Bijbel – Oude Testament
Boeken van Mozes
Inleiding van het boek Genesis
Naam
Genesis komt uit het Grieks en betekend ‘begin’ of ‘generaties’. Het woord genesis wordt in het evangelie naar Mattheüs als ‘geslachten’ vertaald (1:1). Genesis is het boek van waaruit alles begint. Er worden tien ‘geschiedenissen’ of ‘geslachten’ vermeld in het boek: de hemel en aarde (2:4); Adam (5:1); Noach (6:9); Sem (11:10); Terach (11:27); Ismaël (25:12); Isaak 25:19); Esau (36:1) en Jakob (37:2). Als basis voor de rest van de Bijbel, vermeld Genesis het begin van het universum, geschiedenis van de mens, cultuur, zonde, redding, offer, huwelijk en het gezin.
Auteur
Het is algemeen aanvaard dat Mozes de auteur is van de eerste vijf boeken van de Bijbel, ook genoemd de ‘Pentateuch’. Uiteraard leefde Mozes niet op het moment dat de gebeurtenissen vermeld in het boek Genesis gebeurden, maar de Geest spoorde hem aan om het te schrijven (2Petr.1:20-22). De Heer Jezus geloofde dat de boeken door Mozes geschreven waren want hij verwijst ernaar (Joh.5:45-47) en het gezag van de Heer Jezus mag voor ons voldoende zijn om het auteurschap van Mozes ook te aanvaarden.
Doel
Wanneer we beginnen met het lezen van het boek Genesis zullen we ontdekken dat de eerste elf hoofdstukken erg beknopt zijn in de beschrijving van de gebeurtenissen, terwijl de rest van het boek uitvoerig en gedetailleerd ingaat op de gebeurtenissen van de vier hoofdpersonen: Abraham, Jakob, Isaak en Jozef. Zoals je uit de indeling kunt opmaken (zie aldaar) handelt het eerste gedeelte (1-11) over de algemene geschiedenis van de mensheid en de zonde, terwijl het tweede gedeelte in het bijzonder over het ontstaan van het volk Israël gaat. Dat geeft aan dat het de bedoeling van het boek is om het begin van de mensheid en zonde te verklaren, en Israël en Gods heilplan met betrekking tot de gevallen mens. Eigenlijk is een van de hoofdthema’s van het boek Genesis de Goddelijke verkiezing.
We beginnen met ‘de hemel en de aarde’ maar dan gaat het verder over de aarde en niet over de hemel; vanaf dan is het onderwerp Gods plan met betrekking tot de aarde. Omdat Gods keuze op de aarde is gevallen gaat Hij voorbij aan de engelen (ook de gevallen) en kiest ervoor om met de mens te handelen. Van Adams vele zonen, kiest God Set (4:25). Van Sets nakomelingen (Gen.5) kiest God Noach (6:8), en van Noach nakomelingen Sem (11:10), daarna Terach (11:27) en tenslotte Abraham (12:1). Abraham had veel kinderen, maar Isaak is de uitverkorene (21:12). Isaak had twee zonen, Jakob en Esau, en God kiest Jakob om de ontvanger van zijn zegen te zijn. Dit laat ons Gods uitverkiezing zien. Geen een van de vermelde personen verdiende deze eer; zoals het ook is voor alle gelovigen, want ook hun verkiezing is door Gods genade tot stand gekomen. Samen met God uitverkiezing laat Genesis ons verder Gods kracht en uitzonderlijke voorzienigheid zien. De mens is ongehoorzaam aan God en twijfelen aan Hem, toch zegeviert Gods plan en komt Hij tot zijn doel met de mens. Was dit plan van God gefaald in het boek Genesis, dan zou eeuwen later geen Messias in Bethlehem geboren geweest zijn.
Genesis en Openbaring
Alles wat in het boek Genesis begint vindt zijn voltooiing in het laatste bijbelboek Openbaring.
God schiep de hemel en de aarde (Gen.1:1) en zal ooit eens een nieuwe hemel en aarde scheppen (Op.21:1). Satan viel de eerste mens aan (Gen.3) maar zal worden verslagen in zijn laatste aanval (Op.20:7-10). God maakte licht en duisternis (Gen.1:5), maar er komt een dag waarin er geen nacht meer zal zijn (Op.21:23; 22:5). Er zal geen zee meer zijn (Gen.1:10; Op.21:1), en de vloek die rust op de schepping zal worden opgeheven (Gen.3:14-17; Op.22:3). God verdreef de mens uit de tuin (Gen.3:24), maar de mens zal welkom worden geheten in het hemels paradijs (Op.22:1vv.), en de boom van het leven zal weer hersteld worden voor de mens (Op.22:14). Babylon zal vernietigd worden (Gen.10:8-10; Op.17-19) en het aangekondigd oordeel over satan zal worden voltooid (Gen.3:15; Op.20:10).
Christus in Genesis
Overeenkomstig Lukas 24:27 en 44-45 kunnen we Christus in alle Bijbelboeken vinden Onderstaande verwijzingen zijn slechts een paar van vele:
-
Het scheppende Woord – Gen.1:3; Joh.1:1-5; 2Kor.4:3-7
-
De laatste Adam – Rom.5; 1Kor.15:45
-
Het zaad van de vrouw – Gen.3:15; Gal.3:19; 4:4
-
Abel – Gen.4; Heb.11:4; 12:24
-
Noach en de zondvloed – Gen.6-10; 1Petr.3:18-22
-
Melchizedek – Gen.14; Heb.7-10
-
Isaak, het kind van de belofte – Gen.17; Gal.4:21-31
(Isaak is een type van Christus door zijn wonderlijke geboorte, zijn bereidheid om te sterven, zijn ‘opstanding’ (Heb.11:19), en het ontvangen van zijn bruid. Natuurlijk, de Heer Jezus stierf werkelijk en stond op uit de doden. In Isaak was het slechts symbolisch).
-
Het Lam – Gen.22:7-8; Joh.1:29
-
Jakobs ladder – Gen.28:12vv.; Joh.1:51
-
Jozef – Gen.37-50