Bijbel – Oude Testament – Toekomstig herstel van Israël – Deel 3 – Reiniging van het land

18 juni, 2024

Bijbelboeken: Ezechiël

Bijbel – Oude Testament

Toekomstig herstel van Israël

Deel 3 – Reiniging van het land

Herziene uitgave – juni 2024

 

Voorwoord

Om de hoofdstukken 38 en 39, die als onderwerp de inval van Gog in het land Israël hebben, goed te kunnen begrijpen, moeten we eerst weten wat eraan vooraf is gegaan. Wanneer we bijvoorbeeld lezen dat de Here het volk Israël zal weghalen uit de volken en bijeen vergaderen uit alle landen en hen zal brengen in hun eigen land (Ez.36:24), dan moeten we toch weten hoe ze in ‘alle landen’ zijn terecht gekomen en waarom ze hun land ooit moesten verlaten. Daarop geeft Ezechiël 36 ons het antwoord. In Gods handelen met het volk Israël zit een duidelijke lijn in, zoals uit het hierna te volgen overzicht blijkt.

Overzicht

Ezechiël 36 – In dit hoofdstuk vinden we de beschrijving van het geestelijk herstel van Israël.

Ezechiël 37 – Na het geestelijk herstel van Israël is het de beurt aan het nationaal herstel.

Ezechiël 38-39 – In deze hoofdstukken lezen we over de inval van Gog, en veel andere volken in het land Israël vóór de aanvang het 1000-jarig Vrederijk. We vinden hier de laatste vijand van Israël, die vernietigd wordt vóórdat de uiteindelijke zegen komt. Het is een grote noordoostelijke confederatie van volken, die het laatste instrument in de hand van Satan zijn, door wie hij de vernietiging zoekt van het uitverkoren volk Israël, als het in het land hersteld is, onder de bescherming van de Messias.

Ezechiël 40-48 – Tenslotte en afsluitend, in dit hoofdstuk de bouw van de tempel en de regering van Christus.

Verklaring

(1) Hoofdstuk 35 – Het oordeel over Edom

In dit hoofdstuk vinden we nog maar eens een aankondiging van een oordeel wat in verbinding staat met het naderend herstel van Israël. Wanneer de Here weer in genade met zijn volk gaat handelen en hen gaat zegenen, zal Hij ook de volken voor hun handelen ter verantwoording roepen. Edom was de bitterste vijand van Israël, hun bloedverwant. Het dreigement dat we in dit hoofdstuk vinden betrof Edom, maar zal in principe gelden voor alle vijanden van Gods volk. Dat oordeel zal worden uitgeoefend wanneer de tijden van de heidenen vervuld zullen zijn (Luk.21:24) en God tussenbeide zal komen om aan het lijden van zijn volk een einde te maken. In de verzen 14-15 horen we spreken van een tijd van gejuich en horen we van het oordeel over de volken (Deut.32:43).

(2) Hoofdstuk 36

Met dit hoofdstuk beginnen de grote profetieën, betreffende het toekomstig herstel van Israël. Vanaf hier tot aan het einde van het boek Ezechiël, is veel nog onvervuld en zal niet eerder vervuld kunnen worden tot op het moment dat de Messias teruggekeerd en als Koning geïnstalleerd is. Maar het eerste begin mogen we toch al zien in het ontstaan van het land Israël in 1948. De vijgenboom en alle bomen zijn al aan het uitlopen, het Midden-Oosten is in de twintigste eeuw dramatisch verandert. Maar de terugkeer van miljoenen Joden na de Tweede Wereldoorlog is nog in ongeloof, er is nog geen geest in de dorre doodsbeenderen (37:7).

Het land gereinigd – Ez.36:1-15

De eerste verzen spreken nogmaals van het toekomstig oordeel van Israëls vijanden, geheel Edom en het overblijfsel van de volken (36:5). Deze volken hebben Gods oogappel geraakt (Zach.2:8) en zullen daarvoor het oordeel ontvangen.

Het volk gereinigd – Ez.36:16-33

In de volgende verzen (8-15) wordt de aanstaande terugkeer van het volk naar het land Israël beschreven. De bergen van Israël, heel lang woest gelaten, zullen opnieuw bewoond worden, de woestijn zal weer bloeien als een roos (Jes.35:1). De oorzaak van Israëls verbanning en wegvoering onder de volken wordt vermeld in vers 17 en 19 – ‘Mensenkind, toen het huis Israëls nog in zijn land woonde, heeft het dat verontreinigd door zijn handel en wandel. Als de maandelijkse onreinheid, zo was hun wandel in mijn ogen. Daarom stortte Ik mijn grimmigheid over hen uit vanwege het bloed dat zij in het land vergoten hadden, en omdat zij het verontreinigd hadden door hun afgoden. Ik verstrooide hen onder de volken, zodat zij over de landen verspreid raakten; naar hun handel en wandel richtte Ik hen’. De eerste ballingschap voer het volk Israël naar één koninkrijk, Babel. De ballingschap na de verwoesting van de tempel in het jaar 70 was onder alle volken (Luk.21:24). Dat onderscheid is belangrijk! Alleen een oppervlakkige uitlegger kan spreken van een vervulling van deze profetie toen ze terugkeerden uit Babylon. Israëls zonden begaan in het verleden worden aangehaald in de verzen 16-20, waarna de geweldige boodschap van Israëls herstel volgt en de zegeningen die ze door genade zullen ontvangen in de dag dat hun eens verworpen Koning is teruggekeerd voor wie ze zullen buigen.

De karakteristieke opmerking in de verzen 23-28 zijn de woorden ‘Ik zal het doen’. Het zijn woorden die spreken van soevereine genade. Achttien keer zegt de Here wat Hij zal gaan doen. God zal, ‘Ik zal’ handelen met het oog op Israëls herstel en aanstaande heerlijkheid. Hij zal hen bijeenbrengen vanuit alle volkeren en landen en terugbrengen naar hun eigen land. De reiniging van het volk is het volgende dat wordt aangekondigd: ‘Ik zal rein water op u sprengen en jullie zullen rein zijn’. Dat doet ons herinneren aan de as van de rode vaars, dat samen met hysop gesprenkeld werd op de onreinen, uitbeeldend het bloed van Christus in zijn reinigende kracht (Heb.9:13-14, 10:22). Dus wanneer het volk Israël in Hem gaat geloven Die ze doorstoken hebben (Zach.12:10) zullen ze gereinigd worden. ‘Te dien dage zal er een bron ontsloten zijn voor het huis van David en voor de inwoners van Jeruzalem ter ontzondiging en reiniging’ (Zach.13:1). Hierna volgt de belofte van de wedergeboorte van Israël – ‘Een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven’ (Ez.36:26). Het hart van steen zal worden weggenomen en een hart van vlees zal ervoor in de plaats komen. De Heer zal hieraan gedacht hebben toen Hij in gesprek was met Nicodemus over de wedergeboorte. Nicodemus, de leraar van Israël, was ermee onbekend dat het krijgen van een nieuw hart noodzakelijk was voor het volk Israël opdat ze het koninkrijk zouden kunnen binnengaan en de zegeningen zouden ervaren. Daarop zei de Heer tegen hem: ‘Als Ik u de aardse dingen heb gezegd en u niet gelooft, hoe zult u geloven als Ik u de hemelse zeg’ (Joh.3:12). Deze hemelse zegeningen zouden volgen na Jezus’ offer en dood.

Het land hersteld – 36:33-38

In zijn boek Altneuland (= Het Oude Nieuwe Land), daterend uit 1902, schildert Theodor Herzl hoe, volgens hem, het zionisme ‘het oude land van de joden’ aantrof: leeg, woest en verwaarloosd. Hij laat twee christelijke hoofdpersonen het land in 1902 bezoeken. Van Jaffa schrijft hij: ‘…alles allemaal verwaarloosd. …De steegjes zijn overal gevuld met de ergste geuren, onreine, verwaarloosde, kleurrijke oosterse ellende. Als zij na meer dan twintig jaar (in 1923) terugkomen, kunnen zij hun ogen niet geloven wat de joodse immigranten in die tijd hebben gerealiseerd. De joodse kolonies liggen ‘als oasen in het dorre land’. De schitterende Hula Vallei, die ook wel de Huleh Vallei wordt genoemd, ligt in het noorden van Israël. In de vallei is een overvloed aan water te vinden, wat voor een weelderige begroeiing en prachtige natuurgebieden zorgt. De omstandigheden zijn uitermate geschikt voor plantengroei, daardoor is de Hula Vallei een van de grootste landbouwgebieden in Israël. Nu al is Israël een parel te midden van hun buurlanden, maar de beschrijving gaat veel verder en zegt: – ‘Dit land dat verwoest was, is geworden als de hof van Eden’ (36:35). Maar daarvoor moet er eerst een geestelijk ontwaken in Israël plaatsvinden en daarover gaat hoofdstuk 37.

_______________________________________________________________________________