'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God.
De gebeurtenissen vermeld in het boek Ester vonden plaats tussen de hoofdstukken 6 en 7 van het Bijbelboek Ezra. Het ‘derde jaar van Ahasveros’ (1:3) is het jaar 483 v. Chr. ‘Ahasveros’ is de titel van de Perzische heerser, net zoals farao de titel van de Egyptische heersers was. Het boek Esther vermeldt nergens de naam van God, terwijl de naam van koning Ahasveros maar liefst achtentwintig keer voorkomt! Hoewel Gods naam niet vermeld is, kunnen we wel zijn handelen in elk hoofdstuk van het boek opmerken. Esther betekend ‘ster’; Hadassah, haar Joodse naam betekent ‘mirre’ (2:7).
Het onderwerp
Het Bijbelboek Ester toont ons hoe het Joodse volk voor uitroeiing bewaard is gebleven. Het verklaart de oorsprong van een van de meest belangrijkste Joodse feestdagen, het Poerimfeest. Het woord ‘Purim’ betekent ‘lot’, en verwijst naar het werpen van het lot door Haman om de dag waarop de uitroeiing van de Joden zou moeten plaatsvinden (9:24-26, 31; 3:7). Het Poerimfeest wordt gehouden op de veertiende en vijftiende dag van de laatste maand van de Joodse kalender (bij ons februari-maart), daaraan voorafgaand door een dag van vasten ter herinnering aan Esthers vasten (4:16). Die avond wordt het boek Esther in elke synagoge voorgelezen. Elke keer wanneer de naam van Haman gelezen wordt, stampen de Joden op de vloer, fluiten en schreeuwen: ‘Laat zijn naam worden uitgewist!’ De volgende dag, gaat men weer naar de synagoge om te bidden en de Wet te lezen. De rest van de dag en de dag daarna zijn feestdagen waarop men elkaar geschenken geeft. Er is geen vermelding van een verplichting in het Oude Testament om deze gebeurtenis te gedenken, maar de Joden hebben het in de achter ons liggende eeuwen altijd gevierd.
De geestelijke lessen
In het boek Ester zien we opnieuw satans haat tegen de Joden. Wanneer Haman geslaagd zou zijn in zijn complot, dat zou de Joodse natie zijn uitgeroeid! Wat zou er dan van Gods verbond met Abraham zijn terechtgekomen? Ieder man en elk land die ooit hebben getracht het Joodse volk uit te roeien hebben gefaald, ook Haman, dat was in het verleden zo en dat zal ook in de toekomst zijn (Zie: Gen.12:1-3). ‘Want zo zegt de HEERE van de legermachten: ‘Nadat Hij heerlijkheid heeft beloofd, heeft Hij Mij gezonden tot die heidenvolken die u beroven, want wie u aanraakt, raakt Zijn oogappel aan’ (Zach.2:8). Omdat God de oorlog aan satan heeft verklaard (Gen.3:15), heeft satan en zijn ‘zaad’ gestreden tegen Christus en zijn ‘zaad’: Kaïn doodde Abel; Farao wilde de Joden doden; Haman probeerde Israël uit te roeien; Herodes trachtte de Heer Jezus – de Christus – te doden. We zien in deze gebeurtenis ook een illustratie van de strijd van de geest tegen het vlees (Gal.5:16-23). Haman was een nakomeling van de Amalek, de aartsvijand van de Joden (vergelijk Ezra 3:1 met Deut.25:17-19; Ex.17:8-16 en 1 Sam.15). Amalek symboliseert het vlees, en Haman, verwant aan de Amalekieten, is een beeld van de vijandschap van het vlees tegen de Geest, maar ook de kinderen van satan tegen de kinderen van God.
Gods voorzorg
Zoals gezegd, Gods naam wordt niet vermeld in dit boek, maar zijn hand zien we duidelijk in de gebeurtenissen. Hij is ‘ergens’ op de achtergrond, heersend en overheersend! Een nauwkeurige studie van het boek leidt tot de ontdekking van volgende bewijzen van Gods voorzorg: (1) Ester werd uit vele andere kandidaten tot koningin verkozen, (2:15-18); (2) Mordechai ontdekt het plan om de koning te doden (2:21-23); (3) Het werpen van het lot, om de dag te bepalen waarop de Joden zouden moeten worden uitgeroeid, werd tot later in het jaar uitgesteld, waardoor Mordechai en Esther tijd kregen om te handelen (3:7-15); (4) De aanvaarding van Ester door de koning na een maand (5:2); (5) Het geduld van de koning om Ester toe te staan nog een banket te houden (5:8); (6) De slapeloosheid van de koning dat hem de daad van Mordechai in herinnering bracht (6:1vv.); (7) Het kennelijk gebrek aan herinnering in 6:10, dat ertoe leidde om een Jood te eren waarin hij eerder had toegestaan deze uit te roeien. (8) De bezorgdheid van de koning voor Ester’s welzijn, terwijl hij een harem had waaruit hij kon kiezen (7:5vv.).
De datering
De koning in het boek Esther is Xerxes, de zoon van Darius I, Darius de Grote. Hij heerste over het Perzische rijk van 486 tot 465 v.Chr. Vasthi werd onttroond in het jaar van zijn regering (1:3), dat zou dan in het jaar 483 zijn. De geschiedenis vertelt ons dat Darius een groot feest hield voor zijn koningin ter voorbereiding van zijn invasie van Griekenland. Deze invasie duurde tot 479 en eindigde in een ramp. Het is mogelijk dat door schaamte over deze tegenslag, voor Xerxes aanleiding was om Vasthi af te zetten. Ester werd koningin in het zevende jaar van zijn regering (2:16), het jaar 479. In het twaalfde jaar van zijn regering werd het plan van Haman ontdekt (3:7), het jaar 474; dus Esther was al vijf jaar koningin toen Haman zijn plan ten uitvoer wilde brengen. Xerxes werd vermoord in 465.
Esther en het boek Spreuken
Er is een interessante parallel tussen sommige verzen in het boek Spreuken en de gebeurtenissen in het boek Ester. Let op de volgende teksten: Spr.16:32 met Est.3:7; Spr.16:18 met Est.5:9-14; Spr.11:8 met Est.7:10; Spr.21:2 met Est.5:1-4.
Haman en de antichrist
Veel bijbelleraars zien in de boze Haman een beeld van de toekomstige antichrist die de Joden zal verdrukken om hen te vernietigen. Haman heeft zijn moordplannen opgezet maar deed zich vriendelijk voor ten opzichte van de Joden; de antichrist zal een zevenjarig verbond met de Joden maken (Dan.9:27), maar zal die halverwege verbreken. Haman bezat veel macht, hem door de koning verleend; het beest zal grote macht bezitten, door de satan verstrekt. Haman’s trots was zichtbaar, want hij wilde dat iedereen voor hem zou knielen; het beest zal ervoor zorgen dat iedereen hem zal eren en zijn beeld (Op.13:12). Haman haatte de Joden, en de antichrist zal dan evenzo doen. Haman was verdoemd ook al bezat hij voor een tijd macht en gezag. Satans meesterwerk, de antichrist, leek onverwoestbaar, maar Christus zal hem en zijn volgers vernietigen bij zijn komst.
Esther’s moedige houding
Sommigen hebben kritiek geuit voor wat betreft Esters gebrek aan empathie voor het volk. Het is waar dat Mordechai als eerste met vasten en treuren begon. Ester probeerde hem op andere gedachten te brengen (4:1-4). We moeten wel beseffen dat Ester nogal geïsoleerd was van wat er aan het hof gebeurde en was al een maand niet in de nabijheid van de koning geweest. Maar toen ze van het gevaar hoorde waarmee haar volk bedreigd werd, was ze onmiddellijk bereid om met Mordechai samen te werken. Het is zeker dat ze haar leven in de waagschaal stelde, want Xerxes was iemand die aan stemmingen leed, en hij zou Ester net zo gemakkelijk kunnen doden zoals hij eerder Vasthi had afgezet! In het begin legde Ester niet zo’n groot vertrouwen aan de dag als Mordechai deed maar als de gebeurtenissen haar beloop nemen, zien we een moedige vrouw met een sterk geloof in God. Het is interessant te zien dat in de momenten wanneer Esther geen contact had met Mordechai, het slecht met de Joden ging, maar toen ze luisterde naar Mordechai, keerde alles ten goede voor de Joden.