit Leviticus, volgens Origenes, vooruit naar de geestelijke offers van de christenen. Origenes geloofde ook dat hij alleen op deze ‘geestelijke’ wijze de bijbel in haar diepte en geheimzinnigheid kon doorgronden als geïnspireerd woord van God.
Nog een voorbeeld van uitleg van een allegorisch uitleg is de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan en hoe die heeft ’geleden’ onder de handen van hen die alles vergeestelijken, en de context vergeten hebben. Ze interpreteren als volgt: Jeruzalem is de stad van God, een representatie van de hemel. Jericho is een vervloekte stad, dat representeert dan de hel. De weg van Jeruzalem naar Jericho gaat naar beneden, de weg naar de hel ook. Iedere persoon is op de weg naar Jericho en is in handen gevallen van de satan en beroofd en halfdood (fysiek levend, geestelijk dood). Religie kan hem niet redden – alleen de goede Samaritaan (Jezus) kan dat. De olie representeert de Heilige Geest en de wijn Christus’ vergoten bloed. De herberg is de kerk en de twee penningen staan voor de twee verordening geloof en doop. De Samaritaan beloofd om terug te komen, Jezus zal ook terugkomen.
Origenes betoogde dat in de ‘Heilige Schrift’ niet alles altijd een historische betekenis heeft, maar wel een ‘geestelijke’. In deze methode wordt de historische waarde geweigerd of genegeerd en wordt de nadruk volledig op een secundair zintuig gelegd, zodat de originele woorden of gebeurtenissen weinig of geen betekenis hebben. Het lijkt erop dat het doel van de allegorische methode niet is om de Schrift te interpreteren, maar om de ware betekenis van Schrift te verdraaien, zij het onder het mom van een diepere of meer spirituele betekenis te zoeken. Men lijkt door deze methode te gebruiken in de benadering van de Schrift te vervallen in eisegese (inlegkunde) in plaats van exegese (uitlegkunde), waarbij de uitlegger elke betekenis die hij of zij verkiest weet te vinden.
Bezwaren van de allegorische benadering van de Schrift
In tegenstelling tot de letterlijke uitleg van de Bijbel, is de allegorische uitleg niet te verifiëren. De basisautoriteit voor verificatie van de interpretatie is niet langer de Schrift, maar de geest van de tolk. De interpretatie kan dan worden verdraaid door de leerstellige standpunten van de tolk, de autoriteit van de kerk waaraan de tolk zich houdt, zijn sociale achtergrond of een reeks andere factoren, of zelfs door de fantasie van de tolk! Bij de letterlijke methode is verificatie wel mogelijk, namelijk door Schrift met Schrift te vergelijken; de Schrift kan niet gebroken worden! Het mag duidelijk zijn dat de allegorische interpretatie van de Schrift, om hierboven vermelde redenen afgewezen moet worden.