Biografie Abraham – Genesis 18 – Deel 5 – Aartsvaders

10 augustus, 2023

Bijbelboeken: Genesis

Serie biografieën van de Aartsvaders

Abraham – Deel 5

‘Abraham, de vriend van God’

Genesis 18:1-33

Inleiding

‘De Rechter staat voor de deur!’  (Jacobus 5:9)

Abraham kreeg onverwacht bezoek, en zoals je dat soms hoort doen de mensen alsof ze niet thuis zijn, want onverwacht bezoek komt meestal ongelegen! Kent u dat? Maar gelegen of ongelegen Abraham ontving ze met alle gastvrijheid en sloofde zich uit om de onverwachte gasten het zo goed mogelijk naar de zin te maken. Hij had geen bordje in zijn huis hangen met de tekst: ‘Een logé en een vis blijven drie dagen fris’, want zelfs toen zijn gasten afscheid namen reageerde hij niet met een grote zucht van ‘Hè, ze gaan eindelijk weg!’ Neen, Abraham deed ze zelfs uitgeleide, stel je voor dat hij dat niet had gedaan dan was hoofdstuk 18 hier beëindigd! Maar nu kreeg God gelegenheid om Abraham zijn verdere plannen mee te delen. ‘Zou Ik voor Abraham verbergen wat Ik ga doen?’ (Genesis 18:17).

Abrahams tijd

Als Abraham een uurwerk zou hebben gehad dan geloof ik te kunnen zeggen dat de wijzers op vijf voor twaalf stonden (Genesis 18:20). U begrijpt dat ik het heb over de tijd waarin Abraham leefde, een tijd waarin de zonde hoogtij vierde en dat bij uitstek in de stad Sodom waar Abrahams neef Lot woonde. Abraham wist in wat voor een tijd hij leefde, want hij was door de Heer daarover zelf op de hoogte gebracht. Hopelijk weet u in wat voor een tijd wij leven, en hoeft u niet, zoals de farizeeën en sadduceeën, het verwijt horen: ‘Het aanzien van de hemel weet u wel te onderscheiden, maar u kunt het de tekenen der tijden niet?’ Mattheüs. 16:3 (vgl. ook Lukas 19:44). En omdat Abraham begreep in welke tijd hij leefde ‘zag’ hij de dingen zoals God ze zag, nl. van ‘boven’. Abraham was letterlijk en figuurlijk bij de Heer op de berg. Hij keek neer op de Jordaanvlakte waarin de steden Sodom en Gomorra lagen en zag als het ware de oordeelswolken er al boven hangen. Maar Abraham was geen doemdenker, iemand die een apathische houding aanneemt, maar iemand die probeerde te redden wat er nog te redden viel, in ieder geval was dat de redding van zijn neef Lot en diens familie. Zonder veel overdrijving kunnen we zeggen dat wij in een soortgelijke situatie leven. De vraag die wij ons dan te stellen hebben is: Wat doen wij voor deze wereld, land, stad, straat, buurman, met de kennis die wij hebben.

‘Niet eerder in de geschiedenis van het menselijke geweld zijn zo velen door zo weinigen geholpen!’, woorden die Winston Churchill sprak in het Parlement op 20 augustus 1940. Hij gaf toen een overzicht van de gebeurtenissen van het eerste oorlogsjaar en bedankte speciaal de Royal Air Force piloten voor wat zij gedaan hadden, waardoor er een keer in de oorlog met Duitsland kwam. Heel Engeland wist wat RAF had gedaan en deed, maar de bewoners van Sodom en Gomorra wisten niet dat drie personen, Abraham, Lot en God, tussen hen en de totale vernietiging stonden.

 Vriend van God

Abraham leefde in gemeenschap met God, dat in tegenstelling met zijn neef Lot. De engelen kwamen overdag (toen het licht was) bij Abraham, maar in de avond (toen het donker begon te worden) bij Lot. Lot die een vriend van de wereld probeerde te zijn maakte zich daardoor tot een vijand van God (Jacobus 4:6). Misschien heeft u moeite om in Lot een gelovige te herkennen, maar het Nieuwe Testament noemt hem een rechtvaardige, maar wel een rechtvaardige die zijn ziel kwelde omdat hij zich in een verkeerde situatie bevond. (2 Petrus 2:7-8)

In het begin van hoofdstuk 18 vinden een bevestiging van de gemeenschap die er was tussen Abraham en God. Op meerdere plaatsen lezen we dat Abraham een vriend van God wordt genoemd en hij is de enige in de Bijbel die zo wordt genoemd (Exodus 33:11). Van Mozes staat vermeld: ‘dat de Here van aangezicht tot aangezicht sprak met Mozes, zoals iemand spreekt met zijn vriend’ (Exodus 33:11).De Heer Jezus noemde Lazarus zijn vriend, maar ook alle gelovigen noemt Hij zijn vrienden (Johannes 11:11, 15:15).Vriendschap sluit dienst in; en in dit hoofdstuk vind je Abrahams drievoudige dienst ten opzichte van zijn huis (18:1-8) van God (18:8-15) en een verloren wereld (18:16-33).

Op de hoogte

In hoofdstuk 20:7 wordt Abraham een profeet genoemd. Een profeet is iemand die van God een droom, een visioen, of gezichten ontvangt om door te geven aan anderen. ‘Zou ik voor Abraham verbergen wat ik ga doen?’ (Genesis 18:17; Amos 3:7; Deuteronomium. 29:29; Mattheüs 13:11). God openbaart dingen die tot dan toe verborgen waren, we lezen daarvan ook een aantal keren bij de apostel Paulus.Bent u op de hoogte van de gebeurtenissen die zullen komen in de (nabije) toekomst? Lot was niet op de hoogte hoewel hij een gelovige was, hoe kwam dat? Wij zouden op de hoogte moeten zijn want God heeft ons daarvan niet in het ongewisse gelaten. Heel de Bijbel spreekt van Gods handelen in Christus en van Zijn openbaring als Koning der Koningen en Heer der Heren, en wij mogen uitzien naar de vervulling van al Gods plannen! ‘Veracht de profetieën niet, maar beproeft alles, behoudt het goede.’ (1 Thessalonicenzen  5:19), en ‘zo hebben wij het profetische woord des te vaster, en u doet er goed aan daarop acht te geven als een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten (2 Petrus 1:19).

Ook de profeet Jona kende Gods plannen met betrekking tot Nineve en hij werd er op uitgestuurd om de boodschap van bekering te prediken. Abraham is hem voor geweest in zijn voorbede voor Sodom. Beide profeten kwamen in actie, op verschillende manieren, maar met een doel om nog zoveel mogelijk mensen te wijzen op de weg van redding. Ze waren als hat ware wachters op de muren van Jeruzalem!

Wachter

Ja, God had wachters in Jeruzalem aangesteld die nimmer zouden zwijgen (Jesaja 62:6). In Markus 1:40-45 lezen we over de genezing van een melaatse man tegen wie Jezus zegt na zijn genezing: ‘Let erop dat u niemand iets zegt’. Maar deze man deed dat niet en ‘hij begon het zeer te verkondigen en de zaak te verbreiden’. Hij moest zwijgen en sprak, en hoe vaak  moeten wij spreken en zwijgen? Wij staan als het ware ook op wacht om de wereld te waarschuwen voor het zwaard dat we zien aankomen! ‘Wachter wat is er van de nacht? De wachter zegt: Morgen komt, maar ook nacht.’ (Jesaja 21:11) Er rust een verantwoordelijkheid op een ieder van ons om de mensen rondom te vertellen van het evangelie van Jezus Christus. We zijn gezanten van Christus, met de boodschap ‘Laat u met God verzoenen’ (2 Korinthiërs 5:21). ‘Want God wil niet dat er iemand verloren gaat’ (2 Petrus 3). God heeft geen behagen in de dood van een zondaar, maar veeleer daarin dat hij zich bekere en leve’ (Ezechiël 18:23).

Abraham versus Lot

Abraham kwam in actie omdat zijn neef Lot in de stad Sodom woonde. In dit gedeelte wordt het niet specifiek vermeld maar we mogen dat wel aannemen dat Abraham zich het lot van Lot aantrok. Hij had dat al eerder gedaan in Genesis 14 (vgl. Galaten 6:1; Jakobus 5:19). We moeten echter ook niet vergeten hoe Lot in Sodom terecht was gekomen (Genesis 14) en het zou best eens kunnen dat Abraham zich daaraan nog steeds schuldig voelde. De Bijbel roept ons op om acht op elkaar te geven, iemand terecht te brengen, terug te brengen als iemand afdwaalt, ook wij behoren het leven voor een broeder af te leggen. Zoals al vermeld,  Abraham had Lot al eens eerder geholpen en is ook hier weer bereid voor hem en anderen te pleiten.

Middelaar

Zoals Mozes het later zou doen treedt Abraham hier op als middelaar (Exodus 32:32; 2 Samuël 24:17). ‘Indien de ene mens tegen de andere zondigt, dan zal God hem richten; maar indien een mens tegen de Here zondigt, wie zal dan voor hem tussenbeide treden?’ (1 Samuël 2:35). ‘Zult Gij dan de rechtvaardige met de goddeloze verdelgen? Neen, dat doet God niet, met één uitzondering namelijk toen Hij zijn Zoon de Rechtvaardige heeft gegeven voor de onrechtvaardigen! (1 Petrus 3:18).

Wij mogen ook voorbede doen en worden daar zelfs toe opgeroepen dat te doen voor alle mensen (1 Timotheüs 2:1). Niet dat wij kunnen bemiddelen, maar we kunnen wel wijzen op de Bemiddelaar, Jezus Christus! (1 Timotheüs 2:5). Abraham ging niet de stad Sodom binnen omdat hij wist welk gevaar dat met zich mee kon brengen. We moeten de plaatsen waar de zonde heerst niet bezoeken om het evangelie te brengen, daarvoor zijn andere middelen, nl. het gebed!

Gebed

Heer, leer ons bidden vroegen de discipelen aan de Heer Jezus. Ja, ook al vindt u het moeilijk om mensen over het evangelie te spreken, u kunt in ieder geval bidden voor de mensen. Abraham volharde in het gebed en met resultaat want uiteindelijk werd Lot met zijn dochters gered voor het oordeel. Natuurlijk was daar Gods uitverkiezing ook bij, ‘omdat de Here hem wilde sparen’, maar ook lezen we (Genesis 19:16): ‘God gedacht Abraham’ (Gen.19:29), en ‘Hij leidde Lot uit het midden der omkering, toen Hij de steden waarin Lot gewoond had, omkeerde’. Abraham was een zegen voor de anderen, maar dat kunnen we niet zeggen van Lot, hoewel hij een rechtvaardige genoemd wordt.

 Rechter

‘De Rechter staat voor de deur!’ (Jakobus  5:9)

Het thema van dit artikel was: ‘De Rechter staat voor de deur’ en met die gedachte willen we eindigen, nadat we dus gezien hebben wat die uitroep voor ons kan betekenen. Hoewel de meeste mensen geen weet van de oordelen van God hebben komen ze wel degelijk. Dat heeft Paulus in Handelingen 17 aan de Grieken duidelijk gemaakt toen hij in Athene predikte. Het is de mens gezet om eenmaal te sterven en daarna het oordeel!

 Besluit

Er is voor de christen geen reden om pessimistisch te zijn, ook niet vanwege de moeilijke tijd waarin wij leven. Wij verwachten immers geen tekenen, maar de Heer! ‘Als nu deze dingen beginnen te gebeuren, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing is nabij. En Hij sprak een gelijkenis tot hen: Ziet de vijgenboom en alle bomen; wanneer zij al uitlopen en u dit ziet, dan weet u uit uzelf dat de zomer al nabij is’ (Lukas 21:28-29).

____________________________________________________________________________________________