Christendom – Gevaren die het volk van God bedreigen

11 augustus, 2023

Rubrieken: Christendom

Christendom

‘Gevaren die het volk van God bedreigen’

‘Ik weet, dat na mijn vertrek wrede wolven bij u zullen binnenkomen, die de kudde niet sparen; en uit uzelf zullen mannen opstaan, die verdraaide dingen spreken om de discipelen achter zich af te trekken. Daarom waakt, en herinnert u dat ik drie jaar, nacht en dag, niet heb opgehouden ieder met tranen terecht te wijzen. En nu draag ik u op aan God en aan het woord van zijn genade, die machtig is op te bouwen’ (Hand.20:29-32)

Inleiding

Was de apostel Paulus een zwartkijker of een pessimist toen hij afscheid nam van de oudsten van de gemeente te Efeze en hun bovenstaande waarschuwing gaf? Ik denk dat Paulus’ bezorgdheid die hij voor de gemeente had, mede aanleiding was voor deze waarschuwing (2Kor.11:28). Natuurlijk was hij iemand die een bijzonder inzicht had in de toekomst, getuige zijn brieven aan o.a. de Thessalonicenzen. Je kunt je afvragen of deze waarschuwing tijd- en plaatsgebonden was en dus alleen de gemeente te Efeze betrof. De geschiedenis bewijst helaas dat het niet tijd- of plaatsgebonden was en we kunnen dan Paulus’ waarschuwing ter harte nemen, ook vandaag. De apostel Paulus heeft een waarschuwing doen uitgaan over een komend gevaar. Kort voor zijn vertrek naar Rome waarschuwde hij de Romeinse hoofdman met de woorden: ‘Mannen, ik zie dat de vaart zal plaatsvinden met ongemak en grote schade, niet alleen van de lading van het schip, maar ook van ons leven. De hoofdman echter had meer vertrouwen in de stuurman en de schipper dan in wat door Paulus werd gezegd’ (Hand.10-11). Hoe de apostel aan die kennis kwam? In Hand.27:23 vinden we beschreven hoe de apostel ‘geïnformeerd’ werd: Hij zegt tegen de schepelingen het volgende: ‘Vannacht stond bij mij een engel van de God van Wie ik ben, die ik ook dien, en hij zei: Wees niet bang, Paulus, u moet voor de keizer verschijnen; en zie, God heeft u allen geschonken die met u varen. Houdt daarom goede moed, mannen, want ik geloof God, dat het zo zal gaan als tot mij is gesproken.’ Ook verder tijdens de gebeurtenissen van deze scheepsreis zien we dat Paulus voortdurend advies aan de bemanning en passagiers gaf. En zoals hij voorzegde, gebeurde, voor ons een reden om acht te geven op zijn waarschuwingen.

De waarschuwingen die de apostel Paulus richtte aan de eerste christenen die in de begintijd van het christendom leefden, zijn daarmee niet uitgeput. Aan ons, die leven in de laatste dagen van het christelijk getuigenis op aarde, hebben de apostel Paulus en de andere apostelen meerdere waarschuwingen nagelaten die we in de Bijbel terugvinden. Die willen we in dit artikel onderzoeken, uitwerken en hopelijk ook ter harte nemen.

Het Woord

 ‘Uw Woord is de Waarheid’ (Joh.16:16)

 Een van de grootste gevaren in onze tijd is de kritiek op de Bijbel als het Woord van God. God openbaart zich in de natuur en in de geschiedenis op een algemene manier aan de mens; in de Bijbel op een bijzondere manier. Die twee openbaringen staan niet op zichzelf of naast elkaar, maar vormen één geheel. Kunnen we in de geschiedenis Gods handelen met deze wereld ontdekken en in de natuur zijn eeuwige kracht en goddelijkheid (Rom.1:20), dan kunnen we in de Bijbel daarvan de schriftelijke weerslag vinden. Maar de Bijbel, Gods Woord, gaat veel verder dan alleen maar de algemene openbaring te verklaren. Gods Woord is de Waarheid op alle gebieden van cultuur en wetenschap. Gods Woord is ook daarin ‘bijzonder’, dat het ons inzicht verschaft over de meest diverse zaken. Wat zouden wij weten over God, de schepping, het evangelie of de toekomst – om maar een paar dingen te noemen – als we de Bijbel niet zouden bezitten?

Paulus droeg de gelovigen op aan ‘Gods Woord en zijn genade’ bij zijn afscheid in Milete (Hand.20:32). Welke plaats heeft Gods Woord in uw en mijn leven? Is het bij u ook zoals bij de gelovigen in Thessaloniki, van wie geschreven staat ‘dat ze het gepredikte Woord van God hadden ontvangen en aangenomen, niet als een mensenwoord, maar (zoals het werkelijk is) als Gods Woord, dat ook in hen werkzaam was’ (1Thes.2:13)? De erkenning dat God zich in zijn Woord op een bijzondere wijze aan ons heeft geopenbaard, dient ertoe te leiden dat datzelfde Woord door ons gehoorzaamd wordt. Wanneer we dan onze zielen gereinigd hebben in de gehoorzaamheid aan de waarheid, door de Geest, en opnieuw geboren zijn, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God, verlangen we dan ook niet vurig, als pasgeboren kinderen, naar de zuivere melk van het Woord, opdat we daardoor zouden opgroeien (1Petr.1:22-2:2)?

Het is dan ook niet zonder reden dat de duivel er grote baat bij heeft als wij aan dat Woord ongehoorzaam zouden worden en/of ons laten verleiden tot allerlei valse leer. Daarover gaat het volgende gedeelte.

Valse leraars

Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen afvallig zullen worden van het geloof en zich zullen wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen’ (1Tim.4:1).

De duivel doet zich voor als een engel van het licht, maar dat ‘licht’ is dan wel vals. Om zijn valse leer te verspreiden in zijn poging om de mensen – ook gelovigen – te misleiden, gebruikt hij profeten.

Die waren er al in de begintijd van het christendom, maar nog veel meer in onze tijd. De mogelijkheden die de duivel vandaag ter beschikking staan, zijn echter vele malen groter dan die in de tijd van de apostel Paulus! De moderne media, vooral internet, geven daarvoor volop de gelegenheid. Let wel, internet is op zich neutraal, zoals zo veel uitvindingen, en het kan ten goede maar ook ten kwade worden gebruikt en deze laatste toepassingen zijn helaas talrijk.

Naast de vele sekten die uit de 20e eeuw bekend geworden zijn, zoals o.a. de Mormonen en de Jehova’s getuigen, is de grootste bedreiging voor het volk van God vandaag de zgn. Bijbelkritiek die als gevolg van de Verlichting in de 18e eeuw opkwam, maar waarvan het vernietigend werk als een verlaat verschijnsel zich voordoet in onze tijd. Bedoeld is die Bijbelkritiek waarin het erom gaat de geloofwaardigheid, authenticiteit en integriteit van de verschillende Bijbelboeken onderuit te halen.

In die opkomende Verlichting was geen ruimte meer voor een geloof in wonderen, in goddelijke openbaring, in inspiratie van de Schrift, en in het ‘bovennatuurlijke’ in het algemeen. Het verstand was gaan heersen over de Schrift. Het motto van de Verlichting was ‘Sapere aude!’ (Hebt de moed om verstandig te zijn!). De Britse filosoof John Locke beschouwde de rede als de ‘laatste rechter en gids in alle dingen’. De Bijbel was niet meer de norm. De gevolgen voor het christelijk geloof? Dat van de Bijbel niet veel meer overbleef dan dat het een oud boek was. Veel kerkelijke leiders hebben het geloof in de Bijbel als het Woord van God opgegeven, waardoor veel kerken vandaag de dag leeg zijn, de kerkgangers het spoor bijster zijn geraakt en nu zoeken naar een andere invulling van hun geestelijke behoeften. Omdat de Verlichting min of meer een Europees verschijnsel is, is het verval van normen in cultuur en kerk hier ook het grootst; elders in de wereld zien we zelfs een groei van het christendom. De wereld waarin wij hier leven en die gekenmerkt is door het materialisme, heeft dan ook geen moeite om de leegheid van de mensen op te vullen. Daarover gaat het volgend onderdeel van deze studie.

Materialisme

‘Heb de wereld niet lief, noch wat in de wereld is’ (1Joh.2:15)

De industriële revolutie – ontstaan rond 1750 in Engeland – heeft onze wereld tot een moderne wereld gemaakt waarin het ons aan geen ding ontbreekt en waar schijnbaar niets onmogelijk is (vgl. Gen.11:6). Maar hoeveel voordelen die ‘revolutie’ voor de mens ook mag hebben gehad, ze heeft ook haar negatieve kanten, ook voor gelovigen. Onze samenleving wordt gekenmerkt door het materialisme, dat gedefinieerd kan worden als: ’de filosofie die de werkelijkheid, ook emoties en andere processen in het menselijk brein, uiteindelijk herleidt tot materie, dit in tegenstelling tot het idealisme of het spiritualisme’. In een recente studie over de gevolgen van het materialisme bij mensen vond ik volgende conclusie: ‘Materialisme maakt ongelukkig – daarover is nu weinig twijfel meer. Hoe materialistischer mensen zijn ingesteld, dus hoe meer ze geld, bezit en status najagen, hoe minder gelukkig ze zijn.’

In de gelijkenis van de zaaier en het zaad waarschuwde de Heer Jezus voor het materialisme; hoewel dat woord toen vermoedelijk nog niet bestond. ‘En dit zijn zij bij wie in de dorens gezaaid wordt: zij horen het Woord, maar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom en de begeerten naar al het andere komen erbij en verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar’ (Mark.4:18,19). Wij, volgelingen van de nederige Jezus, die tegen de discipelen zei: ‘De vossen hebben holen, en de vogels in de lucht nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets waarop Hij het hoofd kan neerleggen’, hebben meer wereldse goederen en comfort ter beschikking dan welke generatie voor ons. We lezen van Mozes dat hij de schatten van Egypte de rug toekeerde om de rijkdom die Christus geeft te kunnen bezitten (Heb.11:25,26). Bent u ook bereid, mocht u in een situatie komen die zo’n beslissing vereist, die beslissing te nemen en alle welvaart en bezittingen op te geven voor de rijkdom die Christus geeft (Heb.10:34)?

De mogelijke beïnvloeding van het materialisme in het leven van gelovigen kan leiden tot passiviteit, daarover gaat het volgende onderdeel.

Passiviteit

 ‘Laten wij onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen gewoon zijn, maar elkaar vermanen en dat zoveel temeer naarmate u de dag ziet naderen’ (Heb.10:25).

Passiviteit is niet denkbaar zonder haar tegenpool, de activiteit. Ze horen bij elkaar, hoewel zij tegenovergestelde richtingen aangeven. Een goed voorbeeld om het onderscheid tussen passiviteit en activiteit te illustreren, kunnen we waarnemen op de eerste de beste begraafplaats. De begrafenisondernemer is actief, de dode is passief. De een neemt actie, de ander ondergaat die actie. Wat misschien wel normaal is op een begraafplaats, is abnormaal in de kerk. We zien meer en meer megasamenkomsten die gekenmerkt worden door passiviteit van het merendeel van de aanwezigen. Een begrensd aantal van min of meer professionele acteurs geeft gestalte aan de dienst, de rest van de aanwezigen ondergaat die dienst. De voorganger, net zoals de begrafenisondernemer, voert zijn professionele taak uit, terwijl de rest van de kerkleden ontspannen en passief geniet van de dienst. Zulke diensten zijn een goed georkestreerd gebeuren en hebben weinig meer te zien met een samenkomst zoals beschreven in 1Kor.14:26-40. Denk maar aan de Lakewood Church de megakerk van Joel Osteen in Houston (USA) met 16.800 zitplaatsen. Francis Chan, een voormalige leider van een megakerk zegt in een video op YouTube ‘Why I Left The Megachurch I Created!’ dat zulke megakerken een verspilling zijn van ongebruikte gaven die God aan zijn kinderen gegeven heeft. Passiviteit is niet handelen, wat je ook zou kunnen bestempelen als luiheid. Je niet bezighouden met de dingen die boven zijn (Kol.3:2) zet de deur open voor de dingen van de wereld. In ieder geval kunnen we in de gemeenten en ook in organisaties veel inactiviteit waarnemen. Dat heeft vaak allerlei oorzaken. Mensen gaan vaak grote financiële verplichtingen waarna het min of meer noodzakelijk is – om aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen – dat zowel de man als de vrouw een volledige dagtaak vervullen. Als er dan nog kinderen komen, wordt de beschikbare vrije tijd nog meer beknot, zodat er vaak voor gemeentelijke activiteiten geen tijd meer is. Ik wil geen oordeel uitspreken over wat andere gelovigen doen of laten, maar het is en blijft een feit dat het moeilijk is een vacature in het geestelijk werk ingevuld te krijgen.

Een herbezinning over de roeping, inhoud en opdracht van een christen is wellicht nodig, gepaard gaande met bepaalde beslissingen om een verandering te bewerkstelligen willen we een vruchtbaar leven leiden in Gods koninkrijk. ‘Zoekt eerst het Koninkrijk van God!’

Ten slotte

’U dan, geliefden, nu u dit van tevoren weet, weest op uw hoede dat u niet, door de dwaling van de zedelozen meegesleept, afvalt van uw eigen standvastigheid, maar groeit op in de genade en kennis van onze Heer en Heiland Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als tot de dag van de eeuwigheid. Amen.’ (2 Petrus 3:17,18)

Dit artikel zouden we kunnen uitbreiden met nog veel meer gevaren, maar die kunt u zelf wel bedenken en dit artikel laat niet toe om daar dieper op in te gaan. ‘Een gewaarschuwd mens telt voor twee’ zegt het spreekwoord; dat betekent dat iemand die vooraf weet wat er fout kan gaan, er zich op moet voorbereiden. Als gelovige mag ons dat zeker iets te zeggen hebben want door Gods Woord zijn we gewaarschuwd.

Ja, de apostel Paulus was bezorgd over de gemeente, want hij wilde haar graag als een reine maagd voor Christus stellen (2Kor.11:2). Bent u bereid zich daarvoor persoonlijk in te zetten, zodat Hij de Gemeente waar ook u deel van uitmaakt, voor Zich zou kunnen stellen zonder vlek of rimpel (Ef.5:27)?

_________________________________________________________________________________________________________________________________________