Biografie van koning Saul – 1 Samuël 28 – Deel 6 -Biografieën OT

10 augustus, 2023

Bijbelboeken: 1 Samuel

Biografieën – Saul

‘De koning die zijn kroon verloor!’

Deel 6 – Sauls einde

1 Samuël 28

Inleiding

Een goed begin garandeert geen goed einde. Koning Saul is daarvan helaas een voorbeeld.

Als er iemand is geweest die Gods wil had kunnen doen in zijn leven, dat was het Saul wel. Toch eindigde Saul bij een waarzegster en pleegde hij daarna zelfmoord op het slagveld. ‘In die dagen verzamelden de Filistijnen hun legers om een veldtocht tegen Israël te ondernemen’ (1Sam.28:1). Dit was de beslissende slag. De Filistijnen waren moe van de kleine schermutselingen, en ze waren vastbesloten om Saul en de Israëlieten eens en voor altijd een vernietigende nederlaag toe te brengen.

‘Samuël nu was gestorven. Geheel Israël had over hem rouw bedreven en men had hem begraven in zijn stad Rama. En Saul had de dodenbezweerders en de waarzeggers uit het land verwijderd. Toen Saul het leger van de Filistijnen zag, werd hij bevreesd en zijn hart beefde zeer. En Saul vroeg de Here, maar de Here antwoordde hem niet, noch door dromen noch door de Urim noch door de profeten. Toen zeide Saul tot zijn dienaren: Zoekt mij een vrouw die de geesten van doden kan bezweren; dan wil ik naar haar toe kan gaan en haar raadplegen. Zijn dienaren antwoordden hem: Zie, er is een vrouw die geesten van doden kan bezweren, in Endor. Toen vermomde Saul zich, hij trok andere klederen aan en ging met twee mannen op weg.  Toen zij in de nacht bij die vrouw gekomen waren, zeide hij: Wil mij waarzeggen met behulp van de geest van een dode, en laat mij opkomen die ik u noemen zal’ (1Sam.28:3, 5-8).

De Bijbel zegt dat Saul zich vermomde. Misschien zou je beter kunnen zeggen: Saul liet zien wie hij werkelijk was! Het duistere van zijn hart kwam naar buiten. Van Gibea naar Endor is het zo’n vijftien kilometer en hij moest langs het vijandelijk kamp. Saul riskeerde zijn leven in zijn vermomming, maar hij was vastbesloten. God had hem verlaten.

Saul vertelde de waarzegster van Endor dat hij met Samuël wilde spreken, en God stond dat verzoek toe. De vrouw was verrast toen zij Samuël zag, ook al was zij niet verantwoordelijk voor zijn verschijning. Ze realiseerde zich dat God aan het werk was! Saul vertelde Samuël dat hij in grote nood verkeerde en niet wist wat hij moest doen. Samuël antwoordde hem: ‘Ik heb je gewaarschuwd, maar je hebt niet geluisterd. Je bent niet gehoorzaam geweest aan de wil van God. Je bent opstandig geweest tegen God, en nu is het oordeel gekomen.’ Samuël waarschuwde hem: ‘De Here zal ook Israël met u in de macht der Filistijnen geven, en morgen zult gij met uw zonen bij mij zijn. Ook het leger van Israël zal de Here in de macht der Filistijnen geven. Op hetzelfde ogenblik viel Saul in zijn volle lengte op de grond, zeer bevreesd door de woorden van Samuël. Ook begaf hem zijn kracht, omdat hij de gehele dag en de gehele nacht niets gegeten had’ (1Sam.28:19-20).

Het is gevaarlijk om Gods wil te negeren. Als je het verschil ziet van Sauls begin en einde, begrijp je hoe belangrijk het is om de wil van God te doen. Laten we deze verschillen eens onder de loep nemen.

Licht tegenover Duisternis

In het begin was Saul in het licht; maar op het einde van zijn leven in de duisternis. Toen Saul als koning gezalfd werd, was het dageraad. ‘Zij stonden vroeg op, en toen het morgenrood begon te gloren, riep Samuël Saul, die op het dak was, en zeide: Sta op, dan zal ik u uitgeleide doen. Toen stond Saul op en zij beiden gingen naar buiten, hij en Samuël. Toen zij aan de grens van de stad gekomen waren, zeide Samuël tot Saul: Zegt de knecht, dat hij voor ons uitga – daarop ging deze weg – maar blijf gij nu staan, dan zal ik u het woord Gods doen horen’ (1Sam.9:26-27). Aan het begin van Sauls regering zien we hem in het licht. Saul werd gezalfd toen ‘het begon te gloren, de dageraad aanbrak’. Het was ook de ‘dageraad’ van een nieuw begin in zijn leven. God gaf Saul alles wat hij nodig had om dat nieuwe leven tot een succes te maken. Maar als je 1 Samuël 28 leest, zie je daar niet veel van terug. Je vindt duisternis! Saul vermomde zich en bezocht een waarzegster in de nacht. ‘Want een ieder, die kwaad bedrijft, haat het licht, en gaat niet tot het licht, opdat zijn werken niet aan de dag komen’ (Joh.3:20). In de Bijbel is duisternis een beeld van de zonde. ‘God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis’ (1Joh.1:5). Satan is de vorst der duisternis. Toen Saul en zijn twee vrienden naar Endor gingen, was het nacht. Saul begon zijn koningschap in het licht, maar hij beëindigde het in de duisternis. Waarom? Omdat hij opstandig was tegen God.

Moed tegenover Vrees

Aan het begin van zijn regering was Saul een krachtige leider. Toen de Ammonieten binnenvielen en Saul hoorde dat het volk weende, sneed Saul een os in stukken, verdeelde de stukken en zei: ‘Laat iedereen mij volgen!’ Met grote moed ging hij in de strijd en versloeg de vijand. Maar hier, aan het eind van zijn regering, beeft Saul voor de vijand en heeft angst wanneer hij het leger van de Filistijnen ziet. Het is interessant te zien dat Sauls angst steeds groter wordt in zijn leven. In 1 Samuël 12, toen het koningschap werd opgericht in Gilgal, vermaande Samuël Saul om God te vrezen: ’Vreest slechts de Here en dient Hem trouw met uw ganse hart’ (1Sam.12:24). Maar Saul bezat niet die volledige overgave aan de Here. Hem was gezegd alleen God te vrezen, maar in hoofdstuk 15 kreeg hij vrees voor mensen. Later, in hoofdstuk 18, vreesde hij David en werd jaloers en vervuld van haat. In hoofdstuk 28, toen Saul de legers van de Filistijnen zag, had hij grote vrees en zijn hart beefde.

Moed komt voort vanuit een rein hart. Als je een rein geweten voor God hebt, krijg je moed. Spreuken 28:1 zegt: ‘De goddeloze gaat op de vlucht zonder dat iemand vervolgt, maar de rechtvaardige voelt zich veilig als een jonge leeuw.’ David wist dat hij een overwinning kon behalen omdat zijn hart rein voor God was. Saul zag een nederlaag tegemoet omdat zijn hart niet rein voor God was.

Wijsheid tegenover Dwaasheid

In het begin toonde Saul blijken van wijsheid, maar aan het einde verviel hij tot dwaasheid. Saul begon zijn regering met het zoeken van Gods wijsheid. Hij ging naar Gilgal en luisterde naar Samuëls overzicht van Gods grote daden voor Israël. Hij luisterde naar het Woord van God. Samuël zei hem wat hij moest doen, en Saul deed het. Bij gelegenheid zocht hij de wijsheid van God, maar hij verviel langzamerhand tot dwaasheid. Gods volk zou moeten wandelen overeenkomstig Gods wil en niet naar de dwaasheid van de mensen. We bezitten de heilige Geest om ons te leiden opdat we in staat zijn om naar Gods wil te handelen. Het is een tragedie wanneer een gelovige probeert zijn eigen leven te leiden in overeenstemming met zijn eigen wil. Het Woord van God zegt in Efeze 5:17: ‘Wees daarom niet onverstandig, maar tracht te verstaan wat de wil des Heren is.’ Hoe leer je Gods wil te verstaan? Door vervuld tezijn met de heilige Geest.

De tragedie voor Saul was dat de heilige Geest van hem was weggegaan! Het resultaat was dat Saul handelde als een dwaas. Hij was aan Gods Woord ongehoorzaam, gebruikte uitvluchten en loog. Hij gaf anderen de schuld – Samuël, Jonathan en het volk – iedereen behalve hemzelf. Toen Saul hopeloos om wijsheid verlegen was, vroeg hij de Here, maar de Here antwoordde hem niet. De priester was niet bij machte om de Urim te raadplegen om de wil van God te weten te komen. De profeten hadden geen boodschap voor hem. Hij kreeg geen aanwijzingen van God, hij bleef dwaas. Het was alsof Saul zei: ‘Ik kom er niet achter wat God wil dat ik ga doen, ik zal naar een waarzegster gaan, misschien kan die mij helpen. Ik moet Samuël spreken!’ Is het niet jammer dat Saul zich zo laat herinnerde hoe erg hij Samuël nodig had? Hij negeerde Samuël toen hij er was om hem te helpen. Toen Samuël voor hem bad, interesseerde Saul dat niet. Toen Samuël aanwijzingen gaf wat Saul moest doen, luisterde hij niet. Nu hij zich realiseerde hoe belangrijk Samuël voor hem was, was hij niet meer in staat hem te raadplegen. Samuël was er niet meer om voor hem te bidden of leiding te geven, want hij was gestorven. Saul had zijn beste vriend verworpen. Heb je iemand die jou kan helpen, raad geven of voor je kan bidden? Wees wijs en luister naar hem of haar. Waardeer de mensen die je willen helpen.

Staan tegenover Vallen

Saul begon zijn carrière staande, maar viel op het einde ervan. Toen Saul koning werd, was hij niet slechts groot van postuur maar hij werd ook vereerd door het volk. Maar koning Saul werd opstandig tegen God, en God verwierp hem als koning. In het begin stond Saul; toen wandelde hij; maar toen hij God de rug toekeerde, begon hij te vallen. Saul begon zijn regering met grote vooruitzichten en geweldige mogelijkheden, maar hij viel zowel fysiek als geestelijk vanwege hoogmoed. ‘Toen viel Saul onmiddellijk op de grond, zo lang als hij was, en hij was zeer bevreesd… ook begaf hem zijn kracht’ (1Sam.28:20). De eenmaal zo trotse Koning viel uitgestrekt ter aarde. Hij viel nog eens op het slagveld (1Sam.31:4). Hij viel in zijn zwaard en pleegde zelfmoord. De koning die weigerde zich voor God te vernederen, eindigde zijn leven in vernedering, ontdaan van zijn trots.

Toen David de boodschap ontving dat Saul en Jonathan dood waren, zong hij een klaaglied (2Sam.1). Driemaal zei hij daarin: ‘Hoe zijn de helden gevallen!’ (vs.19, 25, 27). Hij verwees naar hun dood op het slagveld, maar ik geloof dat er ook een geestelijke boodschap in die woorden verborgen ligt, namelijk: Saul was geestelijk gezien al gevallen voordat hij viel op het slagveld.

Overwinning tegenover Nederlaag

Saul begon zijn koningschap met een overwinning, een overwinning op de vijand en op zijn eigen wil. Hij bleek in staat om zijn eigen temperament te beheersen en stelde niets uit. Maar aan het einde van zijn leven, zien we hem in een tragische nederlaag. Ik ben van mening dat van de in de Bijbel vermelde nederlagen, geen enkele schaamtevoller is dan die te Gilboa waar Saul, Jonathan en het leger verslagen werden door hun vijanden, de Filistijnen. Saul wist dat hij ging sterven. Hij wist dat hij de strijd ging verliezen; hij wist dat zijn zonen gingen sterven en toch ging hij met de moed der wanhoop de strijd in en deed wat hij moest doen, strijden. Maar het beste was niet goed genoeg. God had hem verlaten, en daarom kon hij slechts falen. Saul viel in zijn eigen zwaard en pleegde zelfmoord, liever dan in de handen van de Filistijnen te vallen.

Saul verloor zijn koningschap en zijn kroon, maar toch geloof ik dat God hem had kunnen vergeven mocht Saul zich oprecht tot God hebben bekeerd en berouw hebben getoond. Saul zou dan een meer eervolle dood gekend hebben, maar hij verwierp de wil van God en bleef ongehoorzaam aan Gods Woord. Zijn leven eindigde in een schaamtevolle dood op het slagveld.

Het is ook voor ons mogelijk te beginnen in het licht en te eindigen in de duisternis, ons leven als gelovige met grote inzet te beginnen en te eindigen in vrees, te starten met behulp van Gods wijsheid en te eindigen in menselijke dwaasheid, staande te beginnen en te vallen aan het einde. Het is mogelijk te beginnen met een overwinning en te eindigen met een nederlaag. Gelijk Saul, ondervond David hoe gemakkelijk het is om te vallen en hoe nodig wij Gods hulp  hebben! Geen wonder dat David zei, nadat hij had gezondigd met Batseba: ‘Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest’ (Ps.51:12).

____________________________________________________________________________________________________