'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
‘Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. Ken Hem in al uw wegen,
dan zal Hij uw paden recht maken’
‘Dagelijks Brood’ bestaat uit een reeks korte artikelen uit het Oude en Nieuwe Testament die het karakter hebben
van een geestelijke boodschap voor het dagelijks geloofsleven, ter bemoediging, vertroosting of lering.
Inleiding
Wie van ons, die in een christelijk gezin is opgegroeid, hebben niet als kind bovenvermeld vers uit het boek van de Spreuken uit het hoofd geleerd? De onderliggende boodschap was duidelijk: als je God wilde eren, zou je naar zijn wil moeten leven. Voor velen werd dat pas veel later in hun leven duidelijk. Het leven van een christen is geen parkeerplaats, maar een reis en we moeten ons aan diverse voorwaarden houden willen we die reis tot een goed einde te brengen.
Vertrouw op de Here
‘Want des Heren ogen gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen wier hart volkomen naar Hem uitgaat’ (2Kron.16:9). Een geweldige belofte van God, voor hen die de moed hebben om zich volkomen aan Gods genade over te geven. Een leven in geloof, is een leven in het vertrouwen dat God meent wat Hij zegt en doet wat Hij belooft.
Vertrouw met heel je hart
Totale toewijding aan Christus is geen optie; het is fundamenteel. Toen de Heer Jezus Petrus, Jakobus en Johannes riep ‘verlieten zij alles en volgden Hem’ (Luk.5:11). Ja, willen we God volgen en dienen en zijn zegen ervaren in ons leven, dan dienen we het te doen met ‘heel ons hart, ziel en verstand’ (Mat.22:37). God dienen is niet mogelijk zonder zijn Woord daarin een plaats te geven. ‘Mijn zoon, vergeet mijn onderricht niet, en laat je hart mijn geboden in acht nemen’ (Spr.3:1). En om het met de woorden de Heer Jezus te zeggen: ‘Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die Mij liefheeft’ (Joh.14:21).
Steun op eigen inzicht niet
Wij kennen ten dele, ons inzicht is beperkt en ons hart onbetrouwbaar. ‘Ziet gij een man die wijs is in eigen oog, voor een dwaas is meer hoop dan voor hem’ (Spr.26:12). Wij zijn afhankelijk van de Heilige Geest, bijvoorbeeld wanneer we niet weten wat we zullen bidden (Rom.8.26). Mogen we dan niet lessen trekken uit eerdere ervaringen? We moeten beseffen dat vorige overwinningen en beslissingen geen garantie zijn voor de toekomstige! Situaties en ervaringen zijn niet altijd dezelfde en daarom hebben we de leiding van de Heilige Geest nodig. Koning Josafat gaf toe dat hij niet meer wist hoe het verder moest gaan en maakte dat kenbaar door de hulp van God in te roepen. ‘Wij weten niet, wat wij doen moeten, maar op U zijn onze ogen gevestigd’ (2Kron.20:12).
Ken Hem in al uw wegen
Door te zeggen in ‘al onze wegen’ geef je aan dat we vaak keuzes moeten maken. Op onze pelgrimsreis komen we aan geestelijke kruispunten en allerlei afleidingen en moeten er keuzes gemaakt worden waarvoor de hulp van God nodig hebben. Die keuzes maken we omdat we God in ons leven willen grootmaken. In de tijd dat er nog geen GPS was, moesten we vaak onze weg zoeken wanneer we op reis waren. En soms kwamen we in de verleiding een kortere weg te gaan dan de wegenkaart aangaf, maar dat liep niet altijd goed af. ‘Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood’ (Spr.14:12). Dus ‘wanneer gij rechts of wanneer gij links zoudt willen gaan, zullen uw oren achter u het woord horen: Dit is de weg, wandelt daarop’ (Jes.30:21).
God zal uw paden recht maken
Wanneer we op God vertrouwen zal Hij ons nooit op wegen leiden waar zijn genade ons niet kan helpen. Maar daarin hebben we ook zelf een verantwoordelijkheid: God zorgt voor de wind, en wij moeten de zeilen hijsen! We dienen onszelf te onderzoeken of onze motieven oprecht zijn en beproeven of we nog wel in het geloof zijn (2Kor.13:5). ‘Het hart des mensen overdenkt zijn weg, maar de Here bestiert zijn gang’ (Spr.16:9). Wanneer we in een goede relatie met de Heer, moeten we niet wijs zijn in eigen ogen maar bereid zijn om Gods weg te gaan ook al komt die ons niet zo gelegen.