Bijbel – Nieuwe Testament – Jakobus 3:1-12 – De tong – Alles onder controle?

25 juli, 2023

Bijbelboeken: Jakobus

Bijbel – Nieuw Testament

Jakobus 3:1-12

Alles onder controle?

Inleiding

Bij het bezoek aan een huisarts komt het vaak voor dat we de tong moeten uitsteken want aan de tong kan hij soms zien wat er aan de binnenkant verkeerd is. We kunnen de geestelijke gezondheid van gelovigen herkennen aan hun houding in tijden van beproeving en verzoeking (Jak.1) en aan hun gehoorzaamheid aan het Woord van God (Jak.2). In dit hoofdstuk 3 laat Jakobus ons een ander kenmerk zien van een volwassen gelovige, namelijk of hij zijn tong onder controle heeft. We lezen, horen en spreken iedere dag woorden en vergeten wat een wonderlijk iets dat is! Het is het grote onderscheid tussen mensen en dieren. Toen God ons het gebruik gaf van de spraak, gaf Hij ons een middel om op te bouwen, maar hoe vaak is het niet gebruikt om af te breken! Van de Here Jezus staat geschreven dat de mensen ‘zich verwonderden over de woorden van genade die uit Zijn mond kwamen’ (Luk.4:22). En hoe is het met ons, hebben wij onze tong onder controle?

Waarschuwingen (3:1-2)

‘Here, zet een wacht voor mijn mond, behoed de deur van mijn lippen’ (Ps141:3-4)

Vermoedelijk was er strijd in de gemeente wie er leraar zou zijn, want Jakobus waarschuwt hen: ‘Laat niet velen leraars worden, mijn broeders.’ De reden? Hen die onderwijs geven zullen strenger worden geoordeeld dan zij die dit niet zijn. Was het toen al nodig om gelovigen te waarschuwen om leraar te zijn, hoeveel temeer is dat nodig vandaag de dag? Door middel van de moderne media wordt er heel wat verkeerde of valse leer over ons uitgestort. Het is een droevig iets als onvolwassen gelovigen leraars proberen te worden terwijl ze er niet bekwaam voor zijn. Ze denken dat ze een ereplaats hebben verkregen, terwijl ze eigenlijk hebben gevraagd voor een strenger oordeel van God. Jakobus is bereid om te erkennen dat wij allen dikwijls struikelen, speciaal in wat we zeggen. In feite, de persoon die zijn tong onder controle heeft laat zien dat hij zijn hele lichaam kan beheersen. Petrus is een goede illustratie van deze waarheid. In de Evangeliën, zien we hem als een onvolwassen gelovige, die vaak de controle over zijn tong verliest en verbeterd en berispt wordt door de Heer Jezus. Maar na Pinksteren werd zijn geestelijke houding bewezen door zijn gecontroleerde toespraak (Hand.2).

Jakobus gebruikt drie illustraties om het gevaar van te tong te verduidelijken:

Een kracht om te sturen – het bit en het roer (vs.3-4)

De eerste illustratie is het ‘roer’ Het roer is in vergelijking met de grote van een schip een klein maar zeer belangrijke deel van het schip. We denken dat onze woorden vaak onbelangrijk zijn, maar een verkeerd woord kan een luisteraar op de verkeerde weg brengen. Een ijdel woord, een twijfelachtig verhaal, een halve waarheid of een leugen kan de levensloop van iemand zodanig veranderen dat het lijdt tot zijn of haar ondergang. Maar aan de andere kant, een recht woord, gebruikt door de Geest van God, kan een ziel redden van de dood naar het eeuwige leven. Zoals een paard een bestuurder nodig heeft, en het roer een stuurman, zo heeft de tong nodig dat de Heer, of de Geest het bestuurt.

Een kracht om te vernielen – het vuur en het dier (vs.5-8)

De grootte van iets maakt niets uit voor wat betreft de kracht of waarde. De tong is een klein lid van het lichaam, maar het kan grote verwoestingen veroorzaken. Hoe wordt er, door gebruik te maken van de tong gepocht, geroemd of gelogen! Natuurlijk wat de tong zegt komt vanuit het hart (Mat.12:34-35). ‘Zie, hoe weinig vuur een groot bos in brand steekt’ (vs.5). Elk jaar, gaan duizenden hectares bos verloren door onachtzame kampeerders of moedwillige daders. De tong is een vlam: het kan, door te liegen en roddel of drift, een hele familie of gemeente in vuur zetten. (Zie: Spr.16:237) En het ‘roet’ van het vuur kan iedereen vervuilen. Toen de Heilige Geest met Pinksteren werd uitgestort, kwamen er tongen van vuur die de gelovigen in staat stelden, te getuigen; maar het is ook mogelijk voor de tong ‘dat zij zelf in vlam gezet wordt door de hel’. Jakobus vergelijkt de tong als een krachtig giftig beest dat niet getemd kan worden. Niemand kan de tong temmen; alleen God kan het door de Heilige Geest sturen. De tong is rusteloos, onbeheersbaar (dat is: het kan niet beheerst worden). Wat een vergif kan het verspreiden, maar een geestelijke tong is medicijn (Spr.12:18; Job 4:4).

Een kracht om te behagen – de bron en de boom (vs.9-12)

‘Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser!’ (Ps.19:15).

Het is niet mogelijk dat een bron tegelijk goed en slecht water voortbrengt, zoet en zout. Ook is het niet mogelijk dat de tong tegelijk zegen en vloek voortbrengt. Hoe vaak ‘zegenen we God’ in ons bidden en zingen, en dan ‘vloeken we mensen’ in onze boosheid en ongeduld! (Zie: Spr.18:4) Gelovigen dienen de Heilige Geest de te toegang geven in hun leven zodat het ‘levend water’ van het Woord via hun tong in de wereld komt. Er is iets aan de hand met het hart als de tong niet eenduidig is, zoals een boom geen twee soorten vruchten kan dragen. (zie: Spr.13:2 en 18:20-21) De ‘vrucht van de lippen’ behoren altijd geestelijk te zijn. (Hebr.13:15)

Nadat we deze voorbeelden hebben besproken, dienen we ons te realiseren dat we niet kunnen toestaan dat de duivel van onze tong gebruik kan maken. Het verkeerde woord op de verkeerde plaats kan iemand hard breken of van de weg afbrengen. We dienen Psalm 141:1-4 als een voortdurend gebed te bidden!

__________________________________________________________________________________________________