Bijbel – Oude Testament – Ester in Herodotus Historiën? – Het boek Ester

5 juli, 2024

Bijbelboeken: Ester

Bijbel – Oude Testament

Ester in Herodotus’ Historiën?

Het Boek Ester

Inleiding

Als Ahasverus Xerxes is, is Esther dan zijn vrouw Amestris? Hoe correleren de namen in het boek Esther met de namen die we kennen uit de Perzische geschiedenis? Verwijzen sommige van hen naar de historische personages die worden beschreven in de Griekse bronnen Herodotus en Ctesias?

Lijst van Perzische koningen uit de relevante Bijbelse periode

Cyrus – 539-530          –           Darius II – 423-404

Cambyses – 530-522            –            Artaxerxes II – 404-358

Darius I – 522-486             –         Artaxerxes III – 358-338

Xerxes – 486-46       –             Arses – 338-33

                           Artaxerxes I – 465-424       –            Darius III – 336-332

Herodotus

Herodotus (of Herodotos) was een Griekse historicus en etnograaf (volkenkundige), geboren rond 484 v.Chr. in Halikarnassos, het huidige Bodrum in Turkije. Hij was de eerste die een historische gebeurtenis (de Perzische Oorlog) beschreef, en deze ook probeerde te verklaren. Met zijn beroemde werk Historiën – ‘Het verslag van mijn onderzoek’, is hij dan ook de grondlegger van de literaire geschiedschrijving. Van de gehele westerse literatuur is dit het oudste omvangrijke Griekse proza dat is overgeleverd. Cicero riep hem uit tot Vader van de Geschiedenis.

Historische achtergrond

Het boek Ester beschrijft ons een geschiedenis uit het Medo-Perzische rijk, dat is het tweede grote wereldrijk na de terzijdestelling van Israël. Wij weten dat het volk van God ontrouw was geworden en dat God uiteindelijk zijn troon te Jeruzalem had verlaten en de macht aan de hoofden van de volkeren had toevertrouwd, te beginnen met Nebukadnezar als het hoofd van het eerste wereldrijk (Dan.2:37). Wij weten ook dat Nebukadnezar op zijn beurt eveneens ontrouw geworden aan de God des hemels die hem deze macht in handen had gegeven, en dat zijn rijk daarom was vervangen door een tweede wereldrijk zoals dat in het visioen van Daniël 2 en 7 al was aangekondigd. Deze nieuwe wereldmacht was dus door God gezonden. De profeet Jeremia spreekt enige malen hierover in die zin (in hoofdstuk 50 en 51) en het komt ook heel duidelijk tot uitdrukking in het boek Zacharia. In Zacharia 6:6-8 zegt God van het Perzische rijk (daar voorgesteld onder het beeld van zwarte paarden), dat zijn Geest in het Noordenland – in Babel – tot rust hadden gebracht. De Meden en de Perzen hadden dus het gericht van God aan de Babyloniërs voltrokken (zie Jes.13:17; 21:2; Jer.25:14; 27:7; 51:11; Dan.5:30; 6:1). Daar komt nog bij, dat de eerste koning van dit tweede wereldrijk in Jes.45:1 de gezalfde des heren wordt genoemd. Kores, ofwel Cyrus, was Gods dienaar. En het was ook op zijn bevel, dat zovelen van het volk der Joden onder aanvoering van Zerubbabel weer naar het land Israël terugkeerden om daar het altaar en de tempel des Heren te herbouwen.

Ester

Maar de Schrift spreekt niet alleen over het begin maar ook over de verdere geschiedenis van dit rijk. In Daniël 11 wordt namelijk aan de profeet al getoond wat de toekomst van het Medo-Perzische rijk zou zijn: ‘Nu dan, ik zal u de waarheid bekendmaken. Zie, nog drie koningen zullen in Perzië opstaan, en de vierde zal grotere rijkdom bezitten dan alle anderen, en als hij sterk geworden is door zijn rijkdom, zal hij alles in beweging brengen tegen het koninkrijk van Griekenland.’  (Dan.11:2) Welnu, deze vierde is de koning Ahasveros van het boek Ester, die in de wereldgeschiedenis meer bekend is geworden onder de naam Xerxes I (486-464 v.Chr.). Over het algemeen wordt aangenomen dat koning Ahasveros in Ester, uit de Hebreeuwse Bijbel, Xerxes aanduidt. Hij was inderdaad de grootste en de machtigste heerser van het Medo-Perzische rijk. Niemand bezat zulke rijkdommen, zoals Ester 1 ook duidelijk bevestigd. Hij regeerde over honderzevenentwintig gewesten, terwijl Darius de Meder er zeven minder bezat (Dan.6:2). Zijn gebied reikte van Indië tot Ethiopië (Ester 1:1).

De Griekse oorlog

Xerxes I is de koning die optrok tegen de Grieken. Volgens Herodotus was Xerxes’ oom Artabanus de enige die zich in het openbaar verzette tegen de veldtocht tegen Griekenland. ‘s Nachts kreeg Xerxes een droom, waarin een man verscheen, die hem adviseerde de veldtocht vooral door te zetten. Artabanus vertelde hem dat de droomverschijning niet door een god was gestuurd. Daarop vroeg Xerxes hem in zijn kleding op de troon plaats te nemen en ‘s nachts in zijn bed te slapen. Aan Artabanus verscheen toen hetzelfde droombeeld en hij raakte ervan overtuigd dat de goden de Perzen de Grieken in handen zouden geven. Artabanus werkte daarna vol ijver aan de voorbereiding van de strijd mee.

Hoewel Xerxes Ionië, de door Griekse kolonisten bewoonde kust van Klein-Azië, al onder zijn gezag had, was zijn vader er in de Eerste Perzische Oorlog niet in geslaagd om Griekenland zelf te onderwerpen. Xerxes trok in 480 v.Chr. met een leger door Klein-Azië naar de streek rond Troje, waar hij de Hellespont overbrugde en overstak. Dit markeerde het begin van de tweede Perzische oorlog.

Tweede Perzische Oorlog

De Grieken besloten dat het Perzische leger alleen op de landengte van Korinthe tegen te houden zou zijn en trokken daar inderhaast hun legers samen. Zo trok Xerxes door Thessalië naar het zuiden en kreeg overal aarde en water aangeboden (een teken van onderwerping), behalve van het kleine Plataeae en Thespiae. De oorlog leek zo goed als gewonnen. Bij de bergpas van Thermopylae, nog ten noorden van Athene, kwam echter de eerste onaangename verrassing. Ongeveer 4.000 Grieken onder leiding van Leonidas hielden langer stand dan voorzien, al werden ze uiteindelijk na verraad onder de voet gelopen. Hetzelfde gold voor Artemisium, waar de Griekse vloot onverwacht lang standhield. (Hoewel Herodotus duidelijk laat merken dat de Grieken het zwaar te verduren kregen, werd de driedaagse zeeslag later beschouwd als Griekse overwinning.)

Eind september werd Athene ingenomen en geplunderd, maar op de 29e werd de Perzische vloot verslagen ten westen van Athene in de zeeslag bij Salamis. Omdat het enorme Perzische leger nu niet meer voldoende kon worden bevoorraad – daarvoor was een transportvloot noodzakelijk – trok Xerxes zijn troepen terug. Met de buit uit Athene kon Xerxes zijn gezicht redden en als triomfator terugkeren.

Xerxes keerde dus terug naar Sardis in Klein-Azië. Een onbeantwoorde vraag is waarom hij zijn vloot, die nog altijd zeer talrijk was en kon worden opgekalefaterd, ontbond en veel troepen terugtrok. De slagen bij Thermopylae, Artemisium en Salamis, hoezeer die ook tot de verbeelding van het nageslacht hebben gesproken, waren namelijk niet strategisch doorslaggevend. De recentelijk herhaalde hypothese dat hij de troepen nodig had om een opstand te onderdrukken is inmiddels op chronologische gronden weerlegd.

Toch vormden deze confrontaties ter zee en te land een keerpunt in de oorlog. De Griekse stadstaten spraken namelijk af het niet langer alleen op te nemen tegen de Perzen, maar een gezamenlijk leger op te bouwen. Xerxes I had één van zijn bevelhebbers, Mardonius, de leiding gegeven over het veroverde gebied, en deze probeerde nu met diplomatieke middelen uit de impasse te komen. Mardonius verzocht via Alexander I van Macedonië de Atheners om een wapenstilstand. Dezen verwierpen dit aanbod en kregen hulp van de Spartanen. Wat volgde was de slag bij Plataeae (479 v.Chr.) die, onder het bevel van Pausanias I (opvolger van de bij Thermopylae gesneuvelde koning Leonidas), werd gewonnen door de Grieken. Mardonius werd hierbij gedood. Korte tijd later vielen de Grieken de resten van de Perzische vloot aan op het Ionische schiereiland Mycale, doodden alle Perzen en vernietigden wat restte van de Perzische vloot.

Ester en Mordechai

Het boek Ester vertelt ons een episode uit de geschiedenis van de Babylonische Joden en wel ten tijde van de grote koning Xerxes I (Ahasveros) van Perzië. De overeenkomst met de Xerxes die Herodotus ons tekent, is duidelijk: Xerxes zetelde in de burcht Susan (of Susa, in Elam, eén van de drie hoofdsteden van het Perzische rijk) en zijn rijk strekt zich uit van India tot Ethiopië en omvat Medië en bepaalde kustlanden van de Middellandse Zee (Ester 1:1-3; 10:1). In zijn derde regeringsjaar verstoot Xerxes zijn vrouw Vasthi, omdat zij weigert te verschijnen aan zijn banket, en pas in het zevende jaar kiest hij een vervangster voor haar uit: de knappe Jodin Ester, afstammeling van één van de ballingen uit Juda. Herodotus vertelt ons dat Xerxes in de tussenliggende jaren (483-480 v.Chr.) zijn rampzalige invasie in Griekenland ondernomen heeft. Hij deelt ons ook mee dat Xerxes’ vrouw Amestris heette; dit moet de opvolgster van Ester zijn óf de hoofdkoningin, naast wie Vasthi en Ester koningin van de tweede rang waren die tijdelijk de favoriet van de koning konden zijn.

Het is merkwaardig dat Mordechai, die zo’n belangrijke rol in dit boek speelt, onbekend is in de geschiedschrijving van de Meden en Perzen. Ester is misschien dezelfde als de koningin die wij uit de Perzische geschiedenis kennen onder de naam Amestris; dit is echter onzeker. Maar Mordechai komt in elk geval niet voor.

Zie ook de rubriek Wereldgeschiedenis

______________________________________________________________________________