Gelijkenissen – De Ware Wijnstok – Johannes 15

28 juli, 2023

Rubrieken: Gelijkenissen

Bijbelboeken: Johannes

Gelijkenissen

‘De Ware Wijnstok’

Johannes 15:1-8

Inleiding

Een mogelijke indeling van het evangelie naar Johannes, is naar het voorbeeld van de tabernakel in het Oude Testament. Hoofdstuk 1-12, waar de Heer Jezus tot alle mensen sprak, kun je gelijkstellen met de Voorhof, die toegankelijk was voor alle Israëlieten. In hoofdstuk 13-16 spreekt de Heer Jezus tot zijn discipelen en dat verwijst naar het Heilige, waar alleen de priesters mochten komen. Hoofdstuk 17 dan, waar de Heer Jezus spreekt tot zijn Vader, is te vergelijken met het Heilige der Heiligen, alleen toegankelijk voor de Hogepriester. De rest van het Evangelie is dan te lezen als een ‘nawoord’. De hoofdstukken 13-16 kun je dan ook opvatten als ‘hoger onderwijs’ voor Jezus’ discipelen. In hoofdstuk dertien demonstreert de Heer Jezus zijn discipelen in de voetwassing hoe hun houding ten opzichte van elkaar dient te zijn. In het volgende hoofdstuk spreekt Hij dan over hun gemeenschappelijke toekomst in het Vaderhuis. En ten slotte, in hoofdstuk vijftien, de bekende gelijkenis van de Wijnstok en de ranken, waar we ons nu in willen verdiepen.

Wie, en wat ben ik?

‘Ik ben de wijnstok, u de ranken’

 Veel mensen worstelen met vragen als ‘wie en wat ben ik’, we kunnen dat een identiteitscrisis noemen. Gelovigen hoeven zo’n crisis niet te hebben, want de Heer Jezus leert ons wie en wat we zijn en wat het doel is van ons leven. Wij zijn de ranken, Hij is de Wijnstok en wij zijn hier om vrucht te dragen. Als je dat begrepen en geaccepteerd hebt dan zal het gemakkelijker voor je zijn betekenis en inhoud aan je leven geven. Hoe ben je een rank aan de Wijnstok geworden? Door te geloven en te aanvaarden dat de Heer Jezus je Verlosser is door het verlossingswerk, door Hem volbracht op het kruis op Golgotha. Je bent door geloof in een levende relatie met de Heer Jezus gekomen. Je bent geen een lid van een of andere religieuze groep; je bent een levende rank verbonden met een levende Wijnstok. Toen je je hebt overgeven aan de Heer Jezus, is er een eenheid ontstaan, zoals dat tussen een rank en een wijnstok het geval is. De reden dat God je heeft gered is dat je vrucht zou dragen in deze wereld. Als gelovige leef je in een hongerige wereld waar mensen sterven aan een gemis aan geestelijk realiteit. De rank draagt geen vrucht opdat de rank gevoed zou worden, maar hij dracht vrucht opdat anderen er gebruik van zouden kunnen maken. Het is één van de voorrechten van het geestelijk leven dat je het kunt delen met anderen. Daarvoor zijn we hier. Vruchtdragen is een heel mooi proces. Het eerst komen er de bladeren, dan de bloesem en uiteindelijk de vrucht. God zorgt voor de voeding, het water van beneden en de zon van boven. Dagelijks groeit de plant en brengt vrucht voort. Als je verwacht dat er onmiddellijk vrucht komt zul je teleurgesteld worden. Vrucht ontstaat geleidelijk; de rank moet daarvoor in de wijnstok blijven opdat overvloedig vruchtdragen mogelijk wordt. Dus, de reden waarom de Heer je heeft gemaakt en gered is dat je vrucht zou dragen. Jij bent de rank Hij is de Wijnstok en je bent hier om vrucht te dragen, dat een ander niet voor jou kan doen. Dat te weten en te accepteren geeft zin aan je leven en kan een identiteitscrisis oplossen of voorkomen.

Ranken en Vruchten

‘Ik ben de wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft en Ik in hem, die draagt veel vrucht.’ (Joh.15:5)

Het is duidelijk dat je verbonden moet zijn met de Heer om vrucht te kunnen voortbrengen, want ‘zonder Mij kunt u helemaal niets doen’, zegt de Heer Jezus (Joh.15:5). Als deze levende eenheid er niet is, zul je nooit vrucht kunnen voortbrengen. Want vrucht is het resultaat van leven. Maar wat mogen we onder ‘vrucht’ verstaan? Veel gelovigen denken dan onmiddellijk aan het brengen van het evangelie aan anderen opdat die tot geloof komen, en dan zien ze dat als een vrucht, wat op zich niet verkeerd is. Zo spreekt ook Paulus wanneer hij aan de gelovigen te Rome schrijft, dat hij zich dikwijls had voorgenomen hen te bezoeken, om ook onder hen enige vrucht te hebben (Rom.1:13). Maar dat is niet alles, er is meer! Vruchten kunnen ook uw praktische heiliging zijn. ‘Want toen u slaven van de zonde was, was u vrij ten opzichte van de gerechtigheid. Welke vrucht had u dan toen van de dingen waarover u zich nu schaamt? Immers, het einde daarvan is de dood. Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en slaven van God geworden, hebt u uw vrucht tot heiliging, en het einde het eeuwige leven’ (Rom.6:20-22). De verandering van uw gezindheid als vrucht van de Geest die zichtbaar wordt in liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, en zelfbeheersing (Gal.5:22). Verder vrucht dragen in alle goed werk (Kol.1:10) en ook uw lofprijs aan God is een vrucht (Heb.13:15). Dus laat u zich niet beperken! In veel gelijkenissen verwijst de Heer Jezus naar wat we in de schepping kunnen waarnemen, zo ook wat betreft het dragen van vrucht door een rank die verbonden is met een wijnstok. Wanneer een plant vrucht voortbrengt, dan mag je ervan uitgaan dat er leven is en ook dat de wortels een gezonde activiteit hebben (Ps.1:3).

Reinigen en snoeien

‘Elke rank die vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt’

We zijn misschien wel bereid om meer, of veel vrucht te willen voortbrengen, maar de reiniging of het snoeien dat daarmee gepaard gaat kan pijnlijk zijn, en willen we liever niet ondergaan. Een wijngaardenier behandelt de ranken op twee manieren: hij neemt de dode takken weg, die geen nut hebben, en de levende takken snoeit hij opdat ze in het groeiproces niet vertraagd worden en de kwaliteit niet in gevaar komt. Zelfs neemt de wijngaardenier sommige druiven weg opdat de rest van goede kwaliteit zal zijn. God wil dat beide kenmerken in ons leven zichtbaar worden: kwantiteit en kwaliteit. Het reinigingsproces kan alleen uitgevoerd worden door mensen die daarvoor zijn opgeleid en weten wat ze doen. Wanneer de plant aan zichzelf zou worden overlaten zal er niet veel vrucht komen. Het meest slechte wat God met ons, zijn kinderen, kan doen, is ons aan onszelf overlaten en niet ingrijpen in ons leven. ‘De kinderen die God liefheeft tuchtigt hij’ (Heb.12:6). Snoeien wil niet zeggen dat uitsluitend het slechte wordt weggenomen, maar ook dat het goede kan worden weggenomen opdat het beste tevoorschijn kan komen. Hoe God kan ingrijpen in ons leven? Wel, dat kan zijn door zijn Woord die ons op een verkeerde wandel wijst, of omstandigheden die ons dingen duidelijk maken, of tuchtiging door God zelf. Het doel zal altijd zijn dat er vrucht, meer vrucht of veel vrucht in ons leven zal zijn. Ingrijpen, snoeien of reiniging in het leven van een gelovige is niet zinloos of doelloos, maar dient ervoor dat onze Vader verheerlijkt wordt (15:8).

Meer vrucht

‘Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt’ (15:8)

 Zoals hierboven vermeld zijn er verschillende soorten ‘vrucht’ die God wil dat we ze dragen. Maar de Schrift maakt ook duidelijk dat ‘vruchtdragen’ een voortgaand proces is. We lezen over vrucht… meer vrucht… veel vrucht (Joh.15:2, 3, 5). De Heer Jezus zegt: ‘Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt’ (15:8). Hoe is die vermeerdering mogelijk? Ik geef twee antwoorden op deze vraag. Ten eerste, als u en ik als ranken volharden in de gemeenschap met Christus, want dan ontwikkelen we een diepere relatie met Hem. De verhinderingen om groei tegen te gaan worden daardoor geëlimineerd en verwijderd, en de Heer is dan in staat meer in ons, en door ons te werken. Hoe meer we ons met Christus bezighouden des te beter zullen we vrucht dragen. Ten tweede, de vrucht in ons heeft zaad in zich voor meer vrucht. Als anderen deel krijgen aan deze vrucht beginnen ze zelf ook vrucht te dragen; wat resulteert in meer vrucht’ en ‘veel vrucht’. Het is mogelijk succes te hebben in de kerk of een christelijke organisatie, maar dat heeft weinig te maken met vruchtdragen als je niet vruchtdraagt vanuit een diepe relatie met Christus. Om ‘meer’ of ‘veel’ vrucht te produceren dient de rank gereinigd of gesnoeid te worden. Vrucht voortbrengen geschiedt geleidelijk, zoals we dat ook in de natuur zien, en het komt niet door inspanning. Voorwaarde is dat de rank verbonden blijft met de wijnstok! Vrucht voortbrengen is het uiteindelijke doel van een gelovige, want de Heer heeft ons gesteld opdat we heengaan en vrucht dragen voor God (Rom.7:4). Vruchten die ontstaan, zijn bestemd voor God en anderen. Maar centraal staat het woord ‘Wie in Mij blijft’, daar staat of valt uw hele leven als gelovige mee.

Kan een gelovige verloren gaan?

‘Als iemand niet in Mij blijft wordt hij buitengeworpen als de rank en verdort; en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij verbranden’ (Joh.15:6)

Op grond de gelijkenis van de ware Wijnstok wordt vaak gesuggereerd dat een gelovige verloren kan gaan. Het is niet toegelaten om op grond van deze gelijkenis een leer te ontwikkelen waardoor zou blijken dat een gelovige verloren zou kunnen gaan. Men gaat dan voorbij aan het doel van een gelijkenis, en dat is ‘vruchtdragen’ en niet ‘dat een gelovige verloren kan gaan’! Hier gaat het over het dragen van vrucht door een discipel van de Heer. Het zou immers ook in tegenspraak zijn met eerdere woorden van de Heer zoals: ‘Wie tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen’ en ‘Mijn schapen horen mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij. En ik geef hun eeuwig leven, en zij zullen geenszins verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze rukken uit mijn hand’ (Joh.6:37 en 10:27-30). Maar ook het verdere onderwijs van de Schrift leert dat een wedergeboren persoon niet verloren kan gaan. Niets of niemand kan ons scheiden van de liefde van Christus! (Rom.8:39). Uiteraard is het wel zo, dat als iemand, die zegt een discipel van Jezus te zijn, in zonde leeft, we mogen twijfelen aan zijn bekering (vgl.1Kor.5:11-13). ‘Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden’ (Rom.10:9). God ziet het hart aan, wat wij niet kunnen, maar we mogen iemand aanspreken op wat hij of zij met de mond belijdt, maar dat staat los van de vraag of iemand verloren is of kan gaan!

Het christelijk geloof is niet voorwaardelijk, dat wil zeggen er zijn geen voorwaarden verbonden aan de ontvangen behoudenis, dit in tegenstelling van de beloften gegeven aan het volk Israël (zie: Deut.28). We zijn behouden geworden uit genade, door het geloof en dat is een gave van God (Ef.2:8). Een rank die geen vrucht draagt is nutteloos, en een gelovige die geen vrucht draagt ook. Als er ook maar iets verwijst naar een goddelijk ingrijpen in het leven van een gelovige met beroep op Johannes 15:6, dan is dat een disciplinair ingrijpen als tucht (Heb.12:4-11). Een goddelijk ingrijpen in een vooraf toegezegde eeuwige bestemming is iets wat de Schrift niet leert. Wel is ‘is er zonde tot de dood’ (1Joh.5:16; 1Kor.11:30), maar ook dat verwijst niet naar een verloren gaan van een wedergeboren persoon, maar van een vroegtijdig wegnemen! We zijn behouden door genade zonder eventuele toevoegingen, anders is genade geen genade meer. Het ‘in Hem blijven’ heeft in de gelijkenis te maken met vruchtdragen en niet met de behoudenis als zodanig.

_____________________________________________________________________________________________________________________________