De openbaring van God – Christendom

11 augustus, 2023

Rubrieken: Christendom

Christendom

God spreekt!

Over de openbaring van God

Inleiding

Dit artikel wil meer een praktische benadering van het onderwerp ‘openbaring’ zijn dan een wetenschappelijke theologische. Beschouw het daarom maar als een inleiding of, zoals u wilt, een artikel die uw interesse tot verdere studie van het onderwerp kan dienen.

 Hoe kunnen we weten dat God bestaat, en als Hij bestaat, hoe maakt Hij zich aan ons bekend. De middeleeuwse filosoof Thomas van Aquino (1224-1274) heeft geprobeerd met zijn ‘vijf godsbewijzen’ het bestaan van God aan te tonen. Hij leerde dat we door middel van de rede kunnen vaststellen dat God bestaat, daarvoor hebben we het geloof niet nodig. Als we bijvoorbeeld zien hoe doelmatig de natuur geordend is, dat alles wat er in de natuurlijke werkelijkheid gebeurt op een bepaald doel gericht is, dan kunnen wij daaruit de conclusie trekken dat er Iemand moet zijn, die die doelgerichtheid in de schepping gelegd heeft. Aldus Thomas. Maar kun je wel ‘bewijzen’ dat God bestaat? Bewijzen denk ik niet, wel geloven. En als je dan al gelooft dat God bestaat, hoe heeft Hij zich dan laten kennen en hoe kun je met Hem communiceren?

Het Grieks voor openbaring is apocalyps. Het woord openbaring en onthulling impliceert een openbaring en onthulling van onbekende dingen – een in zicht komen. Het is redelijk om te veronderstellen dat God, ervan uitgaande dat Hij bestaat, tot Zijn schepselen zou spreken die Hij in staat heeft gemaakt voor een dergelijke gemeenschap. Veel mensen vragen zich daarbij af ‘hoe’ God dan tot de mens spreekt? ‘Spreken’ wil in dit geval niet altijd zeggen wat wij eronder verstaan, maar spreken kan ook zonder woorden zijn. En daar wil ik dit artikel mee beginnen: God spreekt tot de mens door de natuur, het is geen sprake en het zijn geen woorden, hun stem wordt niet vernomen, toch gaat hun prediking uit over de ganse aarde en hun taal tot aan het einde der wereld. Of om het met de woorden van de Vlaamse dichter Guido Gezelle (1830-1899) te zeggen: ‘Mij spreekt de blomme een tale, mij is het kruid beleefd, mij groet het altemale, dat God geschapen heeft!

God spreekt door de Bijbel

De Bijbel is Gods Woord bij uitstek, wat zouden wij zonder de Bijbel zijn, en weten over onze afkomst, lot en bestemming? In de theologie wordt een onderscheid gemaakt tussen een natuurlijke openbaring en een bovennatuurlijke openbaring, soms ook algemene en bijzondere openbaring genoemd. De natuurlijke openbaring spreekt over Gods aanwezigheid in de natuur (schepping) en de overtuiging dat de mens het vermogen heeft Gods handelen in die schepping te (her)kennen. De Bijbel, Gods Woord behoort tot die bijzondere openbaring. De christelijke theologie beweert dat God Zichzelf aan de mens heeft geopenbaard. Hij heeft dat op een algemene manier gedaan, door middel van zijn schepping, en op een bijzondere manier, door middel van Gods Woord, de Bijbel en in de persoon van zijn Zoon Jezus Christus. We kunnen deze twee soorten openbaringen, de algemene en bijzondere als volgt definiëren: ‘Aan de ene kant is de algemene openbaring Gods communicatie aan alle mensen, in alle tijden en overal ter wereld. Aan de andere kant heeft de bijzondere openbaring te maken met Gods bijzondere manifestaties, zoals we die in de Bijbel, Gods Woord ontvangen hebben. Bepaalde vragen kunnen niet met behulp van de algemene openbaring worden beantwoord, maar wel door de bijzondere openbaring. Dit zijn vragen als: Hoe kan ik gered worden? Waarvan moet ik gered worden? Wanneer zal het oordeel plaatsvinden? De bijzondere openbaring is dus ‘bijzonder’, omdat het de sleutel is die de deur naar hemel en aarde opent. Wanneer iemand de Bijbel bestudeert, dan zal hij Gods meest directe vorm van de bijzondere openbaring aantreffen: de persoon van Jezus Christus. De leer, de daden en vooral de opstanding van Christus, zoals geopenbaard in de Bijbel, leggen de hoeksteen voor de bijzondere openbaring en een solide fundering voor het Christelijke theïsme.

God spreekt door de schepping

‘De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk van zijn handen’ (Ps.19:1-6). Wie kent ze niet deze woorden op muziek gezet door de componist Händel (1685-1759)? En wat te denken van zijn tijdgenoot Johann Sebastian Bach (1685-1750) met zijn onvergetelijke ‘Mattheuspassion’? Of de Vier Jaargetijden van Antonio Vivaldi (1678-1741)? Prachtige muziek geïnspireerd door de Bijbel, die de eeuwen hebben doorstaan en overal nog ten gehore worden gebracht, en waarin God wordt beleden als de Schepper van hemel en aarde. Dat geloof, dat God de wereld tot stand heeft gebracht, is in onze tijd verdrongen door de evolutie, een voortbrengsel van de zogenaamde Wetenschap, de god van deze eeuw. De evolutietheorie, een theorie die nog nooit is bewezen, is toch dogma verheven, en daardoor onaantastbaar voor kritiek. Hoe prachtig de documentaires ook zijn, en hoe geweldig de beelden ook zijn die tot ons komen van opnamen van het heelal, het heeft mijn geloof in God als Schepper nooit aangetast, ik zou zijn eerder het tegenovergestelde zeggen, nog versterkt! Trouwens welke antwoorden kan de evolutietheorie geven op de levensvragen die elk mens heeft: wie ben ik, waar kom ik vandaan en waar ga ik heen? De Bijbel geeft daarop antwoord, en ook op het doel van de schepping: ‘Want toorn van God wordt van de hemel geopenbaard over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen die de waarheid in ongerechtigheid bezitten; omdat wat van God gekend kan worden onder hen openbaar is, want God heeft hen hun geopenbaard – want van de schepping van de wereld af worden wat Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, worden uit zijn werken met inzicht doorzien, opdat zij niet te verontschuldigen zijn, omdat zij, hoewel zij God kennen, Hem als God niet verheerlijkt of gedankt hebben, maar in hun overleggingen zijn tot dwaasheid vervallen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden’ (Rom.1:18-21). ‘Want Hij sprak en het was er, Hij gebood en het stond er’ (Ps.33:9).

God spreekt door de geschiedenis

Het gedeelte van het Oude Testament vanaf Jozua tot en met 2 Kronieken wordt traditioneel aangeduid als de Historische Boeken. Zij vertellen de geschiedenis van het volk Israël vanaf de intocht in het beloofde land tot en met de wegvoering in ballingschap. Het gaat echter duidelijk niet om geschiedschrijving in de moderne zin van het woord. Zijn de Historische Boeken geschiedenisboeken? Voor wie is deze Bijbelse geschiedenis dan wel geschreven? Het Nieuwe Testament geeft ons daarop het antwoord. Paulus refereert in zijn boodschap aan de gelovigen van Korinthe aan een aantal gebeurtenissen uit het Oud Testament, zoals de doortocht door de Rode Zee, het manna en rots waaruit het water vloeide (Ex.14:22; 16:4, 35; 17:6) en hij zegt daarvan: ‘Al deze dingen nu zijn hun overkomen als voorbeelden en zijn beschreven tot waarschuwing voor ons’ (1Kor.10:11). De nadruk ligt in dit verse op ‘waarschuwing’, maar in de brief aan de Romeinen ligt dan weer de nadruk op ‘onderwijs of raad’: Want alles wat tevoren geschreven is, is tot onze lering geschreven, opdat wij door de volharding en door de vertroosting van de Schriften de hoop hebben’ (Rom.15:4). Maar er is meer, want wanner in het verhaal van rijke man en arme Lazarus (Luk.16) de rijke man die dan gestorven is en Abraham vraagt om zijn boers ernstig te waarschuwen, zegt deze tot hem: Zij hebben Mozes en de profeten, laten zijn naar hen luisteren’ (Luk.16:30). Maar ook de weg tot behoudenis wordt daarin al voorgesteld wanneer de Heer Jezus tot de Schriftgeleerden zegt: ‘Gij onderzoekt de Schriften, omdat u meent daarin eeuwig leven te hebben; en die zijn het die van Mij getuigen, en toch wilt u niet tot Mij komen, opdat u leven hebt’ (Joh.5:39). Het is dan ook moeilijk te bevatten dat er nog altijd gelovigen zijn die denken dat het Oude Testament geen functie meer heeft! God spreekt door de geschiedenis tot ons, maar ook door de Bijbel tot ons, zowel het Oude als het Nieuwe Testament.

God spreekt door de profetie

Een bijzondere manier van ‘spreken’ door God, is de verkonding van de toekomstige dingen: ‘Ik, die van den beginne, de afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is’ (Jes.46:10). Een groot gedeelte van het Oude Testament bevat profetieën over diverse zaken zoals het handelen van God met de volken – denk aan de voorzeggingen daarover in Daniël 2 – over de komende Christus, de toekomst van Israël enz. Al deze oudtestamentische profetieën worden in het Nieuwe Testament verder uiteengezet en verklaard. Veel zaken waren namelijk in het Oude Testament verborgen en zijn eerst in het Nieuwe Testament, door de Heer Jezus en later door de apostel Paulus, bekendgemaakt. In het evangelie naar Mattheüs zegt de Heer Jezus tot zijn discipelen: ‘Ik zal mijn mond opendoen in gelijkenissen; ik zal dingen uitspreken die van de grondlegging van de wereld af verborgen zijn geweest’ (Mat.13:35; Ps.78:2). Later openbaard de apostel Paulus ‘verborgenheden’ of ‘geheimenissen’, want aan hem was het rentmeesterschap om het Woord van God te voleindigen, de verborgenheid, die van alle eeuwen en geslachten verborgen is geweest, maar die nu geopenbaard is aan de heiligen (Kol.1:25). Wat waren dat voor onderwerpen die Paulus mocht bekendmaken? (1) Dat de Heer Jezus het Middelpunt is van Gods plannen (Rom.16:25; 1Kor.2:7); (2) Over de toekomst van het volk Israël (Rom.11:25); (3) Dingen met betrekking tot de Gemeente (Ef.3:9, 5:32; Kol.1:26, 2:2); (4) In verband met Christus’ eeuwige heerschappij (Ef.1:9-11); (5) Christus komst (1Thes.4:13-18; 1Kor.15:51-52; Joh.14:1-3). Al die dingen zijn ons bekend gemaakt, naar de belofte van de Heer Jezus toen Hij de komst van de Heilige Geest aankondigde. De Geest zou de discipelen ‘in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb’ dat ging over het verleden (Joh14:16). De Geest zou ons ‘in de hele waarheid leiden’, dat gaat over het heden. De Geest zou ‘de toekomstige dingen verkondigen’ dat gaat over de toekomst.

God spreekt door de zijn Zoon

‘Nadat God vroeger vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij in het laatst van deze dagen tot ons gesproken in de Zoon’ (Heb.1:1). God heeft gesproken in Zoon, dat wil zeggen God is Mens geworden. ‘Het Woord is vlees geworden’ (Joh.1:14). Met andere woorden God heeft zelfs de moeite genomen om in Christus naar ons toe te komen om, en ‘God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou oordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden’ (Joh.3:17). In de gelijkenis van de onrechtvaardige landlieden vinden we dat heel duidelijk geïllustreerd, zó duidelijk dat zelfs de overpriesters en farizeeën het hebben begrepen, leest u maar: ‘Er was een heer des huizes die een wijngaard plantte, en hij zette er een omheining omheen, groef een persbak daarin en bouwde een toren; en hij verhuurde hem aan landlieden en ging buitenlands. Toen nu de tijd van de vruchten was genaderd, zond hij zijn slaven naar de landlieden om zijn vruchten te ontvangen. En de landlieden namen zijn slaven, sloegen de één, doodden de ander, en stenigden de derde. Opnieuw zond hij andere slaven, meer dan de eersten, en zij deden met hen hetzelfde. Ten slotte nu zond hij tot hen zijn zoon en zei: Zij zullen mijn zoon zullen ontzien. Toen de landlieden echter de zoon zagen, zeiden zij onder elkaar: Deze is de erfgenaam, komt, laten wij hem doden en zijn erfenis in bezit nemen’ (Mat.21:33-38). Maar Gods stem kun je het zwijgen niet opleggen, zoals we weten, want er komt een uur, en het is nu, dat de (geestelijke) doden de stem van de Zoon van God zullen horen, en zij die deze hebben gehoord, zullen leven. Verwondert u hierover niet over, want er komt een uur dat allen die in de graven zijn, zijn stem zullen horen’ (Joh.5:25, 28).

Tot slot

Natuurlijk kun je dit artikel verder aanvullen met onderwerpen als: God spreekt tot mijn hart, geweten of in stilte. Ja, God heeft vroeger op vele malen en op vele wijzen tot ons gesproken en de vraag is: Is er iemand die luistert? De waarschuwing aan de Hebreeën was: ‘Kijkt u uit dat u Hem die spreekt, niet afwijst. Want als zij niet ontkomen zijn, die Hem afwezen die op aarde Goddelijke aanwijzingen gaf, hoeveel te minder wij, als wij ons afwenden van Hem die van de hemelen spreekt’ (Heb.12:25). Luister u?

___________________________________________________________________________________________