'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God.
‘Treedt toe, laten wij ons nederwerpen en ons buigen, knielen voor de Here, onze Maker; want Hij is onze God, en wij zijn het volk dat Hij weidt, de schapen zijner hand’ (Ps.95:6-7; 100:3; Jes.53:7).
Inleiding
Mensen zijn als schapen die afhankelijk zijn van een herder voor hun leven en onderhoud. Gods volk wonen tezamen als zijn kudde, de Gemeente, zich verblijdend in zijn goedheid en volharden in de gemeenschap met elkaar. Jezus zag de zondaar als een schapen zonder herder. ‘Toen Hij de menigte zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, zoals schapen die geen herder hebben’ (Mat.9:36).
‘Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open’ Jes.53:7)
De Heer Jezus is ons gelijk geworden en als een lam ter slachting geleid en Hij was als een schaap dat stom was voor zijn scheerders.