Inleiding Bijbelboeken – Oude Testament – Wijsheidsboeken – Inleiding op de Psalmen

21 augustus, 2023

Bijbelboeken: Psalmen

Bijbel – Oude Testament

Wijsheidsboeken

Inleiding op de Psalmen

De naam

Het woord ‘psalm’ komt uit het Grieks en betekent ‘een lied gezongen met muzikale begeleiding’. De Hebreeuwse naam is ‘tehillim, dat lofzang betekent. Niet alle Psalmen zijn echte lofliederen, maar veel wel. De Psalmen zijn het liederenboek van het Joodse volk, en sommigen liederen hebben hun weg in het christendom gevonden. Psalm 46 is de basis voor ‘het Lutherlied‘: ‘Een vaste burcht is onze God’. Zo zijn er veel meer Psalmen te noemen die als basis hebben gediend voor liederen die ook in onze liedbundels te vinden zijn. Psalm 23 bijvoorbeeld: ‘De Heer is mijn herder’ is in talloze variaties te vinden. (Zie: Ef.5:19)

Het doel

Het boek van de Psalmen is een verzameling van persoonlijke liederen en gedichten. In de loop van de tijd is de inhoud toegepast door de Joden voor hun samenkomsten en persoonlijke behoeften. Je vindt er lijdensgezangen, lofliederen, belijdenisgezangen, geloofsbelijdenissen, liederen over de schepping, liederen die de Joodse geschiedenis bezingen, maar in alle liederen staat het geloof in God centraal. Of de schrijver nu achteromkijkt in het verleden, of naar boven kijkt, of rondom zich kijkt en de problemen ziet die hem omringen, hij ziet altijd eerst in geloof op God. De Psalmen laten ons zien dat we een persoonlijke relatie met God dienen te hebben willen we onze noden en verdriet bij Hem kwijt kunnen, maar ook wanneer we zijn grootheid en heerlijkheid willen prijzen.

Hebreeuwse poëzie

Westerse poëzie is vaak gebaseerd op de rijm, maar de Oosterse poëzie niet. Het is hoofdzakelijk gebaseerd op ‘parallelisme’; dat is, de relatie die regels tot elkaar hebben. In het ‘synonieme parallelisme’ herhaalt de tweede regel de eerste, zoals bijvoorbeeld in Psalm 15 ‘Here, wie mag verkeren in uw tent? Wie mag wonen op uw heilige berg? Tegengesteld parallelisme verschilt van ‘synoniem parallelisme’, de regels zijn met elkaar in contrast. Bijvoorbeeld in Psalm 37:9 ‘Want boosdoeners worden uitgeroeid, maar wie de Here verwachten, zij zullen het land beërven. Psalm 19:8-9 is een voorbeeld van synthetisch parallelisme: elke volgende regel breidt de betekenis uit. (vs.8) ‘De wet des Heren is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des Heren is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige. (vs.9) De bevelen des Heren zijn waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod des Heren is louter, het verlicht de ogen’.

Christus in de Psalmen

De Heer Jezus zei tegen de Emmaüsgangers dat de Psalmen van Hem spraken (Luk.24:44), en we kunnen zelf wel ontdekken dat het zo is. Hij is de gekruisigde Heiland in Psalm 22; De goede Herder in Psalm 23 (Zie Joh.10); Het offer in Psalm 40:6-8 (Zie Heb.10:1-10); de Hogepriester in Psalm 110 (Zie Heb.7:17-21); de Rots in Psalm 118:22-23 (Zie Mat.21:42); en de komende Koning in Psalm 2 (Zie Hand.4:25-26 en 13:33).

Speciale Psalmen

Zeven Psalmen zijn zogenaamde ‘boete psalmen’ omdat het over het belijden van zonden gaat. (Ps.6, 32, 38, 51, 102, 130 en 143). De Psalmen 120-134 worden ook wel ‘Opgangsliederen’ genoemd en men denkt dat ze gezongen werden wanneer de Israëlieten opgingen naar Jeruzalem voor de jaarlijkse feesten (Deut.16:1-17). Er zijn verschillende ‘wraak psalmen’ waarin de schrijvers Gods wraak voor hun vijanden bezingen (Psalm 35, 37, 69, 79, 109, 139, 143). Het zijn niet zozeer liederen die een persoonlijke wraak weergeven, maar nationale vragen om gerechtigheid van God voor hun vijanden. Psalm 119 prijst de deugden van Gods Woord (Zie ook Ps.19), de Psalmen 113-118 worden door de Joden gebruikt tijdens het Paasfeest.

De auteurs

Hoewel we de Psalmen vaak verbinden met David (hij heeft er drieënzeventig geschreven), zijn sommige Psalmen anoniem en sommige hebben andere auteurs, zoals: Asaf (50, 73-83), Salomo (72, 127), de zonen van Korach (42-49, 84-85; 87-88), Ethan (89), en Mozes (90). Sommige Psalmen van David geven zijn persoonlijke ervaringen weer die hij heeft meegemaakt, zoals bijvoorbeeld de opstand van zijn zoon Absalom (3), zijn overwinning over Saul (18), zijn overspel met Batseba (32, 51), zijn vreemd gedrag in Gath (34, 56), en zijn jaren als banneling in de wildernis (57, 63, 142).

Indeling

Omdat elke Psalm op zichzelf staat, is er geen behoefte aan een verdere indeling van het boek van de Psalmen, alleen is het goed om te weten dat er vijf delen zijn, die elk eindigen met een zegening: 1-41, 42—72, 73-89, 90-106, 107-150.

__________________________________________________________________________________________________