Christologie
De mensheid van Jezus
Deel 4
Inleiding
Naast zijn godheid worden we in de Bijbel ook op de mensheid van de Heer Jezus gewezen.
Zou dat niet het geval geweest zijn dat zou er geen middelaar, verlosser of redder geweest zijn. De hele waarheid met betrekking tot Christus ligt in beide gestalten, de goddelijke zowel als de menselijke. De Christus van God is de onvergelijkbare – en in niet geringe mate de onkenbare – gestalten van deze twee naturen. Het onderscheiden daarvan is betrekkelijk ongecompliceerd. Die gecompliceerdheid ontstaat wanneer deze twee gestalten zich in één persoon verenigen, zoals in Christus. Het doel van dit artikel is de ontdekking en erkenning van de mensheid van Christus. Er zijn verschillende perioden in het christendom van een omkering in de christologie te herkennen. De vroege eeuwen werden gekenmerkt door discussie om de mensheid van Christus vast te stellen, terwijl de huidige eis de erkenning van en de nadruk op zijn godheid lijken te zijn. In zijn evangelie heeft de apostel Johannes de godheid van Christus gepresenteerd, en in zijn brieven heeft hij op zijn menselijkheid gewezen. Het was tekenend voor de tijd toen hij schreef: ‘Hieraan kent u de Geest van God: iedere geest die Jezus Christus in het vlees gekomen belijdt, is uit God; en iedere geest die niet Jezus als in het vlees gekomen belijdt, is niet uit God; en dit is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en hij is nu al in de wereld’ (1Joh.4: 2-3). Daarom willen we in dit artikel aandacht besteden aan verschillende aspecten van de mensheid van de Heer Jezus. De Schrift verklaart dat Christus een menselijk lichaam, ziel en geest bezat, en dat Hij die emoties ervaarde die tot het menselijk bestaan behoren. Moeilijker wordt het wanneer er sprake is van twee wilsuitingen – een goddelijke en een menselijke – in de Ene Persoon. Hoewel dit probleem moeilijk is, wordt duidelijk in het Nieuwe Testament onderwezen dat Christus als mens een wil bezat die echter volledig werd overgegeven en onderworpen aan de wil van zijn Vader. De realiteit van zijn mensheid wordt bepaald door de aanwezigheid van feiten die duidelijk menselijk zijn en gedeeltelijk als volgt kunnen worden samengevat.
De mensheid van Christus was gekend van vóór de grondlegging van de wereld
Dit is vermeld in 1 Petrus 1:20 waar Christus verklaard wordt als ‘het Lam voorgekend vóór de grondlegging van de wereld’. Alle vermeldingen in het Nieuwe Testament van Jezus als het ‘Lam’ hebben te maken met zijn mensheid. Dat is van toepassing op zijn menselijk lichaam, als het perfecte offer voor de zonde. De mensheid van Christus, en ook het hele verlossingsplan, was door God bepaald vóór de grondlegging van de wereld. Het kruis, met het menselijk offer van Christus, is tijdloos in afkomst, doel en gevolg.
De verwachting van het oude testament was een menselijke Messias
Deze verwachting was tweeledig: (a) zoals uiteengezet in de typen en (b) zoals voorspeld in de profetie.
-
De typen. Er kunnen meer dan vijftig typen van de Heer Jezus worden gevonden in het
Oude Testament, die – de één meer dan de ander – te maken hebben met de mensheid van Christus. Het is klaar dat waar bloed wordt gestort, een lichaam geofferd of een type van een persoon vermeld wordt, het menselijke daarvan wordt aangegeven.
-
Slechts een paar gedeelten uit de Bijbel mogen voldoende zijn om de mensheid