Inleiding Bijbelboeken – Inleiding op Obadja

21 augustus, 2023

Bijbelboeken: Obadja

Inleiding Bijbelboeken

Profetische Boeken

Inleiding van het boek Obadja

De profeet

We weten heel weinig van de profeet Obadja, alleen dat hij de profetie schreef die zijn naam draagt (het kortste boek van het Oude Testament) en dat zijn naam ‘knecht van God’ betekent, of ‘iemand die God vereert’. Op z’n minst dragen twaalf andere mannen die in het Oude Testament vermeld worden, die naam. Vier van hen waren op de een of andere manier verbonden met de dienst in de tempel (1Kron.9:16; 2Kron.34:12; Neh.10:5; 12:25). Men is het er niet altijd over eens wanneer de gebeurtenissen zich voordeden, beschreven in Obadja 10-14. Het traditionele standpunt is dat Obadja schreef over de Babylonische invasie in Juda en de verwoesting van Jeruzalem in 586 v.Chr. De psalmist vermeldt dat de Edomieten de Babyloniërs aanmoedigden toen de legers de stad binnenvielen (Ps.137:7), maar er is geen bewijs dat de Edomieten werkelijk Jeruzalem binnengingen in die tijd of probeerden de Joden tegen te houden toen die probeerden te vluchten. Sommige oudtestamentici menen dat Obadja verwijst naar een eerdere invasie van Jeruzalem door de Filistijnen en Arabieren en waarin de Edomieten hen hielpen en de controle die ze zich door Juda moesten ondergaan, verbroken (2Kron.21:8-10, 16-17). Dat zou dan tijdens de regeringsperiode van koning Jerobeam (855-841) hebben plaatsgevonden. Deze Jerobeam was getrouwd met de dochter van koning Achab, die Juda in zonde heeft geleid. God liet deze invasie en de daarbij gehouden plundering van Jeruzalem toe als tuchtiging vanwege de zonden van de koning.

Obadja’s onderwerpen waren: (1) de langdurige familievetes Esau en Jakob, (2) de overtuiging dat mensen het lijden dat ze moeten ondergaan voortkomt uit het gegeven dat ze anderen ook zo behandeld hebben (wat men zaait, zal men oogsten), (3) de overtuiging dat Israëls vijanden verslagen zullen worden en dat het koninkrijk in het land zal worden opgericht.

Obadja’s tijd

De tijd 586 v.Chr. De plaats: Jeruzalem. De gebeurtenis: de verwoesting van Jeruzalem door de Babylonische legers. We zien de boze soldaten voor ons terwijl ze de muren slopen, het volk doden en de stad in brand steken. Maar we zien ook nog iets anders. We zie het Edomitische buurvolk van Israël die aan de kant staat om de Babylonische soldaten aan te vuren om de stad te verwoesten. ‘Verwoest het! Verwoest!’, roepen ze. ‘Sla de kleine kinderen tegen de rotsen en verdelg de Joden’ (Ps.137:7-9). Wie zijn toch deze mensen die verlangen dat deze verschrikkelijke dingen hun buren toegedaan worden? Ze zijn broeders van de Joden. De Edomieten waren de nakomelingen van Ezau, de oudere broer van Jakob (Gen.25:21-26). Ezau was uiterlijk een veel beter mens dan de sluwe Jakob, toch verkoos God Jakob en verwierp Ezau. Ezau ging in het zuiden wonen in de bergen en zo ontstond het Edomitisch koninkrijk (Idumea), maar ze bleven vijanden. Dit boekje Obadja gaat over deze twee broers, Ezau en Jakob – Edom en Israël.

______________________________________________________________________________________________________________________________