De vervallen ten van David – Ezechiël 37-48

24 juli, 2023

Bijbelboeken: Ezechiël

‘De vervallen tent van David weer opgebouwd’

Ezechiël 37-48

‘Daarna zal Ik terugkeren en de tent van David weer opbouwen die vervallen is’ (Hand.15:16)

Inleiding

Over Gods handelen met betrekking tot zijn verbondsvolk Israël laat Gods Woord ons niet in het ongewisse, er worden ons een overvloed van teksten gegeven zowel in het Oude als het Nieuwe Testament. Eeuwenlang is daar door de kerk geen aandacht aan besteed, omdat men ervan uitging dat er voor Israël geen toekomst meer was omdat haar plaats was ingenomen door de kerk. Ik doel op het zgn. substitutionalisme (de vervangingstheologie) dat is de leer dat de Kerk het ‘geestelijk Israël’ is en daarmee in Gods heilswegen de plaats van Israël heeft ingenomen. Ik denk dat het volk Israël daar veel onrecht mee aangedaan is. Na het ontstaan van de staat Israël in 1948 is daar gelukkig verandering ingekomen en hebben velen afgedaan met het vergeestelijken van teksten betreffende het herstel en toekomst van Israël. Maar ook vóór 1948 waren er al velen die in een toekomstig herstel van Israël geloofden en verkondigden.

Ik hanteer een letterlijke uitleg van Gods Woord zoals ook de Heer Jezus deed. Ik voel mij daarbij in goed gezelschap omdat mij geen enkele profetie uit het Oude Testament bekend is die door de Heer Jezus vergeestelijkt wordt. De profetieën zijn te gedetailleerd om vergeestelijkt te kunnen worden en op de kerk toegepast. De Heer Jezus voorzegde een toekomst voor het Joodse vol (Luk.22:29), de apostel Paulus (Rom.11) en eveneens de apostel Johannes (Op.22:1-6). Ook word ik door de gebeurtenissen die plaatsvinden in onze huidige wereld keer op keer bevestigd in mijn overtuiging dat er voor het volk Israël nog een geweldige toekomst is weggelegd! De vervallen tent van David zal weer worden opgebouwd en de heerlijkheid des Heren zal weer terugkeren! (Ez.43:2).

Een hersteld volk (hoofdstuk 37)

Van de scheuring van het rijk in 10 en 2 stammen, dat plaats vond na de dood van koning Salomo (1Kon.12), is het volk nooit herstelt en zulk een herstel moet dus nog plaatsvinden. In Ezechiël 36 vinden we oorzaak vermeld waarom Israël onder de volken is verstrooid geworden (vs.16, 21). In datzelfde hoofdstuk wordt tevens Israëls herstel aangekondigd (vs.24-38) dat verder wordt uitgewerkt in het daaropvolgende hoofdstuk 37. Israël zal terugkeren naar het land Israël (Ez.11:17), naar uw land en naar hun land (Ez.11:17; 36:24; 37:21) en het begin van de vervulling van die profetieën daarvan was, toen in 1948 de staat Israël werd opgericht. De herrijzenis van Israël wordt beschreven in het gezicht was Ezechiël kreeg van het dorre doodsbeenderen dal. Uit vers 11 leren we de betekenis van deze dorre beenderen: ‘Mensenkind, deze beenderen zijn het gehele huis Israël’. Dan volgt een beschrijving van een geleidelijk herstel: de beenderen voegden zich aaneen, er kwamen spieren op en vlees en er trok een huid overheen (vs.7-8). Dat is wat we gezien hebben de laatste decennia een geleidelijk groei van het volk Israël en het in cultuur brengen van het land. Moerassen zijn drooggelegd, steden en dorpen gesticht, het land tot ontwikkeling gebracht en vanaf 1882 zijn er meer dan 3 miljoen Joden uit alle vijf continenten teruggekeerd naar hun vaderland zodat er nu meer dan 6 miljoen Joden wonen. Wie had dat kunnen bedenken toen tijdens de twee wereldoorlog miljoenen Joden werden uitgeroeid in de holocaust? Zoals zij zeggen: Onze beenderen zijn verdord en onze hoop is vervlogen! (Vs.11), maar dan hebben ze buiten de Here God gerekend want Hij heeft gedachten van vrede over hen en niet van onheil, om het volk Israël een hoopvolle toekomst te geven (Jer.29:11). Maar één ding ontbrak nog… geest was er nog niet in hen! Het meest fundamentele ontbreekt nog, hun terugkeer naar God! Iedereen die wel eens een bezoek heeft gebracht aan het land Israël weet dat er niet veel gelovige Joden zijn. Statistisch hangt 82% het joodse geloof aan maar dat is meer cultuur dan echt geloof, zoals dat ook in België of andere landen in Europa het geval is. Maar een terugkeer naar het land is niet voldoende, er moet ook een terugkeer naar de God van het land zijn!

De hereniging (hoofdstuk 37)

Het laatste gedeelte van hoofdstuk 37 beschrijft de hereniging van de 10 stammen van Israël en de twee stammen Juda en Benjamin. Er zal een wonder gebeuren, de twee en tien stammen zullen weer tot één volk worden, zoals de twee stukken hout tot één worden. Spreekt het eerste gedeelte van dit hoofdstuk over het recente verleden en de herrijzenis van het volk Israël, het tweede gedeelte spreekt over de hereniging van het volk in de nabije toekomst. Eén volk en één koning, want ‘mijn knecht David zal hun voor eeuwig tot vorst zijn! (37:24, 25). Wie anders dan de Heer Jezus zal die Koning zijn! Er zal een verbond gesloten worden: ’Zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik met het huis van Israël en het huis van Juda een nieuw verbond sluiten zal’ (Jer.31:31). ‘Mijn heiligdom, mijn woning zal voor eeuwig te midden van hen staan (vs.26-28). De beschrijving daarvan vinden we terug in de hoofdstukken 40-46. Zoals bekend verondersteld weten we dat een groep religieuze Joden al jarenlang bezig is met de voorbereiding van de herbouw van de tempel. Maar zover is het nog niet want er staat nog heel wat te gebeuren en ook daarvan zien we de schaduwen duidelijker en duidelijker worden, ik bedoel de situatie in het Midden-Oosten. Want niet alleen Israël is weer in het land, de vijgenboom, maar ook alle andere ‘bomen’ (landen) zijn uitgelopen Luk.21:29-30). We denken maar aan Iran, Irak, Syrië, Libanon en Jordanië, stuk voor stuk staten die er honderd jaar geleden nog niet waren. Alle genoemde landen staan zeer vijandig tegenover Israël, het bewijs van hun vijandigheid vinden we in de diverse oorlogen die Israël in haar korte bestaan heeft moeten voeren om niet onder de voet gelopen te worden. En die vijandigheid neemt met de jaren die verstrijken toe en zal tot het hoogtepunt komen in de slag van Armageddon, waarvan we een beschrijving vinden in de volgende twee hoofdstukken!

De overwinning (hoofdstuk 38-39)

In de volgende hoofdstukken wordt de strijd beschreven tussen Gog, in het land Magog en ‘het land (Israël) dat zich van de krijg heeft hersteld, een volk dat uit het gebied van vele volken bijeengebracht is op de bergen Israëls’ (38:8). Gog zal een persoon zijn zoals blijkt uit vers 2, hij is namelijk de grootvorst van Mesek en Tubal. Drie keer wordt er ook gesproken dat ze komen uit het verre noorden (38:6,15; 39:2), terwijl van Israël gezegd wordt dat ze op de navel der aarde wonen, wat symbolisch verstaan moet worden als de levenslijn waarmee God met het volk in verbinding staat. Het is door een groot aantal bijbeluitleggers algemeen aanvaard onder Rusland Gog en Magog Rusland te verstaan, mede door de klankverwantschap van Mesek (Moskou) en Tubal (Tobolsk). Verder zien we in dit gedeelte dat Gog en Magog een grote rol gaan spelen in de eindtijd. Sedert enkele jaren weten we dat Rusland permanente militaire basissen in Syrië heeft en een marinebasis in Tartous en een grote rol speelt in het Midden-Oosten. Daardoor wint Rusland aan invloed in dit gebied. Kort na het uitbreken van de Arabische Lente in 2011 barstte de burgeroorlog in Syrië uit en vanaf die tijd is het Midden-Oosten veranderd in regio vol conflicten. We denken maar aan het conflict tussen Saudi-Arabië en Yemen en daaraan gerelateerd de vijandschap en spanningen tussen Saudi-Arabië en Iran. De strijd tegen de IS die ook nu, in 2019 nog lang niet opgelost is en mogelijk weer op gaat laaien nu Turkije het noorden van Syrië is binnen gevallen om tegen de Koerden te strijden. En dan Syrië zelf dat totaal verdeeld en verwoest is en vanwaar miljoenen inwoners gevlucht zijn naar Europa of in kampen in Turkije zitten. Je houdt je hart vast bij zoveel geweld en verwarring; waar gaat dit eindigen? Gods Woord leert ons dat de uiteindelijk strijd tegen Israël zal gaan en daarover gaan deze twee hoofdstukken. In de strijd tegen Israël zal Gog de leider zijn van de aanval op Israël en andere krijgsbende en volken zullen hem helpen (38:15,22). Te dien dage zullen er plannen in zijn hart opkomen en zij zullen een aanslag beramen. Dat dit door God zo beschikt is, daarvan zal hij geen besef hebben, want zij kennen de gedachten des Heren niet en verstaan zijn raadslag niet, dat Hij hen verzamelt als schoven op de dorsvloer’ (Mi.4:12).

Daar, op de bergen van Israël, zal de Here hen vernietigen en Israël uitkomst geven. We weten niet hoe de situatie zich in de komende tijd zal gaan ontwikkelen maar wat we wel met zekerheid kunnen zeggen is dat de voorzeggingen in Gods Woord vervuld zullen worden.

De nieuwe tempel (hoofdstuk 40-46)

De tempel zoals beschreven in deze hoofdstukken is nog nooit gebouwd en zal dus nog moeten plaatsvinden. Er zijn vier interpretaties met betrekking tot de beschrijving van de tempel. (1) De ideale interpretatie. Deze visie vergeestelijkt de beschrijving van de tempel in die zin dat men hierin een voorbeeld ziet van hóe de dienst aan God zou moeten plaatsvinden ook voor de nieuwtestamentische gemeente. Maar hen die de vergeestelijkingstheorie aanhangen zullen grote moeite hebben deze hoofdstukken uit te leggen omdat er zoveel details gegeven worden. Misschien kun je beter zeggen dat je met de vergeestelijkingstheorie alles kunt ‘uitleggen’! (2) Een andere visie is dat de beschrijving van de tempel door Ezechiël een voorbeeld is hoe deze gebouwd moest worden ná de ballingschap onder Ezra en Nehemia. Maar de oudere Joden huilden toen die tempel klaar was, niet omdat het te vergelijken was met de tempel van Ezechiël, maar die van Salomo! (Ezra 3:10-13). (3) De derde visie is dat het een beschrijving is, en vooruitblik van de tempel die Johannes in het boek Openbaring 21 beschrijft. (4) De letterlijke interpretatie. In deze beschrijving ziet men de blauwdruk van de tempel die in het Vrederijk in gebruik zal worden genomen. Deze visie neemt de tekst letterlijk en vergeestelijkt het niet, maar dat wil niet zeggen dat alles wat er staat gemakkelijk is om uit te leggen. Om te beginnen weten we dat er over twee tempels gesproken wordt in het Nieuwe Testament. De eerste is de tempel waarin de antichrist, de mens van de zonde, de zoon van het verderf zichzelf vertonen dat hij God is (Dan.9:24, 26-27; Mat.24:15; 2Thes.2:1-4; Op.11:1, 15:5). De tweede is de tempel die Ezechiël beschrijft en in het Vrederijk aanwezig zal zijn. Het is niet alleen Ezechiël die spreekt over een toekomstige tempel voor Israël maar ook andere profeten. Voor verdere studie verwijs ik naar de volgende teksten: Jes.2:1-5, 60:7,13; Jer.33:18; Jl.3:18; Mi.4:2; Hag.2:7-9; Zach.6:12-15, 14:16, 20-21).

De tempel is belangrijk, maar nog meer is de heerlijkheid die de tempel zal vervullen. Gods heerlijkheid had de tabernakel eerder verlaten (1Sam.4:19-22). De tabernakel werd vervangen door de tempel van Salomo, waaruit de heerlijkheid was vertrokken, voordat deze door de Babyloniërs werd vernietigd (Ez.9:3; 10:4; 11:22-23). Er is geen bewijs dat Gods heerlijkheid in de tempel van Herodus aanwezig is geweest, dan alleen in de Persoon van de Heer Jezus en in die betekenis bracht Hij de heerlijkheid van God terug naar de tempel (Joh.1:14; Hag.2:7). Wanneer de Heer Jezus zal komen op de Olijfberg zal de heerlijkheid van God weer aanwezig zijn en de tempel vervullen (Ez.43:1-5; Hand.1:9-12; Zach.14:4)

Het nieuwe land (hoofdstuk 47-48)

Door het water dat onder de drempel van het huis, ten zuiden van het altaar gaat stromen, zal het land herleven. Alle zegen van God komt vanaf het altaar. Ezechiël beschrijft de genezing van het land als zegen voor het volk, er zal een geweldige verandering plaatsvinden. Het water zal oostwaarts stromen en in de zee worden uitgestort; de Dode Zee. Overal waar de beek komt ontstaat er leven. De Dode zee zal levend worden en er zullen vissen van allerlei soorten zijn die de vissers in hun netten zullen vangen. Vruchtbomen zullen opschieten en vrucht dragen vanwege het water dat uit het heiligdom komt. Leven, genezing, vrucht en groei zijn in dit gedeelte de kernwoorden. Een vergelijking met Openbaring 22:1-5 ligt voor de hand. Wie ooit in Israël is geweest en de streek van de Dode Zee heeft bezocht zal het niet meer herkennen. De grenzen van het land worden beschreven, de Middellandse Zee zal de westgrens zijn; het noorden een lijn van Tyrus naar Damascus; in het oosten zal de rivier de Jordaan en de Dode Zee de grens vormen; en het zuiden zal de rivier van Egypte de grens zijn. Alle stammen zullen zich binnen deze grenzen zijn en geen aan de overkant van de Jordaan. De verdeling van het land wordt beschreven in hoofdstuk 48. ‘Dit is het land, dat gij ten erfdeel moet verloten onder de stammen Israëls, en dit zijn hun delen, luidt het woord van de Here Here’ (vs.29).

Ezechiël sluit af met een beschrijving van de poorten van de stad, waarvan de naam voortaan zal zijn: de Here is aldaar.

____________________________________________________________________________________________