Diverse Onderwerpen – Van hen zijn de verbonden – Diverse verbonden in de Bijbel

23 juli, 2023

Rubrieken: Diverse Onderwerpen

Diverse Onderwerpen

Van hen zijn de verbonden

__Voorwoord

Eén van de verschilpunten bij de bestudering van de eschatologie blijkt altijd weer de positie van het volk Israël te zijn. Is Israël opgegaan in de volken om nooit weer te verschijnen, is de Gemeente in plaats van Israël gekomen, of heeft Israël nog een glorierijke toekomst? Dat zijn vragen die gesteld worden, en ik hoop het laatste aan te tonen, namelijk, dat Israël tijdelijk terzijde is gesteld en tot grote heerlijkheid zal komen als de volheid der volken is aangebroken.

Ik wil die visie verdedigen vanuit de bespreking van de verbonden die we in het Oude Testament vinden in verbinding met hun eschatologische betekenis.

Vier van de vijf verbonden gesloten met het volk Israël zijn letterlijk, onvoorwaardelijk en eeuwig (voor altijd), gemaakt met het (verbonds-) volk Israël. Als we deze verschillende verbonden gaan bestuderen zullen we ontdekken dat er zeven belangrijke elementen zijn, namelijk: (1) een natie voor eeuwig, (2) een land voor eeuwig, (3) een Koning voor eeuwig, (4) een troon voor eeuwig, (5) een koninkrijk voor eeuwig, (6) een nieuw verbond, en (7) eeuwige zegeningen.

De vier onvoorwaardelijke verbonden.

  1. Het Abrahamitisch verbond.

Dit verbond dient beschouwt te worden als basis voor het gehele onderwijs met betrekking tot de verbonden. Dit verbond hield in: (1) de belofte van een land (Gen.12:1; 13:14-15, 17), de belofte van nationaal en algemene zegen (Gen.12:3, 22:18; Gal.3:16), de belofte van nakomelingen om een groot volk te vormen (Gen.12:2, 13:16, 17:2-6);

  1. Het Palestijns verbond.

Dit ‘verbond’ gaf aan Israël een vaste zekerheid van een uiteindelijk herstel en teruggave van het land (Deut.30:3-5; Ez.20:33-37, 42-44).

  1. Het Davidisch verbond.

Dit verbond heeft te maken met de belofte van een dynastie, natie en troon (2Sam.7:11,13,16; Jer.33:20,21, 31:35-37).

  1. Het Nieuwe verbond

Dit verbond heeft speciaal te maken met Israëls toekomstige geestelijke zegeningen en verlossing (Jer.31:31-40; Heb.8:6-13).

Je zou kunnen zeggen dat de landbelofte aan Abraham ontwikkeld zijn in het Palestijns verbond, de belofte van nakomelingen ontwikkeld zijn in het Davidisch verbond, en de belofte van zegeningen ontwikkeld zijn in het Nieuwe verbond.

Het voorwaardelijke verbond.

De bespreking van dit (Mozaistisch) verbond laten we rusten omdat deze  tijdelijk was; het functioneerde tot op de komst van het beloofde Zaad (Gal.3:24) en het heeft ook geen relevantie met het doel van dit artikel, namelijk de verbonden en hun eschatologische betekenis.

De bepaling van het verbond met Abraham.

Het verbond gesloten met Abraham in Genesis 12:1-3, is bevestigd en uitgebreid in Genesis 12:6-7; 13:14-17; 15:1-21; 17:1-14; 22:15-18 en bestaat uit de volgende basis beloften:

(1) Abrahams naam zal groot gemaakt worden.

(2) Hij zou tot een groot volk zou worden.

(3) Dat door hem alle geslachten des aardbodems gezegend zouden worden.

(4) Aan hem en zijn nakomelingen zou het land Palestina tot erfenis gegeven worden.

(5) Dat zijn nageslacht zo talrijk zou zijn als de sterren aan de hemel en als het zand aan de oever van de zee.

(6) Dat ieder die Abraham zou vervloeken door God vervloekt zou worden.

(7) Dat hij de vader van een menigte van volken zou worden.

(8) Dat koningen uit hem zouden voorkomen.

(9) Het verbond zou eeuwig zijn ‘tot een eeuwige bezitting’.

(10) Het land Kanaän zou tot een eeuwige bezitting zijn.

(11) God zal Hem en zijn zaad tot een God zijn.

(12) Zijn zaad zal de poort van zijn vijanden bezitten.

(13) In zijn zaad zullen alle volkeren gezegend worden.

Als we deze uitwerking zouden analyseren zullen we ontdekken dat sommige beloften individueel op Abraham van toepassing zijn. Andere beloften zijn nationaal en van toepassing op Israël als volk. Tenslotte zijn er ook beloften die spreken van een universele zegen voor de volkeren.

De bepalingen van het Palestijns verbond.

Het zogenaamd Palestijns verbond is vermeld in Deuteronomium 30:1-10 en omhelst het volgende:

(1)  Het volk zal uit zijn land verdreven worden vanwege hun ontrouw (Deut.28:63-68; 30:1-3).

(2) Er zal een toekomstige inkeer zijn van Israël (Deut.2!:63-68; 30:1-3).

(3) Hun Messias zal terugkomen (Deut.30:3-6).

(4) Israël zal hersteld worden in het land ((Deut.30:5).

(5) Israël zal veranderd worden als volk (Deut.30:4-8; Rom.11:26-27).

(6) Israëls vijanden zullen geoordeeld worden (Deut.30:7).

(7) Het volk zal dan hun volle zegeningen ontvangen (Deut.30:9).

De bepalingen van het Davidisch verbond.

De belofte door God gedaan aan David zijn vermeld in 2 Samuël 7:12-16 en bestaat uit de volgende zaken:

(1) David zou een nakomeling krijgen die hem zou opvolgen en het koninkrijk oprichten.

(2) Deze zoon (Salomo) zou de tempel bouwen in plaats van David.

(3) De troon van dat koninkrijk zou bestaan voor eeuwig.

(4) De troon zou hem (Salomo) niet ontnomen worden hoewel zijn zonden tuchtiging rechtvaardigen.

(5) Davids huis, troon en koninkrijk zullen voor altijd zeker zijn.

De bepalingen van het Nieuw verbond.

Het nieuwe verbond dat aan Israël beloofd is wordt vermeld in Jeremia 31:31-34 en bevat de volgende beloften aan het volk Israël, die vervuld zullen worden in het Vrederijk:

(1)  Het Nieuwe verbond is een onvoorwaardelijk, genadeverbond gebaseerd op het ‘Ik wil’ van God. De veelvuldige aanhaling van dat begrip vinden we in Jeremia 31:31-34, conform Ez.16:60-62.

(2) Het Nieuwe verbond is een eeuwig verbond. Dat is inherent aan het gegeven dat het verbond onvoorwaardelijk is en gegeven in genade (Jes.61:2, conform Ez.37:26; Jer.31:35-37).

(3) Het Nieuwe verbond belooft ook het schenken van een vernieuwde geest en hart, wat we de wedergeboorte kunnen noemen (Jer.31:33, conform Jes.59:21).

(4) Het Nieuwe verbond voorziet herstelling van Gods eer en heerlijkheid (Hos.2:19-20, conform Jes.61:9)

(5) Vergeving van zonden maakt ook deel uit van het verbond, ‘want Ik zal hun ongerechtigheid verwijderen, en Ik zal hun zonden niet meer gedenken’ (Jer.31:34b).

(6) De inwoning van de Heilige Geest is ook in het verbond inbegrepen. Dat blijkt uit een vergelijking van Jer.31:33 met Ez.36:27).

(7) Het onderwijs van de Heilige geest zal geopenbaard worden, en de wil van God zal worden gekend door gehoorzame harten (Jer.31:34).

(8) Zoals altijd zal Israël, als het in het land is, gezegend worden met materiële zaken in overeenstemming met de inhoud van het nieuwe verbond (Jer.32:41; Jes.61:8; Ez.34:5-27).

(9) Het altaar zal weer herbouwd worden in Jeruzalem, wat er staat geschreven: ‘Ik zal hun een plaats geven, hen vermeerderen en mijn heiligdom voor eeuwig te midden van hen stellen (Ez.34:25-27).

(10) Oorlogen zullen ophouden en vrede zal heersen in overeenstemming met Hosea 2:18. Het feit dat dit een definitief karakter is geeft een extra bewijs dat het Vrederijk letterlijk genomen moet worden in zijn uiteindelijke vorm (Jes.2:4).

(11) Het bloed van de Heer Jezus is de grondslag voor al de zegeningen van het Nieuwe verbond, want ‘Ook laat Ik ter wille van uw eigen verbondsbloed de gevangenen onder u vrij uit de put, waarin geen water is’ (Zach.9:11).

______________________________________________________________________________________________________________________________