Wij leven in een periode van de wereldgeschiedenis waarin eeuwenoude profetieën vervuld worden of op het punt staan vervuld te worden. Dat geldt in het bijzonder voor die profetieën die betrekking hebben op het volk Israël. Hoeveel gelovigen hebben de oprichting van de staat Israël in 1948 niet gezien als een handelen van God met zijn volk en het trouw blijven aan zijn vroegere gedane beloften? We weten dat het grootste deel van het volk nog in ongeloof leeft en niets van een Messias moet weten maar de ‘beenderen’ zijn begonnen te bewegen, terwijl velen dachten dat een herleving van die dode beenderen niet mogelijk was. Denken we maar aan de holocaust! Omdat het toch gebeurde mogen we de gebeurtenissen van 1948 zien als een ingrijpen van God. In de rede over de laatste dingen had de Heer Jezus gezegd dat het volk: ‘Zou vallen door het scherp van het zwaard en als gevangenen worden weggevoerd onder alle volken; en Jeruzalem zal door de volken worden vertrapt, totdat de tijden van de volken zijn vervuld.’ (Luk.21:24; Mat.23:39; Rom.11:25) Er is een goddelijk ‘totdat’, waarvan sommige uitleggers geloven dat het al vervuld is toen ook Oost-Jeruzalem onder het gezag van de Israëlisch overheid is gekomen in 1967. Anderen zijn wat voorzichtiger en geloven dat het begin ervan zal zijn wanneer de Heer Jezus zal komen en zijn voeten zullen staan op de Olijfberg (Zach.14:3). In de jaren ná de tweede wereldoorlog zijn duizenden, ja, miljoenen Joden teruggekeerd naar Israël en hebben met veel inspanning en enthousiasme het land weer op de kaart gezet, zodat het nu tot het rijkste land in het Midden-Oosten gerekend mag worden.
Een hersteld volk
Van de scheuring van het rijk in 10 en 2 stammen, dat plaats vond na de dood van koning Salomo (1Kon.12), is het volk nooit herstelt en zulk een herstel moet dus nog plaatsvinden. In Ezechiël 36 vinden we oorzaak vermeld waarom Israël onder de volken is verstrooid geworden (vs.16, 21). In datzelfde hoofdstuk wordt tevens Israëls herstel aangekondigd (vs.24-38) dat verder wordt uitgewerkt in het daaropvolgende hoofdstuk 37. De twaalf stammen zullen ooit terugkeren naar het land Israël (Ez.11:17). ‘Naar uw land en naar hun land’ zo zegt Ezechiël (Ez.11:17; 36:24; 37:21). Het begin van de vervulling van die profetieën was volgens velen toen in 1948 de staat Israël werd opgericht. De herrijzenis van Israël wordt door Ezechiël getoond in het gezicht dat hij kreeg van het dorre doodsbeenderen dal. Vers 11 leert ons de betekenis van deze dorre beenderen: ‘Mensenkind, deze beenderen zijn het gehele huis Israël’. Daarna volgt een beschrijving van een geleidelijk herstel want de beenderen voegden zich aaneen, er kwamen spieren op en vlees en er trok een huid overheen (vs.7-8). Dat is wat we gezien hebben de laatste jaren, een geleidelijk groei van de staat Israël en het in cultuur brengen van het land. Moerassen zijn drooggelegd, steden en dorpen gesticht, het land tot ontwikkeling gebracht en vanaf 1882 zijn er meer dan drie miljoen Joden uit alle vijf continenten teruggekeerd naar hun vaderland zodat er nu meer dan zes miljoen Joden in het land wonen. Wie had dat kunnen denken toen tijdens de tweede wereldoorlog miljoenen Joden werden uitgeroeid in de Duitse concentratiekampen? Zoals zij zeggen… ‘Onze beenderen zijn verdord en onze hoop is vervlogen!’ (Vs.11). Maar dan hebben ze buiten de Here God gerekend want Hij heeft gedachten van vrede over hen en niet van onheil, om het volk Israël een hoopvolle toekomst te geven (Jer.29:11). Maar één ding ontbrak nog… geest was er nog niet in hen! Het meest fundamentele ontbreekt nog, hun terugkeer tot God! Iedereen die wel eens een bezoek aan het land Israël heeft gebracht, weet dat er niet veel gelovige Joden zijn. Statistisch hangt 82% het joodse geloof aan maar dat is meer cultuur dan echt geloof, zoals dat ook in België of andere landen in Europa het geval is. Dus een terugkeer naar het land is niet voldoende, er moet ook een terugkeer naar de God van het land zijn!
De hereniging
Het laatste gedeelte van hoofdstuk 37, vanaf vers 15, beschrijft de hereniging van de tien stammen van Israël en de twee stammen Juda en Benjamin. Er zal een wonder gebeuren, de twee en tien stammen zullen weer tot één volk worden, zoals de twee stukken hout tot één worden. Spreekt het eerste gedeelte van dit hoofdstuk over het recente verleden en de herrijzenis van het volk Israël, het tweede gedeelte spreekt over de hereniging van het volk in de nabije toekomst. Eén volk en één koning, want ‘mijn knecht David zal hun voor eeuwig tot vorst zijn!’ (37:24, 25) Wie anders dan de Heer Jezus zal die Koning zijn! Er zal een verbond gesloten worden: ’Zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik met het huis van Israël en het huis van Juda een nieuw verbond sluiten zal.’ (Jer.31:31) ‘Mijn heiligdom, mijn woning zal voor eeuwig te midden van hen staan.’ (vs.26-28) De beschrijving daarvan vinden we terug in de hoofdstukken 40-46. Zoals bekend verondersteld weten we dat er een groep religieuze Joden al jarenlang bezig is met de voorbereiding van de herbouw van de tempel. Maar zover is het nog niet want er staat nog heel wat te gebeuren en ook daarvan zien we de schaduwen duidelijker worden, ik bedoel de situatie in het Midden-Oosten. Want niet alleen Israël is weer in het land, de vijgenboom, maar ook alle andere ‘bomen’ (landen) zijn uitgelopen (Luk.21:29-30). We denken maar aan Iran, Irak, Syrië, Libanon en Jordanië, stuk voor stuk staten die er honderd jaar geleden mandaatgebieden waren. Alle genoemde landen staan zeer vijandig tegenover Israël, het bewijs van hun vijandigheid vinden we in de diverse oorlogen die Israël in haar korte bestaan heeft moeten voeren om niet onder de voet gelopen te worden. En die vijandigheid neemt met de jaren die verstrijken toe en zal tot het hoogtepunt komen in de slag van Armageddon, waarvan we een beschrijving vinden in de volgende twee hoofdstukken!
7 oktober 2023
Er ging een schok door de wereld toen bekend werd wat de terroristische organisatie Hamas had aangericht in de kibboetsiem in de Negev woestijn. Israël vocht terug omdat het ‘in zijn existentie bedreigd werd’, aldus premier Netanyahu. Het medelijden van de wereld duurde echter niet lang! In de maanden die volgden werd duidelijk wat Israël te wachten stond, meer en meer kwamen ze alleen te staan. Diverse veroordelingen van de VN volgden. Profetieën werden vervuld: ‘Te dien dage zal Ik Jeruzalem maken tot een steen, die alle natien moeten heffen; allen die hem heffen, zullen zich deerlijk verwonden. En alle volkeren der aarde zullen zich daarheen verzamelen.’ (Zach.12:3) Duizenden doden aan Palestijnse en Hamas zijde vielen door de bombardementen en het Israëlische leger. Maar ook veel doden aan Israëlische kant! De diverse proxy’s van Iran vielen Israël aan. Vanuit Libanon de Hezbollah, van Jemen de Hutu’s, de Hamas in Gaza en in de zgn. West Bank de Fata aanhangers. De strijd in Gaza is nog bezig en een nieuw front in helaas al in zicht; de Hezbollah valt het noorden van Israël al regelmatig aan.
Hoe gaat het verder? Wanneer we Gods woord raadplegen dan weten we dat de huidige en eventuele toekomstige vijandigheden zullen uitmonden in de benauwdheid van Jakob; de Grote Verdrukking! We mogen uitzien naar (1) de Opname van de Gemeente, en (2) daaropvolgende de zichtbare komst van de messias voor Israël. Het overblijfsel van Israël gaat nog een glorieuze toekomst tegemoet, maar zal nog veel moeten lijden.