Geestelijk Leven – Het Geweten – Is je waakhond nog wakker?

14 september, 2023

Rubrieken: Geestelijk Leven

Geestelijk Leven

Het Geweten

Is je waakhond nog wakker?

Voorwoord

Onder het geweten verstaat men de werkzaamheid van de geest van de mens, waarin deze rekenschap geeft van zijn daden en waarin hij zich verantwoord weet tegenover zichzelf, zijn medemensen en de samenleving bindende normen. Wel vinden we een aanwijzing van de aanwezigheid van een geweten wanneer er gesproken wordt dat Davids ‘hart bonsde’ toen hij een stuk van Sauls kleding afsneed (1Sam.24:6). Na de volkstelling had David ‘wroeging’ over zijn daad (2Sam.24:10). Job, tenslotte, zei ‘mijn hart veroordeelt niet een mijner dagen’ (Job.27:6).

Er bestaat een breed scala aan meningen over het geweten. Aan het ene uiterste ligt de bewering dat het geweten een aangeleerde geesteshouding is, louter een gewoonte gevormd door de vroegere opvoeding, die de waarden van goed en kwaad aangeeft. Bijvoorbeeld spreken we van ‘gewetenloze moordenaars’ of ‘gewetensbezwaarden’. Deze mening wordt naar voren gebracht door ongelovige mensen die geen morele idealen voor ogen hebben. Aangezien het geweten verzwakt en dichtgeschroeid kan worden, zou men kunnen verwachten dat, wat ook zijn aangeboren kracht mag zijn geweest in de vroege kinderjaren te midden van heidense volken, het met het verstrijken van de jaren zo goed als vernietigd zou zijn. Aan het andere uiterste ligt de overtuiging dat het geweten de stem van God is die rechtstreeks in de menselijke ziel spreekt. De Bijbel gaat uit van de aanwezigheid van het geweten in de mens als een aangeboren factor van zijn wezen hoewel het een feilbaar menselijk kenmerk is. Het geweten wordt in de Schrift gepresenteerd als een monitor die toezicht houdt op het menselijk handelen. Het lijkt eerder iets aangeboren en universeels te zijn dan een verworven vermogen. Wanneer onderzoek wordt gedaan naar de Schrift met betrekking tot het geweten, zal dit menselijke vermogen opgemerkt worden. Het woord ‘geweten’ komt in het Oude Testament niet voor, maar in het Nieuwe Testament zo’n dertig keer. De waarheid met betrekking tot het menselijk geweten is zelfs nog complexer in het geval van een gelovige. Dat heeft te maken met de inwoning van de Heilige Geest. Een gelovige is daardoor onderworpen aan de Heilige Geest en de stem van de Geest en Gods woord. De vraag kan gesteld worden of een christen leeft met de beperkte invloed die een geweten kan uitoefenen. Wordt niet de Heilige Geest de nieuwe monitor die het kind van God kan bedroeven of niet? Daarom staat er geschreven: ‘En bedroeft de Heilige Geest van God niet, met Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing’ (Ef.4:30). Het is mogelijk dat de Heilige Geest samenwerkt met het menselijk geweten, wanneer Hij zijn invloed op de gedachten en gedragingen van de gelovige richt.

Uw ‘waakhond’

Waarom schaffen mensen een waakhond aan, natuurlijk om hun eigendommen te beschermen. Ze rekenen erop dat de hond zal reageren en blaffen en grommen zo gauw iemand hun huis nadert. Maar wat als de hond slaapt? Dan kan iemand het huis binnenkomen en alles roven. ‘Of hoe kan iemand het huis van de sterke binnengaan en zijn huisraad roven als hij niet eerste de sterke bindt? En dan zal hij zijn huis leegroven’ (Mat.12:29). Ook de mens heeft een ‘waakhond’ en dat noemen we het geweten, en als je ‘waakhond’ slaapt kan alles je leven binnenkomen en wegroven wat je dierbaar is. Dat geweten is als een kompas dat aangeeft of je op de goede of slechte weg bent. Let maar eens op een klein kind die in het geniep snoep uit de trommel haalt, terwijl ze weet dat het van de moeder niet mag. Let maar op hoe ze zich dan gedraagt, ze kijkt eerst even achterom want ze ‘weet’ dat het niet mag! Haar ‘waakhond’ werkt! Het geweten is echter niet feilloos, want je kunt, zoals men weleens zegt, een ‘eng’ of een ‘ruim’ geweten hebben. Het geeft alleen maar een gevoel van goedkeuring of afkeuring aan, de beslissing is dan voor de verantwoordelijke persoon. Maar het is zeker wel iets om rekening mee te houden. Betrouwbaarder is Gods Woord onder de leiding van de Heilige Geest, toegepast in het leven van een gelovige. Het geweten en de Heilige Geest zijn in het leven van een gelovige niet twee verschillende elkaar bestrijdende eenheden, nee, ze werken samen en vullen elkaar aan. Zo zegt de apostel Paulus: ‘Ik spreek de waarheid in Christus, ik lieg niet, terwijl mijn geweten meegetuigt door de Heilige Geest, dat ik grote droefheid heb en een onophoudelijke smart in mijn hart’ (Rom.9:1)

Het geweten

En Hij zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hebt gij van de boom gegeten, waarvan Ik u verboden had te eten? (Gen.3:11)

Ja, hoe wisten de eerste mensen dat zij in hun naaktheid niet konden verschijnen voor een heilige God? Was het de zonde en/of het geweten? Bij Kaïn ligt de nadruk duidelijk op de zonde: ‘En de Here zeide tot Kain: Waarom zijt gij toornig en waarom is uw gelaat betrokken? Moogt gij het niet opheffen, indien gij goed handelt? Doch indien gij niet goed handelt, ligt de zonde als een belager aan de deur, wiens begeerte naar u uitgaat, doch over wie gij moet heersen’ (Gen.4:6-7). Door te eten van de vrucht van de boom had de mens een morele grens overschreden, ze hadden het gebod van God genegeerd. De slang had tot Eva gezegd: ‘Maar God weet, dat ten dage, dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad. En de vrouw zag, dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden, en zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij at. Toen werden hun beider ogen geopend, en zij bemerkten, dat zij naakt waren; zij hechtten vijgenbladeren aaneen en maakten zich schorten. Toen zij het geluid van de Here God hoorden, die in de hof wandelde in de avondkoelte, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor de Here God tussen het geboomte in de hof. En de Here God riep de mens tot Zich en zeide tot hem: Waar zijt gij? En hij zeide: Toen ik uw geluid in de hof hoorde, werd ik bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij. En Hij zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hebt gij van de boom gegeten, waarvan Ik u verboden had te eten?’ (Gen.3:4-11). Het gevolg van hun overtreding was, dat ze bemerkten dat zij naakt waren, ze werden bevreesd en verborgen zich voor de God. Werkte hun geweten en werden ze daarom bevreesd God te ontmoeten? Hadden ze maar naar hun ‘waakhond’ geluisterd!

Een goed geweten – Hand.24:16

‘Daarom oefen ik mij ook om altijd een onergerlijk geweten te hebben tegenover God en de mensen’ (Hand.24:16)

De Bijbel leert ons dat er meer dan één soort geweten is. Een onergerlijk of goed geweten is een geweten dat geoefend is, het is actief en slaapt niet. Als het spreekt vraagt het om gehoord en gehoorzaamd te worden. ‘Onergerlijk’ wil zeggen geen aanstootgevende wandel of leven leiden. Eigenlijk betekent het woord ‘niet aanstootgevend, geen struikelblok vormend; het woord komt verder alleen in Fil.1:10 voor. De apostel Paulus zegt dit in zijn verdediging voor de stadhouder Felix, omdat enige Joden uit Asia hem bij de stadhouder wilden beschuldigden. Paulus was zich bewust van de vijandschap van de Joden en hij paste ervoor om geen aanstoot te geven, opdat ze geen reden zouden hebben om Paulus voor de rechter te slepen om hem het zwijgen op te leggen. Paulus gebruikt zijn confrontatie met de stadhouder om deze erop te wijzen dat hij in het midden van de Joodse raad had gesproken over ‘de opstanding van doden’. Om moeilijkheden te voorkomen onderwerpt hij zich aan zelfonderzoek om een onergerlijk geweten te hebben; dat hij geen aanstoot tegenover God en de mensen zou zijn. Hij had luisterde nauwlettend naar zijn ‘waakhond’!

Een verontreinigd geweten

‘Voor de reinen is alle rein, maar voor de besmetten en ongelovigen is niets rein, maar zowel hun verstand als hun geweten is besmet’ (Tit.1:15)

Een ander soort geweten is een besmet geweten. Een besmetting doe je op als je in aanraking komt met een ander mens die besmet is. De persoon met een besmet geweten krijgt het wanneer hij ongepaste dingen hoort of ziet. Hij neemt geen standpunt in en zwijgt terwijl hij weet dat zijn omgang met die anderen niet goed is. De psalmist zeg immers: ‘Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters’ (Ps.1:1). ‘Verkeerde omgang bederft goede zeden’ (1Kor.15:34), dus let op met wie je omgaat! Hij kan ‘kleine zonden’ toelaten in zijn leven, en toch een goede nachtrust hebben. Er treedt gewenning op! Het zijn de ‘kleine vossen’ die de wijngaard bederven! (Hoogl.2:15). Het besmet geweten heeft gevolg dat herhaalde zonden toegelaten en niet veroordeeld worden, of dat een bepaalde zonde in het geheim gekoesterd wordt. Als we iets in ons leven toelaten dat een jaar eerder ons zou wakker houden, dat is ons geweten besmet. Je moet luisteren naar je ‘waakhond’ om besmetting te vermijden!

Een dichtgeschroeid geweten

De Geest nu zegt uitdrukkelijk, dat in de latere tijden sommigen van het geloof zullen afvallen, terwijl zij zich zullen bezighouden met verleidende geesten en leringen van demonen die in huichelarij leugen spreken en hun eigen geweten hebben dichtgeschroeid’ (1Tim.4:2)

Als u zich ooit verbrand hebt, dat kunt u weten wat een ‘dichtgeschroeid’ wil zeggen. Een brandwond wordt bedekt door een korst die de pijnlijke wonde beschermd, en je voelt de pijn niet zo erg meer. Een besmet geweten kan met de tijd een dichtgeschroeid geweten worden, zodat er geen besef meer is van de stem van het geweten. Zo iemand heeft zijn ‘waakhond’ het zwijgen opgelegd. Het gaat om personen die zich ‘willens en wetens’ hebben afgekeerd van de waarheid, ze hebben zich verhard (Vgl.2Petr.3:5). Hippocrates (circa 460-377 v.Chr.), ook wel de vader van de geneeskunde genoemd, paste uitzonderlijk het dichtschroeien met een brandijzer van wonden toe om verdere besmetting te voorkomen. Zo spreken we van ‘een gewetenloze misdadiger’, mensen die geen gevoelens meer toelaten in hun leven. Het ‘raakt’ ze niet meer! Hun ‘waakhond’ kan niet meer blaffen en dat komt vooral voor in de latere tijden wanneer velen zich van het geloof hebben afgewend!

Een kwaad geweten

‘Laten wij naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof, de harten door besprenkeling gezuiverd van het kwaad geweten en het lichaam gewassen met rein water’ (Heb.10:22)

 Als een gelovige in zonde is gevallen, leeft hij constant met de vrees dan anderen het te weten zullen komen. Dagen, weken of maandenlang legt hij zijn geweten het zwijgen op, en de zonden stapelen zich op. Hij weigert zich te corrigeren en wat niet goed is weg te doen uit zijn leven. Maar in zo’n toestand kun je niet tot God naderen, Hij toch kent elk hart. Is er dan nog hoop voor zo iemand? We mogen niet zeggen dat hij niet zal oogsten wat hij gezaaid heeft, maar er is altijd herstel mogelijk. Het bloed van Jezus kan zo iemands hart en geweten reinigen, en er kan herstel plaatsvinden. ‘Ik zal rein water over u sprengen, en gij zult rein worden; van al uw onreinheden en van al uw afgoden zal Ik u reinigen’ (Ez.36:25). Alleen met een waarachtig hart, met de waarheid in overeenstemming, kan men voor God verschijnen. ‘Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben, en wij wandelen in de duisternis, dan liegen wij en doen de waarheid niet. Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde’ (1Joh.1:6-7). Uw ‘waakhond’ zal uit zijn slaap ontwaken en weer actief worden!

Tenslotte

Als Jezus Christus in iemands leven komt, wordt de zondaar tot een nieuwe schepping. Hij ontvangt nieuw leven in het hart. Hij reinigt hart en geweten en zorgt dat het werkt zoals het moet, om het mogelijk te maken dat het nieuwe leven gestalte kan aannemen. Een goed geweten is een kostbare schat, want een goed geweten betekent een goed karakter. Dus laat uw ‘waakhond’ niet in slaap vallen! Probeer, zoals de apostel Paulus, ernaar te streven om een goed geweten te hebben tegenover God en de mensen.

______________________________________________________________________________________________________________________________