Diverse Onderwerpen – Nieuwe Testament – Handelingen 2 – De doop met de Heilige Geest

23 juli, 2023

Rubrieken: Diverse Onderwerpen

Diverse Onderwerpen

De doop met de Heilige Geest

Handelingen 2

Inleiding

Het zelfstandig begrip ‘doop van de Heilige Geest’ kent het Nieuwe Testament niet; u zult er in een concordantie vergeefs naar zoeken. Op de vraag van de Joden aan Petrus ‘wat moeten wij doen?’, geeft hij als antwoord: ‘U zult de gave van de heilige Geest ontvangen’ (Hand.2:38). Wat er gebeurde op die Pinksterdag, staat beschreven in Hand.2:1-13, het was de uitstorting van de Heilige Geest zoals die beloofd en aangekondigd werd door de Heer Jezus (Joh.7:39; 16:7; Hand.1:6; 2:33). Wat is de betekenis geweest van die uitstorting? Dat vinden we beschreven in 1 Kor.12:13, waar geschreven staat: ‘Want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt’. De Heilige Geest heeft ‘de verstrooide kinderen van God tot één vergaderd’ (Joh.11:52; 10:16).  De Gemeente wordt onder meer voorgesteld door het Lichaam (Ef.1:16-23; 4:7-16; Kol.1:15-18; Rom.12:4-8; 1 Kor.10:16-17; 12:8-13). De uitstorting van de Heilige Geest is een eenmalig gebeuren geweest, met een eenmalig doel, namelijk de vorming van de Gemeente (1Kor12:13). Iedere zondaar die nu tot geloof komt, ontvangt de Heilige Geest en wordt toegevoegd aan het Lichaam van Christus, de Gemeente. In Handelingen 8 en 10 vinden we nog twee groepen die aan de Gemeente toegevoegd moesten worden, namelijk de Samaritanen en de heidenen. In beide gevallen gaat het om bijzonder geval: het gaat hier om de eerste niet-joden die aan de Gemeente werden toegevoegd en daar moesten de apostel uit Jeruzalem aan te pas komen, om de eenheid met de gemeente in Jeruzalem te bewaren. In Handelingen 19:1-7 lijkt er een zeker tijdsverloop te zijn tussen de bekering en de Geestesdoop, maar dat kwam doordat deze discipelen van Johannes de doper nog niet de volledige christelijke geloofswaarheid kenden. In Handelingen 10 zien we weleer de gewone gang van zaken: Petrus verkondigt het evangelie, zijn toehoorders nemen het ter plekke aan, en worden onmiddellijk gedoopt in de heilige Geest (en even later ook in water). Niks geen handoplegging niks geen tijd tussen bekering en vervulling.

Wat we wel lezen in Hand.2:4 is, dat de gelovigen ‘vervuld werden met de Heilige Geest’, en dat is ook een opdracht voor ons (Ef.5:18)! Het Nieuwe Testament leert ons niets over een zgn. ‘tweede ervaring’ of doop met de Heilige Geest waarmee het spreken in tongen gepaard zou moeten gaan.

Welke Bijbelplaatsen spreken over de doop met de Heilige Geest?

Behalve een aantal tekstplaatsen in de evangeliën waar gesproken wordt over de ‘doop met de Heilige Geest (Mat.3:11; Mark.1:7; Luk.3:16; Joh.1:33), vinden we het verder in het NT slechts op drie andere plaatsen vermeld. Twee keer komt het voor in het boek Handelingen, de eerste keer in Hand.1:5: ‘Want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest worden gedoopt, niet vele dagen hierna’. De tweede plaats is Hand.11:15-16, maar dat is slechts een verwijzing van Petrus naar de gebeurtenis in Handelingen 2. De laatste plaats in het NT is 1Korinthiërs 12:13: ‘Immers, wij allen zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt’. Het begrip ‘doop met de Heilige Geest’ vinden we niet in de Bijbel, net zomin bijvoorbeeld als het begrip ‘drie-eenheid’ of ‘opname van de Gemeente’, maar uit het verdere onderwijs van de Bijbel blijken deze er wel te zijn.

Is de doop met de Heilige Geest een eenmalige historische gebeurtenis?

Uit de woorden van de Heer Jezus kunnen we concluderen dat met ‘de belofte van de Vader’ de doop met de Heilige Geest bedoeld wordt (vgl. Hand.1:4-5). De gebeurtenis die in Jeruzalem plaatsvond op de Pinksterdag (Hand.2:1-13), wordt dan ook door Petrus aangemerkt als de vervulling van deze belofte van de Vader (Hand.2:33). De Heer Jezus zelf heeft de Geestesdoop voorzegt. Na zijn opstanding zei Hij tegen zijn volgelingen (Luk.24:49): ‘En zie, Ik zend de belofte van de Vader op u; u echter, blijft in de stad totdat u wordt bekleed met kracht uit de hoogte.’ Blijkens Hand.1:8 wordt hier de gave van de Geest bedoeld. De ‘belofte van mijn Vader’ is dat wat de Vader beloofd heeft: de Heilige Geest, die al door de profeten was aangekondigd (Jes.32:15; 44:3; Ez.36:27; 37:14; Jl.2:28). De Heilige Geest kan strikt genomen maar één keer uitgestort worden – er kan maar één Pinksteren zijn, zoals er ook maar één ‘Golgotha’ is geweest, en de Gemeente kan maar één keer ontstaan zijn.

Is de doop met de Heilige Geest hetzelfde als de vervulling met de Heilige Geest?

Daarover bestaat veel verwarring. Vooral in zgn. ‘Pinksterkringen’ wordt veel gesproken over de doop met de Heilige Geest als een tweede ervaring. Vaak bedoelen ze daar dan mee de ‘vervulling met de Heilige Geest’. Ik geloof niet dat we de ‘doop met de Heilige Geest’ mogen gelijkstellen met de ‘vervulling met de Geest’, hoewel de ‘vervulling’ vaak dat is wat andere gelovigen met de Geestesdoop bedoelen. Iemand heeft gesproken van ‘verkeerde benaming – echte ervaring’ en ‘de term is niet het punt’. Hoe we het ook noemen, het is belangrijk dat het volledige pakket aan doopzegeningen in ons tot leven gewekt wordt, hoe dat ook gebeurt. De pinksterwerkelijkheid is veel belangrijker dan de terminologie.’ Dit mag geen vrijbrief zijn om Bijbelse begrippen naar willekeur te gebruiken. Als de Bijbel spreekt over de ‘doop met de Heilige Geest’, dienen we te beseffen dat dat een eenmalige historische gebeurtenis was, met als doel de vorming van de nieuwtestamentische Gemeente, het lichaam van Christus. Elke volgende interactie tussen de gelovige en de Heilige Geest valt onder het hoofd ‘vervullingen’. Deze ‘vervullingen’ kunnen telkens weer optreden – zij zijn niet alleen bedoeld voor het begin van ons leven als christen, maar zijn telkens weer herhaalbaar. Maar hoe u beide begrippen ook gebruikt, de opdracht voor elke gelovige blijft: ‘wordt vervuld met de Geest!’ (Ef.5:18).

Moet ik ook met de Heilige Geest worden gedoopt?

Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat naast de waterdoop geen tweede Geestesdoop nodig is. ‘Want, wij allen zijn door één Geest tot één Lichaam gedoopt!’ (1 Kor.12:13). Zonder hier verder op in te gaan, kunnen we zeggen dat de volgorde is: de bekering, daarna de waterdoop en dan het ontvangen van Gods Geest. Wat wel mogelijk is, is dat door gebrek aan onderwijs, veel gelovigen niets weten over het ontvangen en de inwoning van de Heilige Geest (vgl. Hand.19:2) en dat daardoor ook niets van de vrucht van de Geest in hun leven terug te vinden is.

Wat is de betekenis van de doop met de Heilige Geest?

Zoals gezegd: naast de twee vermeldingen in het boek Handelingen, is de vermelding van de doop met de Heilige Geest in 1Korinthiërs 12:13 de enige andere, maar wel zeer belangrijke vermelding, want daaruit kunnen we leren wat de betekenis is. ‘Immers, wij allen zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt’. Het ‘lichaam’ is een van de metaforen van de NT-Gemeente. Andere zijn o.a. Huis van God en Bruid van het Lam. In de brief aan de Efeziërs 1:22, maar ook wel op andere plaatsen, vinden we daarvan een bevestiging: ‘En Hij heeft alles aan zijn voeten onderworpen en Hem als hoofd over alles gegeven aan de gemeente, die zijn lichaam is.’ De Geestesdoop heeft, zoals gezegd, op de Pinksterdag plaatsgevonden (Hand.2), waardoor de Gemeente is ontstaan. Op de Pinksterdag zijn de afzonderlijke gelovigen door de Geestesdoop tot het ene lichaam samengevoegd, en als mensen tot geloof komen in de Heer Jezus worden zij aan dat lichaam toegevoegd. Door de Heer Jezus is deze ‘samenvoeging’ verwoord en aangekondigd in Johannes 10:16 ‘En Ik heb nog andere schapen, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik toebrengen, en zij zullen naar mijn stem horen; en zij zullen één kudde, één herder worden.’

Conclusie

Zoals altijd, dienen we Gods woorden met zorgvuldigheid en in hun juiste betekenis te gebruiken. We moeten ook oog hebben voor de terminologische verwarring die er op het christelijke erf soms heerst en ons kunnen inleven in de gedachtewereld van die ‘andere gelovige’, die vaak met andere woorden hetzelfde bedoelt. Zoals in dit artikel, dat iemand, als hij of zij spreekt over de ‘doop met de Heilige Geest’, de ‘vervulling met de Geest’ bedoelt! Iemand heeft gezegd: ‘de ervaringen met God die pinkstermensen hebben, zijn beter dan hun uitleg ervan’. Ik hoop dat uw uitleg van de doop met de Heilige Geest net zo goed is als de vervulling met de Geest in uw leven!

______________________________________________________________________________________________________________________________