Dagelijks Brood – Nummer 18 – Micha 6:8 – Ootmoedig wandelen met God

8 april, 2024

Rubrieken: Dagelijks Brood

Dagelijks Brood

Nummer 18 – Micha 6:8

‘Ootmoedig wandelen met uw God.’

‘Dagelijks Brood’ bestaat uit een reeks korte artikelen uit het Oude en Nieuwe Testament die het karakter hebben van een geestelijke boodschap voor het dagelijks geloofsleven ter bemoediging, vertroosting of lering.

 

‘Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de Here van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.’

Inleiding

In hoofdstuk zes van het Bijbelboek Micha zien we het volk Israël staan voor God als een beklaagde in een rechtbank. God vraagt: Waarin ben Ik tekortgeschoten ten opzichte van jullie? Of, zoals in het boek Jesaja staat: ‘Wat was er nog aan mijn wijngaard te doen, dat Ik er niet aan gedaan heb? (Jes.5:4) Het volk had hier tegen geen antwoord, maar als tegenreactie vroeg het de Here: ‘Waarmede zal ik de Here tegemoet treden en mij buigen voor God in den hoge? Zal ik Hem tegemoet treden met brandoffers, met eenjarige kalveren? Zal de Here welgevallen hebben aan duizenden rammen, aan tienduizenden oliebeken? Zal ik mijn eerstgeborene geven voor mijn overtreding, de vrucht van mijn schoot voor de zonde mijner ziel? Het antwoord van de Here was: ‘Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de Here van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

We dienen overeen te komen met anderen

‘Maar laat elk in nederigheid de ander uitnemender achten dan zichzelf; laat ieder niet alleen op zijn eigen belangen, maar ieder ook op die van anderen zien.’ (Fil.2:3-4) Het woord ‘ootmoedig’ zou je kunnen vertalen met nederig. De Heer Jezus was nederig van hart. ‘God weerstaat de hoogmoedigen, maar nederigen geeft Hij genade.’ (Jak.4:6) Het evangelie is niet vrijblijvend, het vraagt de totale mens, maar toch vraagt de Heer geen inspanningen van ons waaraan we geen gevolg kunnen geven; zijn juk is zacht en zijn last is licht. (Mat.11:30) Omgang met God, je partner, je broeder of zuster in het geloof, je familie, kennissen of vrienden, we weten het allemaal wel, dat is niet gemakkelijk. Er zijn voldoende redenen te bedenken die een verhindering kunnen vormen voor een gezonde relatie. Paulus roept de gelovigen op ‘dat u wandelt waardig de roeping waarmee u bent geroepen, terwijl u in alle nederigheid en zachtmoedigheid met lankmoedigheid elkaar in liefde verdraagt.’ (Ef.4:1-2)

We dienen geestelijk te willen groeien

‘Verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke onvervalste melk, opdat u daardoor opgroeit tot behoudenis.’ (1Petr.2:2) Om in staat te zijn in nederigheid te wandelen, dienen we te groeien in de genade en kennis van de Heer Jezus. (2Petr.3:18) Om dat te realiseren is naast gebed, het Woord van God een noodzakelijk middel: ‘Verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat u daardoor opgroeit’ (1Petr.2:2) Een nieuw leven, vereist een nieuwe wandel om aan de uitdagingen, die verbonden zijn aan dat nieuwe leven, te kunnen voldoen. ‘Maar u zult kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest over u komt, en u zult mijn getuigen zijn.’ (Hand.1:8) De inwoning van de Heilige Geest in een gelovige, stelt hem in staat in nederigheid te wandelen met God. Niet mogelijk? Wat zegt Gods Woord: ‘Ik vermag alles door Hem die mij kracht geeft.’ (Fil.4:13)

We dienen bereid zijn tot gemeenschap

Hoe begint u de dag? Veel gelovigen beginnen de dag met een moment van ‘stille tijd’. Een tijd die kan bestaan uit gebed en het lezen en overdenken van een gedeelte uit de Bijbel. Voordat de Heer Jezus erop uitging om het evangelie te verkondigen, stond Hij ’s morgens vroeg op, nog diep in de nacht, ging naar buiten en begaf Zich naar een eenzame plaats, en bad daar.’ (Mark.1:35) Als de Heer Jezus zijn ontmoeting met zijn Vader nodig achtte, hoeveel te meer wij! Zo goed dat wij elke dag voedsel voor ons lichaam nodig hebben, dienen wij ook onze innerlijke mens te voeden. ‘Opdat Hij naar de rijkdom van zijn heerlijkheid, u geeft door zijn Geest met kracht gesterkt te worden naar de innerlijke mens.’ (Ef.3:16) Gemeenschap met elkaar staat niet los van gemeenschap met God. In geval van een verstoorde relatie met iemand dienen we spoedig welgezind zijn jegens de tegenpartij, opdat we voor Gods altaar kunnen verschijnen. (Mat.5:22-26)

We dienen in nederigheid te wandelen

‘Ik vermaan u dan, ik, de gevangene in de Heer, dat u wandelt waardig de roeping waarmee u bent geroepen, terwijl u in alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, elkaar in liefde verdraagt.’ (Ef.4:1) Wij hebben een voorbeeld hoe wij moeten wandelen als kinderen van God en dat is de Heer Jezus. ‘Hij heeft ons een voorbeeld nagelaten, opdat u zijn voeten navolgt.’ (2Petr.2:21) Op onze wandel in deze wereld kunnen we aangesproken worden en dat gebeurt ook, dus: ‘Wees geen struikelblok voor Joden en voor Grieken en voor de gemeente van God.’ (1Kor.10:32) De eerste gelovigen ‘hadden gunst bij het hele volk’ (Hand.2:47) En wij?

______________________________________________________________________________