Eschatologie – De Koning van het Noorden – Daniël 11

26 juli, 2023

Rubrieken: Eschatologie

De Koning van het Noorden

‘De Assyriër’

Daniël 11:36-12:13

Voorwoord

Hoofdstuk 11 en 12 van het boek Daniël leest als een spannend oorlogsverslag, een oorlog zopas beëindigd is. In werkelijkheid is het een vooruitblik op gebeurtenissen die nog moeten plaatsvinden en wie weet hoe snel al! De gebeurtenissen in onze huidige wereld geven mij, en met mij veel andere gelovigen, de overtuiging dat we ver op weg zijn naar het moment dat de Heer Jezus Christus zijn Gemeente zal komen halen, voordat Gods oordelen over deze aarde losbreken. Zo staat in de Bijbel dat we ‘zijn Zoon mogen verwachten, die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, die ons redt van de komende toorn’ (1Thes.1:10; 5:9). En die dag van zijn toorn (Op.6:17) zal niet lang meer op zich laten wachten is mijn overtuiging. De huidige wereldsituatie geeft immers ook, meer dan ooit, alle aanleiding om in die verwachting te leven! Vervulde profetie is een van de bewijzen van de Goddelijke inspiratie van de Bijbel, want alleen aan alwetende God kan kennis hebben van toekomstige gebeurtenissen en die zijn knechten de profeten de opdracht heeft gegeven deze op te schrijven (Am.3:7). ‘Hij openbaart ondoorgrondelijke en verborgen dingen, Hij weet wat in het duister is, en het licht woont bij Hem’ (Dan.2:22; Jes.46:10). Het is geen wonder dat er dan ook heel wat critici zijn die ontkennen dat er ook maar iemand is die de toekomst kan voorzeggen zoals Daniël dat gedaan heeft en met zoveel bijzonderheden over mensen, wereldrijken en gebeurtenissen (Dan.2 en 7). Hun ‘wetenschappelijke’ conclusie is dat het boek van Daniël pas achteraf geschreven moet zijn, als een geschiedkundig verslag van gedane zaken. Daarmee ontkennen ze de realiteit van profetie. Zij die God kennen als hun Vader door geloof in Jezus Christus hebben geen moeite met Goddelijke profetie, want: ‘Zo hebben wij het profetische woord des te vaster, en u doet er goed daarop acht op te geven als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten. Weet dit eerst, dat geen profetie van de Schrift een eigen uitlegging heeft. Want niet door de wil van een mens werd ooit profetie voortgebracht, maar heilige mensen van Godswege hebben door de Heilige Geest gedreven, gesproken’ (2Petr.1:19-21).

Inleiding

Aan de verzen 11-35 van hoofdstuk 11 gaan we voorbij, die zijn vervuld in de dagen van Daniël en zijn geschiedenis. We beginnen ons onderzoek met Daniël 11:36-12:13 dat nog volledig in de toekomst ligt en ik wil in dit artikel aandacht vragen voor ‘de koning van het noorden’, één van de koningen die een rol zal spelen in het eindtijdgebeuren. Het is opmerkelijk dat een groot aantal uitleggers van het profetisch woord geen onderscheid maken tussen de ‘koning van het noorden’ en ‘de koning van het verre noorden’ en dat ze deze twee koningen aan elkaar gelijkstellen. Dat komt wellicht doordat identificatie van de ‘koning van het noorden’ niet zo gemakkelijk is als het lijkt. Om u een idee te geven: Er zijn uitleggers die menen dat (1) Armageddon een conflict zal zijn tussen het Romeins rijk en een noordelijke confederatie; (2) Anderen denken aan het Romeins rijk, de koningen van het oosten en mogelijk Aziatische rijken. Weer anderen denken dat (3) het een conflict is tussen alle volken en God, of (4) een conflict tussen vier grote wereldmachten. Nog anderen denken dat (5) het een conflict is tussen het Romeins rijk, Rusland en de Aziatische rijken of (6) het sluit Rusland uit, maar denken dat het zal gaan tussen het Romeins rijk, de oosterse en noordelijke machten. Tenslotte is er nog de mening dat (7) Rusland als enige agressor in die tijd van betekenis is. Andere Bijbeluitleggers zijn echter van mening dat (8) Iran en/of Syrië ‘de koning van het noorden’ is, Rusland de koning van het verre noorden, Egypte de koning van het zuiden, de ‘Antichrist de koning van Israël en tenslotte de koning van het hersteld Romeins rijk. We gaan deze laatste visie in dit artikel verder uitwerken. De toekomst zal leren in hoeverre deze juist is.

Wat/wie is de Assyriër?

In mijn artikel ‘De beer is los’[1] en het vervolg daarop, heb ik aandacht besteed aan Gog en Magog, een macht die in de Bijbelboeken Ezechiël en Openbaring vermeld wordt. In dit artikel zal het gaan over de Assyriër, de koning van het noorden, de aartsvijand van Israël in het Oude testament. Of de Assyriër van toen helemaal gelijkgesteld kan worden met Iran en/of Syrië van vandaag is niet helemaal duidelijk, mede door de verschuiving van deze volkeren in de loop van de eeuwen. Maar het zijn wel beide volken die vijandig tegenover Israël staan en beide hun plaats in het noorden hebben ten opzichte van Israël. Meerdere profeten van het Oude Testament, zoals Daniël, Jesaja en Zacharia, spreken van de Assyriër en we willen dan ook zien wat zij te zeggen hebben. Andere profeten zijn Joël, Micha, Nahum, Jeremia en Psalm 83, maar we beginnen met de profeet Daniël en hopen niet alleen te weten te komen of de Assyriër de koning van het noorden is maar ook om tot een globaal overzicht te komen van de gebeurtenissen die in de eindtijd zullen plaatsvinden.

De Assyriër in Daniël

‘En de koning zal doen wat hem goeddunkt; hij zal zich verhovaardigen en zich verheffen tegen elke god, zelfs tegen de God der goden zal hij ongehoorde woorden spreken, en hij zal voorspoedig zijn, totdat de maat van de gramschap vol is; want wat vastbesloten is, geschiedt. Ook op de goden zijner vaderen zal hij geen acht slaan; op de lieveling der vrouwen noch op enige andere god zal hij acht slaan, want tegen alle zal hij zich verheffen. Maar in hun plaats zal hij de god der vestingen vereren: de god die zijn vaderen niet gekend hebben, zal hij vereren met goud en zilver en edelgesteenten en kostbaarheden. Maar in hun plaats zal hij de god der vestingen vereren: de god die zijn vaderen niet gekend hebben, zal hij vereren met goud en zilver en edelgesteenten en kostbaarheden’ (Dan.11:36-39).

De Assyriêr in Jesaja

‘En de Here ging voort nogmaals tot mij te spreken: Omdat dit volk de zacht vloeiende wateren van Siloach versmaadt en er vreugde is bij Resin en de zoon van Remaljahu, Daarom, zie, de Here doet over hen opkomen de machtige en geweldige wateren van de Rivier, de koning van Assur met al zijn heerlijkheid; deze zal buiten al zijn beddingen stijgen en buiten al zijn oevers rijzen’ (Jes.8:5-7).

‘Wee Assur, die de roede van mijn toorn is en in welks hand mijn gramschap is als een stok.

Tegen een godvergeten volk zal Ik [die] [koning] zenden, en tegen de natie waarover Ik verbolgen ben, zal Ik hem ontbieden om buit te behalen en roof te plegen en om het volk te vertrappen als slijk der straten. Doch hij zelf bedoelt dit niet zo en zijn hart beraamt het niet zo, want hij heeft in de zin te verdelgen en talloze volken uit te roeien’ (Jes.10:5-7).

De Assyriër in Zacharia

Zie, er komt een dag voor de Here, waarop de buit, op u behaalt, binnen uw muren verdeeld zal worden. Dan zal Ik alle volken tegen Jeruzalem ten strijde vergaderen; de stad zal genomen worden, de huizen zullen worden geplunderd en de vrouwen geschonden. De helft van de stad zal wegtrekken in ballingschap, maar de rest van het volk zal in de stad niet uitgeroeid worden’ (Zach.14:1-2).

De Assyriër in Zefanja

‘En Hij zal zijn hand tegen het Noorden uitstrekken, Hij zal Assur te gronde richten en Nineve tot een wildernis maken, dor als een woestijn’ (Zef.2:13).

Zeven ‘koningen’

Bij de beschrijving van de eindtijd, zoals we dat vinden beschreven in Daniël 11 en 12 en andere Bijbelgedeelten, komen we maar liefst zeven koningen, machthebbers of koninkrijken tegen, waarvan ik in het kort iets over wil zeggen, maar de meeste aandacht in dit artikel zal uitgaan naar ‘de koning van het noorden’.

(1) De koning van het verre of uiterste noorden

Deze koning is Gog en wordt vermeld in Gen.10:2, 1Kron.1:5, Ez.38, 39 en Op.19:17-18, 20:8. ‘Gij nu, mensenkind, profeteer tegen Gog en zeg: Zo zegt de Here Here: zie, Ik zal u, Gog, grootvorst van Mesek en Tubal! Ik zal u komen halen en u voortdrijven, u doen optrekken uit het verre noorden en brengen op de bergen van Israël’ (Ez.39:1-2). Algemeen wordt aangenomen dat hiermee Rusland en zijn bondgenoten bedoeld is. Let op de uitdrukkingen in het ‘verre’ of ‘uiterste’ noorden (Ez.38:6, 15; 39:2).

(2) De koning van het Romeins rijk

Deze ‘koning’ is het hoofd van het hersteld Romeins rijk (de EU). ‘En de tien horens die u hebt gezien, zijn tien koningen, die nog geen koninkrijk ontvangen hebben, maar één uur gezag als koningen ontvangen met het beest. Dezen hebben enerlei bedoeling en geven hun macht en gezag aan het beest’ (Op.17:12-13). Veel uitleggers geloven dat deze koning het ‘beest uit de zee’[2] is (Op.13:1-7).

(3) De koning van het zuiden

Er is geen ander zuidelijk rijk dat in verbinding met Israël heeft gestaan, dus dit kan niet anders zijn dan Egypte (Dan.11). Het heeft ook nog een prachtige toekomst: ‘Te dien dage zal er een heerbaan wezen van Egypte naar Assur, en Assur zal in Egypte komen en Egypte in Assur, en Egypte zal met Assur [de] [Here] dienen. Te dien dage zal Israël de derde zijn naast Egypte en Assur, een zegen in het midden der aarde. Omdat de Here der heerscharen het gezegend heeft met de woorden: Gezegend zij mijn volk Egypte en het werk mijner handen, Assur, en mijn erfdeel Israël’ (Jes.19:23-25).

(4) De koning van Israël

Dit is de antichrist, ‘het beest uit de aarde’[3] (Op.13:11-18; Dan.11:36v.). Er komt een moment waarop het volk Israël een koning over zich zullen stellen, een valse Messias, de Antichrist. Gelet op uitdrukkingen als ‘de god zijner vaderen’ en ‘de lieveling der vrouwen’ doen vermoeden dat het hierbij om een Jood zal gaan. De Heer Jezus heeft van deze geprofeteerd: ‘Ik ben gekomen in de Naam van mijn Vader en u neemt Mij niet aan. Als een ander komt in zijn eigen naam, die zult u aannemen’ (Joh.5:43). Het beest uit de aarde had twee horens, aan die van een lam gelijk, en het sprak als de draak’ (Op.13:11).

(5) De koning van het noorden

Deze koning is de Assyriër, de oude vijand van Israël in het Oude Testament. Te onderscheiden van ‘de koning van het verre noorden’! Hiermee kan het huidige Iran en/of Syrië bedoeld zijn, maar dat is niet met zekerheid te zeggen. In elk geval zijn het beide rijken die ten noorden van Israël liggen. ‘Wee Assur, die de roede van mijn toorn is en in welks hand mijn gramschap is als een stok. Tegen een godvergeten volk zal Ik [die] [koning] zenden, en tegen de natie waarover Ik verbolgen ben, zal Ik hem ontbieden om buit te behalen en roof te plegen en om het volk te vertrappen als slijk der straten’ (Jes.10:5-6).

(6) De koningen van de opgang van de zon (het oosten)

En de zesde goot zijn schaal uit op de grote rivier dat is de Eufraat, en zijn water droogde op, opdat de weg van de koningen die van de zonsopgang komen, bereid zou worden’ (Op.16:12; 9:13-16). We kunnen denken aan China of misschien eerder aan Iran en/of Syrië en sympathiserende volken. Anderen geven de voorkeur aan China, mede gelet op de grote aantallen die genoemd worden. ‘En het getal van de legers van de ruiterij was twintigduizend tienduizendtallen’ (Op.9:16).

(7) De Koning der koningen

Hiermee is zonder enige twijfel de Heer Jezus bedoeld, de Koning van de koningen en Heer van de heren (Op.19:16). Het zgn. statenbeeld van Daniël (Dan.2) laat ons zien dat het laatste rijk het rijk van de Christus is. ‘Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot de Oude van dagen, en men leidde hem voor deze; En hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen dienden hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en zijn koningschap is een, dat onverderfelijk is’ (Dan.7:13-14).

De eindtijd

Over de uitleg van Daniël 11:1-35 zijn de meeste bijbelleraars het wel eens, het is een profetisch overzicht die Daniël geeft en die in het verleden vervuld is geworden. Het is gewoon geschiedenis. Met vers 36 van hoofdstuk 11 breekt de ‘eindtijd’ aan. Een aantal keren wordt dit woord gebruikt in hoofdstuk 11 en 12. ‘Sommige van de verstandigen zullen struikelen, opdat er onder hen loutering, schifting en zuivering teweeggebracht worde, tot aan de eindtijd; want deze toeft nog tot de vastgestelde tijd’ (11:35). ‘Maar in de eindtijd zal met hem de koning van het Zuiden in botsing komen’ (11:40). ‘Maar gij, Daniel, houd de woorden verborgen, en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen’ (12:4). ‘Doch hij zeide: Ga heen, Daniel, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd’ (12:9). ‘Maar gij, ga het einde tegen, en gij zult rusten en opstaan tot uw bestemming aan het einde der dagen’ (12:13).

De Grote Verdrukking

Zowel het Oude als het Nieuwe Testament zeggen ons dat er een tijd van grote benauwdheid, een grote verdrukking zal komen, sinds er volkeren bestaan (Dan.12:1; Mat.24:21: Op.7:14). Deze verdrukking zal plaatsvinden in de laatste week van Daniël’s profetie over de zeventig weken jaarweken (Dan.9:24-27). ‘Wee, want groot is die dag, zonder weerga; een tijd van benauwdheid is het voor Jakob; maar daaruit zal hij gered worden’ (Jer.30:7). De gebeurtenis die het begin van de laatste jaarweek zal inluiden is het sluiten van een verbond van Israël met de leider van een tienstatenbond van Europa (zie: Dan.7:7-28). De reden voor dit verbond is om veiligheid te garanderen voor Israël. De periode van de Grote Verdrukking zal eindigen met de komst van de Messias.

Een denkbaar eindtijdscenario

Op grond van het bovenstaande zou je, uiteraard onder voorbehoud, tot het nu volgende eindtijdscenario kunnen komen. Na de Opname van de Gemeente zal een afvallig staatshoofd, de antichrist de macht krijgen in Israël (Joh.5:43; Dan.11:36-39; Jes.30:33; Zach.11:15-17; 1Joh.2:18,22) en zal een verbond sluiten met het Hoofd van het hersteld Romeins rijk, de Europese Unie, het beest uit de zee (Dan.9:27; Jes.28:14-15; Jes.57:9-11; Op.13:1v.; 11-13). Deze dictator van West-Europa wordt in Israël tot een afgod gemaakt (Mat.24:15; 2Thes.2:4; Op.13:11-18). In die tijd trekt de koning van het zuiden (Egypte) op tegen Israël (Dan.11:40). Ook de Assyriërs trekken op en overspoelen Israël. Ze worden door God gebruikt als zijn roede om het afvallige volk Israël te tuchtigen en worden daarbij gesteund door Gog, Rusland (Jes.8:5-8; Jes.10:5,28-32; Jes.28:2,14-19; Dan.9:27; Zach14:1-2; Dan.8:2). De Assyriërs nemen Jeruzalem in en ook Egypte wordt door hen overrompeld (Jes.10:24,32; Jes.28:14-19; Dan.11:40-43; Zach.14:1-4). De Europese legers snellen daarop Israël te hulp vanwege het verbond tussen de dictator van Europa en de antichrist (Op.16:13-16; Op.17:7-14; Op.19:19). Dan is het moment aangebroken waarop de Heer Jezus neerdaalt op de Olijfberg en als een Held ten strijde optrekt tegen zijn vijanden; dit is het begin van Zijn Davids regering (Ps.2; Zach.14:3-7; Hand.1:11; Ko.3:4). De Europese legers worden in het noorden van Israël, in Harmagedon, door Christus vernietigd (Op.17:14; Op.19:11-19; Dan.2:34-35; Dan.2:44-45; Dan.7:7-14). De leiders van de opstand, het beest en de valse profeet, worden in de hel geworpen (Op.19:20-21). Het teruggekeerde overblijfsel uit de twee stammen dat was gevlucht (Mat.24:15-21), verdrijft samen met de in Jeruzalem achtergebleven getrouwen de bezettingsmacht van de Assyriërs uit het land (Mi.5:4-5). Door geruchten uit het oosten en noorden keert de hoofdmacht van de Assyriërs met de koning van het noorden uit Egypte terug naar Jeruzalem (Dan.11:44-45; Jes.29:1-4). Christus vernietigt in Edom, de grootste hater van Zijn volk, de heidenvolken die in Edom zijn verzameld (Jes.63:1-6). Daarna komt de Heer Jezus uit Edom (Jes.63:1) naar Jeruzalem en vernietigt de Assyriërs en de koning van het verre noorden bij Jeruzalem (Jes.10:5-27; Jes.29:1-8; Jes.30:27-33; Jes.31:4-8; Dan.8:20-26; Dan.11:44-45). De rest van de goddeloze Joden wordt gedood (Jes.17:4-6; Zef.3:11,15; Zach.13:8-9; Zach.14:1-15) maar het gelovig overblijfsel van de Joden wordt verlost (Jes.10:20-27; Jes.28:16; Jes.29:1-8; Jes.30:18-26; Mi.5:1-8; Zef.3:12-20) en zij oordelen Jordanië, Arabië, de Palestijnen e.a. (Jes.11:11-16; Jl.3:4-8; Zefanja 2). Het overblijfsel van de tien stammen keert uit alle volken terug naar Israël (Mat.24:31) en Israël zal als één volk onder één Koning in vrede en veiligheid in het land wonen (Ez.37:15-28). De Russische machten met in hun gelederen de Perzen, Cusjieten en Puteeërs rukken tegen Israël op en worden op de bergen van Israël vernietigd (Ez.38:5). Tenslotte wordt Satan voor duizend jaren gebonden (Op.20:1-3).

Nawoord

De huidige tijd dwingt ons om het profetisch woord te onderzoeken en dat des temeer naarmate de tijd nadert van Jezus’ komst om zijn Gemeente op te halen en te brengen in het huis van de Vader (Joh.14:1)! We weten niet hoe het de komende tijd verder zal gaan met de oorlog tegen Oekraïne maar we hebben gezien was Rusland teweeggebracht heeft en nog zal doen in de nabije toekomst. Is de oorlog tegen Oekraïne de prelude van wat er in het Midden-Oosten zal plaatsvinden? We wachten af, maar tot die dag aanbreekt heffen wij onze hoofden naar boven vanwaar onze Verlosser zal komen! (Luk.21:28).

[1] Zie het artikel ‘De beer is los’ in de rubriek: Profetische Boeken

[2] Zie het artikel ‘Twee beesten’ in de rubriek: Eschatologie op mijn website.

[3] Zie het artikel ‘Twee beesten’ in de rubriek: Eschatologie op mijn website.

______________________________________________________________________________________________________________________