Inleiding Bijbelboeken – Oude Testament – Wijsheidsboeken – Inleiding op Hooglied

21 augustus, 2023

Bijbelboeken: Hooglied

Bijbel – Oude Testament

Wijsheidsboeken

Inleiding op het boek Hooglied

Inleiding

De titel ‘Hooglied – in het Engels: Song of Songs – betekent het mooiste lied van allemaal. Omdat Salomo meer dan 1000 liederen schreef (1Kon.4:32), moet Hooglied de beste zijn. Het is een boek vol beeldtaal en symbolen, een boek dat geestelijke rijpheid vereist en geestelijk onderscheidingsvermogen om het boek te waarderen en ervan te genieten. Iedereen die de taal van dit boek misbruikt toont daarmee alleen maar zijn eigen vleselijk gedrag. We kunnen het boek niet vers-voor-vers behandelen maar we proberen wat duidelijkheid te brengen door een viervoudige benadering.

De letterlijke betekenis

Het gaat hier over een heerlijke liefdesgeschiedenis. Er zijn drie personen: een lief meisje, gedwongen om bij haar familie te werken (1:5-6; 2:15); haar geliefde, ongetwijfeld een buurjongen die haar hart gewonnen heeft, en een herder is (1:7); en koning Salomo, die gekend is voor de aantrekkingskracht die vrouwen op hem hadden (1Kon.11:3). Op een van zijn inspectiereizen trof hij dit lieflijke meisje en bracht haar in zijn paleis. Daar aangekomen kon ze alleen maar denken aan haar geliefde die thuis was achtergebleven (1:1-2:7). Ze vertelde de vrouwen van het harem (‘de dochters van Jeruzalem’ in 2:7, 3:5, 8:4) haar niet te dwingen haar geliefde in de steek te laten. In 2:8-3-5 herinnert ze zich haar geliefde en droomt zelfs van hem. Salomo bezoekt haar (3:6-4:16) om haar liefde te winnen, maar ze kan haar geliefde die thuis was achtergebleven niet vergeten. Haar geliefde ziet haar in een droom (5:1-6:3). Opnieuw probeert de koning haar voor zich te winnen (6:4-7:9), maar het meisje weigert (7:10-8:3). Ze is niet onder de indruk van de rijkdom van de koning, specerijen, land of zijn gevlei. Uiteindelijk overwint de ware liefde en het meisje wordt vrijgelaten. Ze gaat naar haar geliefde (8:4-14) en wordt weer met haar familie verenigd.

Natuurlijk stelt deze geschiedenis Salomo in een minder gunstig daglicht. Maar hij was ook niet trouw als het op familierelaties aankwam. Het is dan ook niet helemaal verkeerd Salomo als een type van een werelds iemand te zien, die probeert de geliefde van zijn of haar ware liefde af te houden. Dit zal duidelijker worden wanneer we verschillende interpretaties en toepassingen van deze geschiedenis behandelen.

Het Hooglied van Salomo verhoogt en wettigt het huwelijk. God heeft man en vrouw geschapen en het was Hij die ‘seks’ uitvond. De liefde tussen man en vrouw behoort een mooie ervaring te zijn, zoals in dit boek beschreven, maar de zonde kan ook dit bederven. In het boek Spreuken, waarschuwt Salomo tegen seksuele zonden, in het Hooglied prijst hij de schoonheid van het huwelijk.

De historische betekenis

Al in de vroegste tijden zagen de Joden in deze geschiedenis een beeld van de relatie tussen Jehova God en Israël. Israël was ‘gehuwd’ met de Heer op de berg Sinaï, toen het volk de Wet accepteerde. Jesaja 54 beschrijft deze huwelijksrelatie; zie ook Jeremia 3 en het boek Hosea. Helaas was Israël niet trouw ten opzichte van haar ‘Goddelijke Echtgenoot’ en speelde voor een overspelige vrouw, met de afgodische volken van de wereld. Ze onttrok zich aan haar Geliefde. Hoe dan ook, er zal een dag komen dat, zoals het meisje in het Hooglied, Israël naar haar geliefde zal terugkeren en de relatie hersteld zal worden.

De geestelijke betekenis

De huwelijksrelatie wordt ook beschreven tussen Christus en de Gemeente (Ef.5:23-33). Dit wordt niet alleen maar toegepast op de wereldwijde gemeente van Christus van alle tijden, maar ook op de plaatselijke uitdrukking daarvan (2Kor.11:2). Paulus zag elke gemeente als ‘gehuwd met Christus’ en in gevaar om verleid te worden in overspel met de satan en de wereld. Net zoals een man en vrouw één zijn en bij elkaar behoren, zo zijn ook Christus en de Gemeente een eenheid. Wij zijn ‘zijn gebeente, en zijn vlees’. Hij is in ons, wij in Hem. Hij heeft ons liefgehad en heeft zijn liefde getoond door voor ons te sterven op het kruis. Hij houdt nog van ons en toont zijn liefde door voor ons te zorgen, en ons te voeden door het Woord, en probeert van ons een geestelijke man of vrouw te maken. In de toekomst gaat Hij door met zijn zorg voor ons en zal zijn heerlijkheid met ons delen. De ‘bruiloft van het Lam’ is aanstaande (Op.19:7-9). Christus zal in heerlijkheid terugkeren en zijn bruid tot zich nemen.

De praktische betekenis

Dit boek presenteert het beeld van een trouwe liefde en diepe gemeenschap. De intieme termen illustreren de wonderlijke liefde tussen Christus en de gelovige. Laat ons eens zien hoe liefde en huwelijk het christelijke leven illustreren:

  1. Verlossing

We zijn ‘gehuwd met Christus’ (Rom.7:4). Huwelijk houdt de hele persoon in – geest, hart, wil en het lichaam. Een jongen ontmoet een meisje en leert haar kennen met zijn verstand. Misschien verdiept deze vriendschap zich en het hart reageert. Maar hij is nog niet met haar getrouwd. Het is pas wanneer zij zegt ‘Ik wil’ wanneer hij getrouwd is. Veel mensen weten wel van Christus, en hebben soms emotionele gevoelens daarbij dat hen een gevoel van opwinding heeft bezorgd, maar ze hebben nog nooit ‘ja, ik wil’ gezegd en hun vertrouwen tot de Heer uitgesproken.

  1. Toewijding

Als een man en een vrouw trouwen, is alles wat ze zijn en wat ze bezitten van hen samen. Hun lichamen zijn niet van zichzelf (1Kor.7:1-5); ze leven om elkaar te behagen. Datzelfde gaat op voor het christelijke leven (zie Rom.12:1-2), we leven om Hem te behagen en niet de wereld. Satan en de wereld (gelijk Salomo in dit verhaal) mag proberen ons te verleiden om de trouw aan de Heer op te geven (Jak.4:4), maar dat moeten we niet willen. Wanneer een man en een vrouw elkaar liefhebben, dan is geen offer te groot, geen last te zwaar (2Kor.11:2).

  1. Gemeenschap

Dit is waarschijnlijk de grootste les van Hooglied – de diepe gemeenschap dat er behoort te zijn tussen twee personen die elkaar liefhebben. Waar Salomo ook ging met het meisje, haar hart was altijd bij haar geliefde. Ze sprak van hem, droomde van hem, en toen ze vrijkwam, snelde ze naar hem toe. Hebben wij deze soort liefde voor Christus? (Ps.45). Realiseren wij ons hoeveel Hij van ons houdt en naar gemeenschap verlangt met ons? In Hooglied 5 hebben we een interessant beeld van een gelovige en gemeenschap met Christus. Het meisje slaapt, maar de stem van haar geliefde is van buiten te horen. Hij wil zijn liefde met haar delen, maar ze is te lui om op te staan. ‘Ik heb mijn kleed reeds afgelegd, ik heb mijn voeten gewassen’ (5:3). Het is alsof zij wil zeggen: ‘Laat me nu met rust, ik lig net lekker’. Dan ziet ze zijn hand, zijn handen zijn doorboord. Dan staat ze op, maar helaas, haar geliefde is verdwenen. Hij heeft wat mirre aan de deur achtergelaten, maar wat is de zegen zonder hem die zegen schenkt? Om toch haar geliefde nog te vinden, rent het meisje in moeilijkheden en tucht.

Hoe vaak wil de Heer niet gemeenschap met ons gedurende de dag, maar zijn we teveel bezig met andere dingen. Zoals Martha (Luk.10:38-42), zijn we bezorgd over veel dingen. Hoeveel gelukkiger zou ons leven zijn als we ons hart zouden openen voor de roepstem van de Heer. Zoals man en vrouw aan elkaar denken wanneer ze gescheiden zijn gedurende de dag, zo hoort ook een gelovige te zijn en denken aan de gemeenschap met man of vrouw. In 1:1-7 ziet het meisje geen schoonheid bij haar zelf, maar in 1:14-17, beschrijft haar geliefde haar schoonheid met mooie woorden. Ze ziet haar zelf in 2:1 als een gewone roos, een gewone lelie, maar haar geliefde ziet haar als een mooie appelboom, als een lelie te midden van dorens (2:2-3)

  1. Heerlijkheid

Het huwelijk heeft nog niet plaatsgevonden. We zijn ondertrouwd met de Heer, en de Heilige Geest is de ‘goddelijke verlovingsring’ (Ef.1:13-14). We hebben Hem nog niet gezien, maar toch hebben we Hem lief (1Petr.1:8). Maar op een dag zal de stem van de Bruidegom gehoord worden, en de Heer Jezus zal komen om zijn Gemeente tot zich te nemen. Dan zal de heerlijke bruiloft plaatsvinden (Op.19:1-9) en zullen we voor altijd bij de Heer zijn. Geen wonder dat het meisje in het Hooglied besluit met de woorden ‘Haast u mijn geliefde’ (8:14). Wij kunnen er alleen aan toevoegen: ‘Ja, kom spoedig. Ja, kom Heer Jezus’ (Op.22:20).

__________________________________________________________________________________________________