Diverse Onderwerpen – Bent U degene die zou komen? – Mattheüs 11:3

23 juli, 2023

Rubrieken: Diverse Onderwerpen

Bijbelboeken: Mattheüs

    Diverse Onderwerpen

Bent U Degene die zou komen?

‘Profetieën over de komst van de Messias’

‘Toen nu Johannes in de kerker de werken van de Christus hoorde, zond hij door middel van zijn discipelen een vraag, en zei tot Hem: Bent U Degene die zou komen, of moeten wij een ander verwachten?’ (Mat.11:3)

Een van de meest tot de verbeelding sprekende ontmoeting die de Heer Jezus heeft gehad, was die met de twee zogenaamde ‘Emmaüsgangers’ (Luk.24:13vv.). Twee gedesillusioneerde mensen die naar huis terug keerden na hun bezoek aan Jeruzalem. Hun hele wereld was ingestort nadat ze hadden gehoord hoe de Heer Jezus door de overpriesters en oversten was overgeleverd en gekruisigd. Die gebeurtenis stonden lijnrecht tegenover hun verwachtingen die ze hadden gekoesterd. Gelukkig ontmoeten zij onderweg naar huis de Heer Jezus, waardoor er veel duidelijkheid kwam. Tijdens die ontmoeting hoorde de Heer van hen hoe het kwam dat ze zo teleurgesteld waren. Hij wees hun op de Schriften, en zei tot hen dat ze alles moesten geloven wat de profeten hadden gesproken. Even later voegt de Heer de daad bij het woord en opende hen de Schriften: ‘En te beginnen met Mozes en alle profeten legde Hij hun uit wat in al de Schriften over Hem stond’ (Luk.24:27). Het openen van het Woord verspreidt licht (Ps.119:130) en zo veranderde hun verdriet in blijdschap toen ze tot de ontdekking kwamen Wie Jezus werkelijk was.

De raad van God wordt in en door het Woord geopenbaard. We kunnen we dat opmerken wanneer Filippus zijn vriend Natanaël vertelt wat (en Wie) hij in de Schriften ontdekt heeft, hij zei: ‘Wij hebben Hem gevonden van Wie Mozes in de wet geschreven heeft, en de profeten, Jezus, de zoon van Jozef, van Nazareth’ (Joh.1:46). En zo mag Filippus zijn vriend tot de Heer leiden. Maar ook de religieuze leiders van Jeruzalem worden door de Heer verwezen naar de Schriften: ‘Want als u Mozes geloofde, zou u Mij geloven; want hij heeft over Mij geschreven’ (Joh.5:46). En in de gebeurtenis van Lazarus worden de vijf broers van de rijke man ook verwezen naar de Schriften: ‘Als zij naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen zij, ook al stond iemand uit de doden op, zich niet laten overtuigen’ (Luk.16:31; zie verder Joh.5:39; Luk.5:46; Hand.3:22, 7:37).

Vier gebeurtenissen waardoor duidelijk wordt dat het Woord van God van groot belang is. De Heer Jezus vormt het hoofdonderwerp van het Oude Testament, en de Kerstperiode is de ideale tijd om te onderzoeken wat er van tevoren over Jezus’ komst en wonderlijke geboorte geschreven is. Gaat u met mij mee om te ontdekken wat Mozes en de profeten hebben geprofeteerd over de komende Messias en wat de Schrift nog meer te zeggen over Hem te zeggen heeft?

Hij zou komen als een mens, niet als een engel

‘En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen’ (Gen.3:15)

Engelen zijn ‘dienende geesten, die tot dienst worden uitgezonden ter wille van hen die de behoudenis beërven’ (Heb.1:14). Dienende geesten, ja, maar niet in staat om de zondige mens te verlossen uit de zonde, daarvoor moest dé Mens, Jezus Christus komen! De Heer Jezus is niet gekomen om gevallen engelen te verlossen (Heb.2:16) maar mensen, gevallen in de zonde. Om die mensen te kunnen verlossen moest Hij de mensen gelijk worden (Fil.2:7-8). ‘Het Woord is vlees geworden’ (Joh.1:14). ‘Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deelhebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deelgenomen, opdat Hij door de dood te niet zou doen hem die de macht over de dood had, dat is de duivel, en allen zou verlossen die uit vrees voor de dood hun hele leven aan slavernij onderworpen waren. Want inderdaad, niet engelen neemt Hij aan, maar Hij neemt het nageslacht van Abraham aan’ (Heb.2:14-16). Er is echter één groot en bijzonder belangrijk onderscheid in het Mens-zijn van de Heer Jezus ten opzichte van alle andere mensen. Hij had wel een echt menselijk lichaam van vlees en bloed aangenomen, maar zonder de aanwezigheid van de inwonende zonde! Dat gaat verder dan wat de apostel Petrus zegt: ‘Hij die geen zonde heeft gedaan en geen bedrog werd in zijn mond gevonden’ (1Petr.2:22). Het is waar, de Schrift spreekt ook over Christus als de Heilige, Die geen zonde gekend heeft, maar dit gaat verder! Over het zonder zonde zijn van de Heer is de Schrift duidelijk! ‘Want wij hebben niet een hogepriester die niet met onze zwakheden kan meelijden, maar Eén die in alle dingen verzocht is als wij, met uitzondering van de zonde’ (Heb.4:15). ‘En u weet dat Hij geopenbaard is, opdat Hij onze zonden zou wegnemen; en in Hem is geen zonde’ (1Joh.3:5). Daarom kon de Heer Jezus zeggen: ‘Wie van u overtuigt Mij van zonde?’ (Joh.8:46). De Heer Jezus is wel tot zonde gemaakt op het kruis van Golgotha, Hij, de Rechtvaardige, voor ons onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen (1Petr.3:18). ‘Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem’ (2Kor.5:24). Nee, de Verlosser zou komen als een mens, dé mens Christus Jezus, die Zichzelf gegeven heeft tot een losprijs voor allen’ (1Tim.2:5).

Hij zou komen als een kind, niet als een volwassene

‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst’ (Jes.9:5)

De eerste Messiaanse profetie is Genesis 3:15, die spreekt van een nakomeling van het ‘zaad’ van de vrouw. Adam is geschapen en niet geboren uit een man en vrouw. Eva is gevormd uit de man. Elk ander mens is geboren uit een man en vrouw. De Heer Jezus is geboren uit een vrouw, zonder tussenkomst van een man. De Heer Jezus was door de Heilige Geest verwekt bij Maria (Luk.1:31,35). De wijzen vroegen waar de koning van de Joden geboren was, de priesters en Schriftgeleerden kenden het antwoord: in de kleine stad Bethlehem in Judea (Mat.2:6; Mi.5:2). Maar ‘klein’ hoeft niet onbelangrijk te zijn. Toen God het volk Israël wilde oprichten, opdat via die weg de Messias in de wereld zou kunnen komen, schonk Hij een baby aan een kinderloos echtpaar (Gen.18:10). Die zoon, Izaäk, werd de vader van Jakob, die op zijn beurt de vader werd van de zonen van de stammen van Israël. Daarom wordt God genoemd: ‘de God van Abraham, Izaäk en Jakob’. Toen het volk in slavernij in Egypte geraakt was, schonk God een baby aan een toegewijd joods echtpaar, en Mozes groeide op en werd de bevrijder van het volk Israël (Ex.2:1). Veel later, toen het volk Kanaän had veroverd, verlieten zij de Here en gingen de afgoden dienen. God schonk een kind aan Elkana en Hanna, Samuël. Hij groeide op en leidde het volk terug tot de dienst aan God (1Sam.1:19-20). God gebruikte twee weduwen – Naömi en Ruth – en Ruth huwde Boas, waaruit Obed geboren werd (Ruth 4:13-22). Obed’s achterkleinkind, David, werd geboren en God gebruikte hem om het koningschap te herstellen dat onder Saul in verval was geraakt (1Sam.16:4-13). De Heer Jezus werd geboren als nakomeling van David (Mat.1:1). De engelen die verschenen aan de herders in de velden van Bethlehem kregen te horen: ‘U is heden een Heiland geboren, die Christus de Heer is, in de stad van David. En dit zal voor u het teken zijn: u zult een kindje vinden in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe’ (Luk.2:11-12). Ja, baby’s zijn klein maar niet onbelangrijk en het is Gods antwoord aan een wereld verloren in schuld.

Hij zou komen als een man, niet als een vrouw

 ‘Toch heeft de dood geregeerd van Adam tot Mozes, ook over hen die niet gezondigd hadden door te overtreden zoals Adam, die een voorbeeld is van Hem die zou komen’ (Rom.5:14)

De oudtestamentische profetieën spreken over de verwachte Messias altijd in termen van een man, nooit als een vrouw. Romeinen 5:12-21 laat ons zien dat Adam het hoofd was van het menselijk geslacht. De Heer Jezus kwam als de laatste ‘Adam’ om het menselijke ras te verlossen en een nieuwe heerschappij te creëren (1Kor.15:20-22, 45-49). ‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst (Jes.9:5). Heel opmerkelijk is de tekst in Openbaring 12:5, waar gesproken wordt over ‘een Zoon, een mannelijk kind. ‘En zij baarde een Zoon, een mannelijk kind, die alle naties zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd weggerukt naar God en naar zijn troon’. Een duidelijke verwijzing naar de Messias uiteraard. Deze Messias vinden we terug in Psalm 2 die ons een vooruitblik geeft over de toekomstige heerschappij van de Messias en daar is tot twee keer toe sprake van een ‘Zoon’. ‘Ik heb immers mijn koning gesteld over Sion, mijn heilige berg, Ik wil gewagen van het besluit des Heren: Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt. Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel, de einden der aarde tot uw bezit. Gij zult hen verpletteren met een ijzeren knots, hen stukslaan als pottenbakkerswerk. Nu dan, gij koningen, weest verstandig, laat u gezeggen, gij richters der aarde. Dient de Here met vreze en verheugt u met beving. Kust de zoon, opdat hij niet toorne en gij onderweg niet te gronde gaat, want zeer licht ontbrandt zijn toorn. Welzalig allen die bij Hem schuilen!’ (Ps.2:7-12). Ook het Nieuwe Testament spreekt over ‘zoon van David’ of ‘zoon van Adam’ (Mat1:1; Luk.3:23,38). Maria zou, zoals door de engel aangekondigd, een Zoon baren, en zij baarde haar eerstgeboren Zoon (Luk.1:31; 2:7).

Hij zou komen als een Jood, niet als iemand uit de volkeren

‘U aanbidt wat u niet weet; wij aanbidden wat wij weten, want de behoudenis is uit de Joden’ (Joh.4:22)

In Genesis 12:1-3 sluit God een verbond met Abraham en zijn nageslacht en via hem zou de hele wereld gezegend worden. ‘De Here nu zeide tot Abram: Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen zal; Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden.’ Die zegen komt via de Heer Jezus. ‘Nu werden aan Abraham de beloften gedaan en aan zijn zaad. Hij zegt niet: en aan zijn zaden, in het meervoud, maar in het enkelvoud: en aan uw zaad, dat wil zeggen: aan Christus. (Gal.3:16-18). De Messias zou voortkomen uit de stam van Juda: ‘De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn’ (Gen.49:10; Heb.7:14). Maar ook uit het geslacht van David (2Sam.7:12-16) en geboren uit een maagd. ‘Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven’ (Jes.7:14; Luk.1:34-38). Hij zou in Bethlehem geboren worden, een plaats in Israël. Gods zegen voor alle geslachten van de aardbodem is gekomen via Abraham, de ‘aartsvader’ van het volk Israël waaruit de Messias gekomen is (Gen.12:3). Ja, de behoudenis is uit de Joden (Joh.4:22).

Hij zou komen als de Zoon van God, niet als zoon van een mens

 ‘Toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God zijn Zoon’ (Gal.4:4)

In het eerste boek Samuël worden we geconfronteerd met de vraag: ‘Indien de ene mens tegen de andere mens zondigt, dan zal God hem richten; maar indien een mens tegen de Here zondigt, wie zal dan voor hem tussenbeide treden? (1Sam.2:25). En de profeet Jesaja wijst ons er ook op dat het ‘onze ongerechtigheden zijn die scheiding brengen tussen ons en God’ en ‘onze zonden getuigen tegen ons’ (Jes.59:2) en hij ‘ontzette zich dat er niemand was die tussenbeide trad’ (Jes.59:2,12,16). Het is niet zo dat God in oorlog met de mens is, maar de mens met God! En omdat het de mens was die in oorlog met God, moest hij met Hem worden verzoend. Zo onderwijst Paulus ons ‘dat God in Christus de wereld met Zichzelf verzoenend was’ (2Kor.5:19). Jezus ‘komen’ in de wereld lostte het probleem van de zonde niet op, maar wel door zijn lijden en sterven op het kruis van Golgotha, waar Hij, de Rechtvaardige stierf voor ons onrechtvaardigen (1Petr.2:24; 3:18). ‘Want behaagde de hele Volheid in Hem te wonen en door Hem alle dingen tot Zichzelf te verzoenen, na vrede gemaakt te hebben door het bloed van zijn kruis’ (Kol.1:19-20). Zo is het Woord vlees geworden en heeft onder ons gewoond (Joh.1:14). De Immanuël, God met ons! Dat is het mysterie van Kerst, of liever van zijn geboorte in Bethlehem, Gods Zoon is in de wereld gebracht. ‘Want er is één God en één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die Zichzelf gegeven heeft tot een losprijs voor allen’ (1Tim.2:5-6). Dat wil niet zeggen dat de mens min of meer automatisch met God verzoend is door het offer van Christus, maar de gevolgen van dat offer strekken zich uit en kunnen deel uit gaan maken van allen die geloven. Zo zegt Paulus ‘Maar nu is, buiten de wet om, gerechtigheid van God geopenbaard, waarvan door de wet en de profeten getuigenis gegeven wordt, namelijk gerechtigheid van God tot allen en over allen die geloven’ (Rom.3:22). Zoals gezegd God zond zijn Zoon want zo lief heeft God de wereld gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft (Joh.3:16). Zal Hij die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard heeft en voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken? (Rom.8:32).

___________________________________________________________________________________________________________