'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God.
Ik zou niet het ontstaan en de geschiedenis van de Baptisten kerken in Amerika willen behandelen – die is wellicht voldoende bekend – maar die van Duitsland en hun uitstraling naar het toenmalige Russische rijk, van Siberië tot aan de Kaspische Zee. De persoon van Johann Gerhard Oncken (1800-1884) speelt daarin een centrale rol. De gemeente in Hamburg waar Oncken diende, ook heeft bijgedragen aan het ontstaan van het Baptisme in Nederland in Gasselternijveen, waar op 15 mei 1845 ene Johannes Elias Feisser zich liet dopen en het Baptisme in Nederland een aanvang nam. Feisser raakte goed bevriend met ds. Jan de Liefde, doopsgezind predikant te Zutphen. Ook kwam hij in contact met baptisten uit Duitsland. In Hamburg stichtte de predikant Johann Gerhard Oncken in 1834 de eerste baptistengemeente op het Europese vasteland. Oncken was in Engeland met het baptisme in aanraking gekomen. Deze Oncken stuurde Köbner en Remmers als afgevaardigden van zijn gemeente op pad om met Feisser en diens opvattingen kennis te maken. Begin mei 1845 trok Feisser naar Hamburg en maakte er kennis met Oncken en de zijnen.
Wat onderscheid de Baptisten eigenlijk van andere denominaties? De Baptisten verwerpen de kinderdoop en leren de doop van gelovigen (niet volwassenen!). Mensen die tot geloof in de Heer Jezus zijn gekomen en daarvan in het openbaar getuigenis geven kunnen worden gedoopt door onderdompeling. Oncken was van Lutherse komaf, een kerk die helemaal onder de invloed was geraakt van rationalisme van die tijd. Oncken bezat geen Bijbel, ‘maar dat deed ook niets, want hij was al geconformeerd.’ Tijdens een bezoek aan Schotland kreeg hij echter een Bijbel in zijn bezit en zo begon zijn geestelijke ontwikkeling. In 1823 keerde hij terug naar Hamburg waar hij als zendeling van ‘The Continental Society’ ging werken. Als begaafd prediker trok hij grote aantallen mensen, waarvan er zich velen tot Christus bekeerden. In 1828 werd hij vertegenwoordiger van het Schotse Bijbelgenootschap; men schat dat hij wel twee miljoen Bijbels heeft verspreid. In 1838 liet hij zich, met enkele anderen, als gelovige dopen door onderdompeling. Zo’n nieuwe sekte konden de burgerlijke autoriteiten echter niet toestaan, en gevangenschap en ballingschap volgden. Eerst in 1866 werden alle denominaties in Hamburg gelijkberechtigd.
Door het groot aantal Duitsers in Rusland breidde de Baptistenbeweging zich snel uit. Daar kwamen ze in aanraking met ‘de Stundisten’, gelovigen die de Russische staatskerk hadden verlaten en zich de Bijbel lieten voorlezen, want de meesten van hen konden lezen noch schrijven. De ‘voorlezingen’ duurden één uur (het duitse woord Stunde betekend: uur), vandaar hun naam ‘Stundisten’. Andere leden van het Schotse Bijbelgenootschap kregen een onderhoud met de toenmalige Tsaar Alexander I, die vertelde dat hij pas op veertigjarige leeftijd voor het eerst een Bijbel had gezien, maar die had hij dan ook verslonden omdat hij in dit boek ‘de spiegel van zijn ziel’ vond. Daardoor ging Rusland open voor Gods Woord, en er zijn weinig landen waar dat Woord meer is gewaardeerd en meer heeft uitgewerkt dan in dat immense rijk.
Maar het evangelisatiewerk bereikte alle lagen van de bevolking. Wanneer er in een district een Nieuw Testament arriveerde was dat dikwijls het middel waardoor tal van mensen werden bekeerd, en dat leidde vervolgens tot een plaatselijke gemeente van gelovigen. Zo kwam het tot tal van gemeenten door het hele Russische Rijk, van Siberië tot aan de Kaspische Zee.