Inleiding Bijbelboeken – Oude Testament – Wijsheidsboeken – Inleiding op Spreuken

21 augustus, 2023

Bijbel – Oude Testament

Wijsheidsboeken

Inleiding op Spreuken

Titel

Een spreuk is kernachtige korte tekst met een algemene wijsheid of vermaning. Het Hebreeuwse woord voor ‘spreuken’ heeft de betekenis van een ‘vergelijking’. Als u het boek Spreuken leest zult u veel vergelijkingen of tegenstellingen tegenkomen. Zoals vaker in het Midden-Oosten gebruiken de mensen veel spreuken. Deze korte uitdrukkingen zijn gemakkelijk te onthouden, en ze bevatten veel wijsheid en weinig woorden.

Auteur

In Spreuken 1:1, 10:1 en 25:1 wordt Salomo gezien als de auteur van de meeste spreuken. 1Koningen 4:32 zegt dat Salomo meer dan 3000 spreuken heeft geschreven, en deze waren vermoedelijk in officiële documenten opgenomen. De mannen van Hizkia (een groep schrijvers in het gevolg van de koning die assisteerden in het overschrijven van de teksten) kopieerden uit het materiaal van Spreuken 25-29 (zie 25:1), terwijl koning Salomo zelf schreef of dicteerde de spreuken 1-24. In Spreuken 30-31 hebben we materiaal van andere schrijvers, hoewel veel uitleggers geloven dat ‘koning Lemuel’ in 31:1 Salomo is. Salomo was gekend voor zijn wijsheid, zelfs in zijn latere jaren toen hij van de Here afweek.

Onderwerp

Het sleutelwoord van het boek is ‘wijsheid’. Wij denken bij wijsheid vaak aan het intellectuele vermogen van de mens om praktische problemen op te lossen, maar in de Bijbel betekent wijsheid veel meer dan dat. Wijsheid heeft te maken met het hart en kennis met het verstand. Het is wijsheid om kennis in de praktijk om te zetten. Zo is er een woord van kennis, en een woord van wijsheid (1Kor.12:8). Er is een wijsheid van de wereld (1Kor.2:1-8) en wijsheid van Boven (Jak.3:13-18). In het boek Spreuken wordt de wijsheid uitgebeeld door een lieftallige vrouw die mensen oproept haar te volgen in een leven van voorspoed en succes. Dwaasheid wordt uitgebeeld door slechte vrouw die de dwazen verzoekt en oproept haar te volgen in het slechte. Uiteraard, is voor de gelovigen Jezus Christus de Wijsheid Gods (1Kor.1:24, 30; Kol.2:3). Wanneer je Salomo volgt in zijn beschrijving van de wijsheid in Spreuken 8:22-31, dan gaan je gedachten natuurlijk uit naar Jezus Christus. De wijsheid wordt beschreven in Spreuken 8 als iets goddelijks (vss.22-26), de schepper van alle dingen (vvs.27-29), en de geliefde van God (vss.30-31). Daarbij denk je aan 1 Joh.1:2 en Kol.1:15-19. Je leven toewijden aan God en Hem gehoorzamen is de ware wijsheid.

De dwaas

Spreuken richt zich tot drie soorten mensen die dringend wijsheid nodig hebben: de dwaas, de eenvoudige en de spotter (zie 1:22). De dwaas is de persoon die gesloten, traag, onzorgvuldig en zelfvoldaan is. Nabal in 1 Samuël 25 is daarvan een goed voorbeeld; de naam Nabal betekent immers ‘dwaas’. De dwaas heeft een hekel aan regels (1:7, 22), vertrouwt op zichzelf (12:15). Hij praat zonder na te denken (29:11) en spot met de zonde (14:9). De eenvoudigen zijn hen die alles en iedereen geloven (14:15) en hebben gebrek aan onderscheidingsvermogen. Ze worden gauw door anderen verleid en in de war gebracht, omdat ze geen inzicht hebben (7:7). Ze overzien de consequenties van hun beslissingen niet (22:3) en, als gevolg daarvan, komen ze in moeilijkheden. Zondaren spotten met Gods wijsheid omdat ze zover niet willen denken (14:6), maar ze zullen dat niet toegeven omdat ze alles beter weten (21:24). Het Hebreeuwse woord voor ‘spotters’ betekent letterlijk ‘een grote mond hebben’ en we kunnen daar gemakkelijk een beeld bij verzinnen als hen die spottend hun lippen optrekken. Ze trekken zich niets aan van bestraffing (9:7-8; 13:1) en het resultaat is dan uiteindelijk hun oordeel (19:29).

De wijze

Spreuken schetst ons het karakter van de wijze: zij luisteren naar de onderwijzing (1:5); gehoorzamen aan wat ze horen (1:8); nemen op wat ze leren (10:14); winnen anderen voor de Heer (11:30); vluchten voor de zonde (14:16); houden hun tong in bedwang (16:23); zijn ijverig in hun dagelijkse arbeid (10:5).

Waarde

De waarde van Spreuken voor ons is, dat het kan dienen als een reisgids voor benodigde praktische wijsheid in het dagelijks leven. Het leert ons allerlei dingen zoals het gebruik van de tong, geldzaken, vriendschappen, het huisgezin. Het zou goed voor de gelovigen zijn (en zeker voor de jongeren) om elke dag een hoofdstuk van Spreuken te lezen, dan lees je het boek in een maand uit. Vermeldingen van Spreuken in het Nieuwe Testament zijn: Rom.3:15 vs. Spr.1:16; Heb.12:5-6 en Op.3:19 vs. Spr.3:11-12; Jak.4:6 en 1Petr.5:5 vs.Spr.3:34; Rom.12:20 vs. Spr.25:21-22; en 2Petr.2:22 vs.Spr.26:11)

Interpretatie

Spreuken zijn algemene opmerkingen betreffende het leven en geen beloften die wij mogen claimen. Hoewel er soms grote beloften vermeld worden in het boek Spreuken. De basisvereisten om de spreuken toe te passen is de vreze des Heren (1:7), en gehoorzaamheid (3:5-6; zie Joh.7:17). Het doel van het boek is om de gelovige persoonlijke bekwaamheid te geven in relaties en ondernemingen. Het begin is daarom onderwerping aan God. Het is niet goed om een of twee spreuken los van de gehele inhoud van het boek toe te passen. Maar, er zijn voorbeelden waarbij dat wel kan, maar doet niets af aan de boodschap ervan. Niet alle gelovigen leven lang (3:1-2) of worden rijk (3:10). In sommige delen van de wereld, sterven gelovigen van de honger en armoede. Maar in het algemeen gesproken, hebben zij die God gehoorzamen aandacht voor hun lichaam en verzorgen het. Het boek Spreuken roept ons ertoe op om Gods wijsheid toe te passen in ons leven.

_______________________________________________________________________________