Bijbel – Nieuwe Testament – Brief van Jakobus – Inleiding

25 juli, 2023

Bijbelboeken: Jakobus

Bijbel Nieuwe Testament

De brief van Jakobus

Inleiding

Voorwoord

Geschreven door de apostel Jakobus, de (half-) broer van de Heer Jezus en lange tijd leider van de gemeente in Jeruzalem (zie o.a. Mark.6:3; 15:40; 16:1; Hand.12:17; 15:13; 21:18, 1Kor.15:7; Gal.1:19; 2:9,12; Jd:1), tussen de jaren 45 en 52, waarschijnlijk vanuit Jeruzalem, aan Joodse christenen in Palestina en in de verstrooiïng, die nog verbonden schenen te zijn met de synagoge (2:2) en nog vasthielden aan de Joodse wet (1:25; 2:8) en gebruiken (5:14). Het was hier nog niet de tijd dat God een eind maakte aan dit sterk judaïstisch gekleurd christendom en dat is van belang om Jakobus te begrijpen.

Inleiding

Het bijzondere aan deze brief is dat het een brief is voor de begintijd, maar ook voor de eindtijd, namelijk de eindtijd van het handelen van God met en door het volk Israël (5:3; 5:8-9). Terwijl die overgangstijd enerzijds een begintijd voor het christendom was, was hij tegelijkertijd de eindtijd voor Israël. De mogelijkheid dat de Christus zou kunnen komen was manifest aanwezig (Hand.3:19), waardoor we hoofdstuk 5 ook beter kunnen verstaan waar Jakobus spreekt over: ‘de laatste dagen’, ‘de komst van de Heer’ en ‘de Rechter staat voor de deur’ (Jak.5:3,7,8,9). Judas, Petrus en Johannes schrijven in termen van ‘het laatst van de tijd’, ‘het laatst van de dagen’ en ‘het laatste uur’, en dat vinden we ook in de Jakobusbrief. Daarmee kunnen we ook de brief van Jakobus rangschikken onder de zgn. ‘eindtijdbrieven’, en ze hebben daarom een grote praktische betekenis voor ons, die ook leven in een eindtijd. De toenmalige eindtijd is een beeld van de huidige tijd, en zoals toen de eindtijd met het oordeel van God beëindigd werd, zo zal ook onze eindtijd met oordeel eindigen. Jakobus stelt de gelovigen zo voor, dat ze kort voor het oordeel staan en dat de ware gelovigen in die tijd godvruchtig en vroom zijn en door praktisch christendom gekenmerkt worden, ‘want de Heer is nabij’ (5:8; vgl. Mal.3:18). Veel gelovigen hechten niet veel waarde aan de Jakobusbrief omdat het weinig nieuwe elementen over de christelijke leer bevat. Men vergeet dan dat de brief van Jakobus zeer waarschijnlijk de eerste geschreven brief van het Nieuwe Testament is, en dat deze brief een ‘overgangsbrief’ is omdat er nog Joodse elementen in voorkomen en er weinig nieuwe christelijke onderwerpen worden behandeld. Maar is het niet gemakkelijker de leer van de Efeze- of Kolossebrief te begrijpen, dan de praktijk zoals vermeld in de Jakobusbrief te verwerkelijken?

Tijdsbeeld

Religie: Toen de Heer Jezus tijdens zijn leven in Jeruzalem wandelde, ontmoette hij een grote variëteit aan religieuze groepen. Toen er na de uitstorting van de Heilige Geest veel Joden tot geloof kwamen, wekte dat veel ergernis op bij die Joden die trouw wilden blijven aan het Joodse geloof, en er begonnen vervolgingen, o.a. door Paulus. (Hand.6:8v; 8:3v.; 9:1-2). Er was een bestaande religie, zonder relatie. Vandaar dat Jakobus in deze brief sterk de nadruk legt op de praktijk van het geloofsleven.

Politiek

Judea maakte onderdeel uit van het Romeinse imperium. Herodes de Grote had Jeruzalem als zijn residentie gehad en de tempel gebouwd waaraan zesenveertig jaar gewerkt was (vgl. Joh.2:20). Tot het jaar 70 n.Chr. toen Titus de stad en de tempel verwoestte, was Juda (en Jeruzalem) een onrustige provincie van het grote Romeinse Rijk. Vandaar dat Jakobus regelmatig verwijst naar ‘moeilijke tijden’.

Economisch

Algemeen waren de joden en christenen arm, hoewel er natuurlijk uitzonderingen waren, zoals landeigenaren en religieuze leiders. Vooral toen er een hongersnood kwam, aangekondigd door Agabus (Hand.11:28vv.), en er zelfs opgeroepen werd om voor hen een inzameling te houden, waarmee de apostel Paulus zich heeft belast (1Kor.16:2). Redenen waarom Jakobus zich regelmatig tot de ‘rijken’ wendt.

Auteur: Wie was Jakobus?

Deze brief is geschreven door de oudste Jakobus, de broer van de Heer Jezus en lange tijd leider van de gemeente in Jeruzalem, tussen de jaren 45 en 62, waarschijnlijk vanuit Jeruzalem, aan Joodse christenen in Palestina en verstrooid in de gehele Romeinse wereld, die nog verbonden schenen te zijn met de synagoge en nog vasthielden aan de Joodse wet en gebruiken. Het was nog niet de tijd dat God een eind maakte aan dit sterk judaïstisch gekleurde christendom, dat gebeurde pas in het jaar 70, en dit is van belang om deze brief te begrijpen (vgl. Hand.21:18-20). Flavius Josephus schrijft, dat Jakobus, de oudste van de gemeente in Jeruzalem, vanwege zijn geloof door de joden gestenigd werd, en dat vanwege deze steniging Jeruzalem verwoest werd (Eusebius). Daarnaast zien we door het onderwijs in de brief aan de Hebreeën duidelijk dat de overgangsperiode beëindigd was.

Geadresseerden: Aan wie schreef Jakobus?

Jakobus schrijft, evenals de apostel Petrus, aan de gelovige joden van ‘de twaalf stammen in de verstrooiing’ (Hand.15:23; 1Petr.1:1). Is deze brief dan nog van betekenis voor ons? Wel, de apostel Paulus schrijft in zijn brief aan Timotheüs dat ‘alle Schrift door God is ingegeven en nuttig om te leren, te weerleggen, te verbeteren en te onderwijzen in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen is, tot alle goed werk ten volle toegerust’ (2Tim.3:16). De brief van Jakobus behoort tot de heilige geschriften die de mensen wijs kunnen maken tot behoudenis door het geloof dat in Christus Jezus is. Petrus schrijft: ‘Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken’, en daartoe behoort ook de brief van Jakobus! (2Petr.1:21).

Doel: Waarom schreef Jakobus?

Gelet op het voorgaande tijdsbeeld, wordt het duidelijk waarom Jakobus onmiddellijk met de ‘deur in huis valt’ bij de opening van zijn brief, waar hij spreekt over verzoekingen en beproevingen. Er zijn twee onderwerpen verweven in deze brief: verdrukking van buiten en problemen binnen de broederschap. De gelovigen gingen door verzoekingen, en Jakobus probeerde hen te bemoedigen. Maar er was verdeeldheid en zonde in de gemeente, en Jakobus probeerde hen te helpen hun zonden te belijden en na te laten. Een van de sleutelgedachten is geestelijke ontwikkeling of groei naar volwassenheid. Deze gelovigen hadden het nodig op te groeien in de Heer, en als zij God zouden gehoorzamen konden zij groeien doorheen de verdrukkingen. De brief van Jakobus is een praktisch geschrift dat het geloofsleven als onderwerp heeft. Dit is dan het tweede onderwerp van deze brief: verzoekingen van binnen. Het bevat echo’s van de Bergrede en het boek Spreuken, die beide praktisch zijn. Als we ons geloof echt in praktijk brengen, zal dat blijken uit de manier waarop we beproevingen tegemoet treden (hfdst.1), de wijze waarop we mensen behandelen (hfdst.2), datgene wat we zeggen (hfdst.3), de manier waarop we omgaan met de zonde in ons leven (hfdst.4) en ons gebedsleven (hfdst.5).

Onderwijs: Wat kunnen wij van ‘Jakobus’ leren?

Zoals al vermeld bevat de brief van Jakobus geen grote theologische nieuwigheden, maar hij bevat veel praktische aanwijzingen voor een christen. Het is een brief voor ‘doeners’, want ‘Gods zegen ontvang je niet door het bestuderen van Gods Woord, maar door het ontvangen Woord in daden om te zetten in je leven.’ Of je slaagt voor je examen als gelovige wordt duidelijk in de school van het leven, niet in een Bijbelstudiegroep of in de kerk.

Als titel heb ik gekozen voor: ‘Opgroeien tot geestelijke volwassenheid’. Niet iedereen die oud wordt, is volwassen. Er is een verschil tussen ouderdom en volwassenheid. Als u wedergeboren bent, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God, dan volgt de oproep: Legt dan af alle kwaadwilligheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst en alle kwaadsprekerij, en verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor moogt opwassen tot zaligheid, indien gij geproefd hebt, dat de Here goedertieren is (1Petr.1:23; 2:1-2).

‘We worden niet behouden door geloof en werken, maar door een geloof dat werkt!’

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________