Dagelijks Brood – Nummer 21 – Maleachi 3:1 – Zie, Ik zend mijn bode

29 mei, 2024

Rubrieken: Dagelijks Brood

Dagelijks Brood

Nummer 21 – Maleachi 3:1

‘Zie, Ik zend mijn bode’

 

 

‘Dagelijks Brood’ bestaat uit een reeks korte artikelen uit het Oude en Nieuwe Testament die het karakter

hebben van een geestelijke boodschap voor het dagelijks geloofsleven ter bemoediging, vertroosting of lering.

 Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, Hij komt, zegt de Here der heerscharen.’

 Inleiding

Drie verschillende bodes of boodschappers, kunnen hier in dit gedeelte van de profeet Maleachi worden bedoeld. Een bode is iemand die gezonden wordt om een bericht namens iemand, in dit geval God, af te leveren, hier in de eerste plaats aan de priesters van het volk Israël (2:1).

De eerste bode

De eerste bode is Maleachi zelf, zijn naam betekent overigens ook ‘mijn bode’. Het zal niet gemakkelijk voor hem zijn geweest Gods boodschap aan de priesters en het volk over te brengen. Als u verder in het boek Maleachi leest zult u ontdekken dat het geestelijk niet goed gesteld was met de geestelijke leiders. Ze hadden een bevoorrechte en een belangrijke taak hadden, ‘Want de lippen van de priester bewaren kennis en uit zijn mond zoekt men onderricht in de wet, want een bode van de Here der heerscharen is hij.’ (2:7) Voorrechten brengen verantwoordelijkheden met zich mee, maar we zien hier dat voor de priesters de dienst aan God louter routine was, hun hart was er niet bij betrokken en allerlei misbruiken vonden plaats. Ze vonden het niet erg dat er minderwaardige offers gebracht werden (1:6-8) De priesters zeiden: ‘Nutteloos is het God te dienen; wat gewin geeft het, dat wij zijn geboden onderhouden en dat wij in rouw gaan voor het aangezicht van de Here der heerscharen?’ De Here riep ze op om zich te bekeren, maar het antwoord was: ‘In welk opzicht moeten wij terugkeren? (3:7) Ze waren blind voor hun eigen zonden, ondanks dat ze twijfelden aan Gods liefde (1:1-5), Gods naam verachten (1:6-14), ontrouw waren aan het verbond (2:1-17) en Gods woord niet gehoorzaamden (3:1-15). Hoe blind kun je zijn!

De tweede bode

De tweede bode is Johannes de Doper. ‘Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal.’ (Mal.3:1) De profeet Jesaja schreef over Johannes: ‘Hoor, iemand roept: Bereidt in de woestijn de weg des Heren, effent in de wildernis een baan voor onze God.’ (Jes.40:3) Hij toch is het, van wie door de profeet Jesaja gesproken werd, toen hij zei: ‘De stem van een, die roept in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn paden.’ (Mat.3:3) We vinden Johannes de doper aan de oevers van de Jordaan en hij riep de mensen op om zich te bekeren en zich te laten dopen in afwachting van ‘Eén die u niet kent, die na mij komt’ zei Johannes (Joh.1:27). Toen er priesters en Levieten uit Jeruzalem kwamen en hem vroegen wie hij was, beleed Johannes ik ben de Christus niet, noch Elia maar ‘ik ben de stem van een roepende in de woestijn’. (Joh.1:23) Hij wees niet naar zichzelf, maar, wat een bode moet doen, hij verwees naar het ‘Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt.’ (Joh.1:29, 36) Johannes dacht gering van zichzelf, maar groots van de Heer Jezus: ‘Hij moet meer, maar ik moet minder worden.’ (Joh.3:30) De Heer Jezus brengt het in evenwicht, door van Johannes de doper te zeggen: ‘Ik zeg u, onder hen, die uit vrouwen geboren zijn, is niemand groter dan Johannes, maar de kleinste in het Koninkrijk Gods is groter dan hij.’ (Luk.7:28) Veel Joden lieten zich dopen, maar toen Johannes eenmaal in de gevangenis werd opgesloten, bekommerde zich niemand om hem, hij gaf zijn leven voor het Lam van God! (Mat.14:1-12).

De derde bode

De derde bode is de Heer Jezus. ‘Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert.’ (Mal.3:1) Maleachi was een profeet, Johannes de doper een priester maar tot profeet geroepen, maar de Heer Jezus was Profeet, Priester en Koning! ‘En de Here zal koning worden over de gehele aarde; te dien dage zal de Here de enige zijn, en zijn naam de enige.’ (Zach.14:9) De Heer Jezus is niet tot koning gekozen; Hij is als Koning in deze wereld gekomen. ‘Wijzen, uit het oosten kwamen naar Jeruzalem en zeiden: ‘Waar is de koning der Joden die geboren is?’ (Mat.2:2) De Heer Jezus kwam de eerste keer op aarde, als het Lam van God, om te lijden en te sterven voor de zonden van de wereld. De tweede keer komt Hij terug om, ten eerste de wereld te doordelen, ten tweede om zijn volk Israël te reinigen en ten derde om zijn koninkrijk van recht en gerechtigheid op te richten.

______________________________________________________________________________