Gelijkenissen – Drie gelijkenissen – Verloren schaap, munt, zoon – Lukas 15

28 juli, 2023

Rubrieken: Gelijkenissen

Bijbelboeken: Lukas

Gelijkenissen

Drie Gelijkenissen

Lukas 15

Verloren en Gevonden

De drie gelijkenissen in dit hoofdstuk zijn gegeven in reactie op de kritiek van de Farizeeën en de Schriftgeleerden omdat de Heer Jezus had gegeten met zondaars. Deze ‘zondaars’ waren die Joden die zich niet hielden aan de Wet en de tradities van de oudsten en waren daarom de verschoppelingen van Israël. De Heer Jezus had al eerder duidelijk gemaakt dat hij was gekomen voor zondaars en niet voor hen die zichzelf rechtvaardig achten zoals de Schriftgeleerden en de Farizeeën (Luk.5:32).

De Heer Jezus zag deze ‘zondaars’ in wat ze werkelijk waren; verloren schapen die een herder nodig hadden; verloren munten die geen waarde hadden maar die weer in circulatie gebracht moesten worden; verloren zonen die het nodig hadden om terug in gemeenschap met de vader gebracht te worden.

Zoeken (Luk.15:1-10)

Gelijkenis van het verloren schaap

Een herder is verantwoordelijk voor elk schaap en als er één verloren is gelopen of gedood, dan moest hij het zelf weer goed maken. Schapen lopen verloren vanwege hun eigen domheid; ze lopen weg zonder het gevaar daarvan in te zien. De Heer Jezus was gekomen om ‘te zoeken en te behouden hen die verloren waren’ (Luk.19:10). Let op de nadruk die ligt op de vreugde in deze drie gelijkenissen; de herder verheugt zich, zijn vrienden verheugden zich en in de hemel was blijdschap.

Gelijkenis van de verloren munt

De ketting met tien munten was een hoofdband dat aangaf dat zo’n vrouw in Israël getrouwd was. Het verlies van één van de munten beschadigde haar ketting en bracht de vrouw in verlegenheid. Zoals de munt, dragen de zondaars het beeld van God en zijn waardevol (Luk.20:24-25; Gen.1:26); maar ze zijn verloren en raakten uit de roulatie. Wanneer ze worden gevonden, zijn zondaars bruikbaar en in staat om God te dienen. Nog maar eens is er vreugde bij de vrouw, haar buurvrouwen en de engelen omdat hetgeen verloren was gevonden is.

Gelijkenis van de verloren zoon

Wat wil dat zeggen om verloren te zijn? Het wil zeggen, zoals de schapen, niet in veiligheid zijn en op een gevaarlijke plaats verkeren; of zoals de munt, onbruikbaar te zijn en niet in roulatie (vgl. Mat.25:25-27). In het geval van de gelijkenis van de verloren zoon, betekende het geen gemeenschap hebben met de Vader en buitengesloten zijn van de vreugde van het gezin.

Wachten en Verwelkomen (Luk.15:11-24)

Ook bij de gelijkenis van de verloren zoon moeten we onszelf eraan blijven herinneren dat de Heer Jezus sprak tegen de farizeeën en Schriftgeleerden die Hem verweten te eten met zondaars en tollenaars. En in deze gelijkenis vinden we bij uitstek een zondaar in de verloren zoon. Maar het hoeft niet alleen een gelijkenis te zijn, een verhaal dat vroeger eens gebeurde, het gebeurt ook nu nog, in onze dagen, dat jonge mensen verloren lopen in deze wereld en dat vaders en moeders zijn verlaten. Er staat trouwens ook niet dat het een gelijkenis is! Was het trouwens niet beter geweest dat de vader geweigerd zou hebben op de vraag van de zoon om vroegtijdig zijn deel van het vermogen van de vader in zijn bezit te krijgen? Ik denk het wel, hij had niet aan de vraag van de jongste zoon tegemoet moeten komen en hem erop wijzen dat hij maar moest wachten tot het moment dat hij zou gaan sterven. Door zijn vraag om zijn aandeel is het alsof de zoon daarmee wilde zeggen dat hij al uitzag naar de sterfdag van de vader. Ook in onze tijd zien we dat de jongeren niet kunnen wachten en dat ze alles wat hun hartje begeerd onmiddellijk wensen te hebben en de ouders zijn dan vaak te toegeeflijk. Maar het zijn sterk benen die de weelde kunnen dragen, zegt een spreekwoord, en dat zien we ook in het verloop van de gebeurtenissen in het leven van de jongste zoon. Hij raakte al gauw aan lagerwal.

Het is van betekenis dat de vader zijn zoon niet ging zoeken, maar thuis afwachtte totdat de jongen thuis zou komen. Toen de jongen dan terugkwam, haastte de vader zich om hem te begroeten. Zoals schapen verloren lopen, zijn sommige zondaars verloren door hun eigen domheid; en, zoals de munten, sommige zijn verloren door de zorgeloosheid (Ps.107). Maar de zoon was verloren omdat hij daarvoor zelf gekozen had, en de vader wachtte tot het moment dat zijn wil gebroken was en zich onderwierp.

De keuze die de jongste zoon maakte om zijn erfenis vroegtijdig te ontvangen, was eigenlijk zijn vader te vragen om te sterven! Het moet het hart van de Vader gebroken hebben, maar hij gaf de jongen zijn deel van de erfenis. Op dezelfde wijze heeft God zijn rijkdom met verloren zondaars gedeeld, en ze hebben het verkwanseld (Hand.14:15-17; 17:24-28). Het was niet door de verkeerde dingen in zijn leven waardoor de jongen tot andere gedachten kwam, maar de herinnering aan de goedheid van de vader (vs.17; Rom.2:4).

In het Midden-Oosten is het niet gebruikelijk dat de oude mannen snel lopen; maar de vader liep snel vanwege het medelijden met de zoon. De zoon was voor zijn familie en dorp in ongenade gevallen en zou gestenigd kunnen worden (Deut.21:18-21). Als zij stenen gegooid hadden, dan zouden ze de vader geraakt hebben. Het beste kleed zal wel het duurste kleed van de vader geweest zijn; de schoenen geven aan dat de zoon niet een dienstknecht was (ondanks zijn verzoek); en de ring was het bewijs van zijn zoonschap. Weer is er sprake van vreugde, want wat verloren was is gevonden!

Smeken (15:25-32)

De oudste broer is in deze gelijkenis op de achtergrond, en toch vormt hij de sleutel van het verhaal. Als het zo is dat de verloren zoon vergeleken kan worden met de ‘tollenaars en de zondaars’, dan vinden we in de oudste zoon een beeld van de Schriftgeleerden en de Farizeeën. Er zijn zonden van het vlees, maar ook zonden van de geest (2Kor.7:1). De religieuze leiders mogen dan wel geen grote openbare zonden hebben gepleegd zoals de jongste zoon had gedaan, maar toch waren ze zondaars, schuldig aan onterechte kritiek, een liefdeloze houding, trots en niet vergevingsgezind.

Omdat de jongste zoon zijn erfenis had ontvangen, behoorde het landgoed aan de oudste zoon, maar het was hij, die weggelopen was van de vader, die het voordeel verkreeg. Als de jongste zoon weer thuiskwam dan zou er verwarring over de erfenis ontstaan zijn, daarom wilde zijn broer niet dat hij terugkwam, hij keek helemaal niet naar hem uit.

Zo ontdekken we dat de oudsten zoon een ‘verborgen agenda’ had, hij verlangde ernaar een feest te houden met zijn vrienden. Hij werd kwaad op zijn broer dat hij terugkwam naar huis en op zijn vader die hem verwelkomde en hem vergaf. Net zoals de Schriftgeleerden en de Farizeeën bleef hij buiten de vreugde en gemeenschap van hem die was vergeven.

Door buiten het huis te blijven, vernederde de oudste zoon zijn vader en zijn broer. Zijn vader had hem kunnen gebieden om binnen te komen, maar hij gaf er de voorkeur aan om naar buiten te gaan en hem te smeken om te komen. Dat is wat de Heer Jezus deed met de religieuze leiders, maar ze waren niet te overtuigen. Ze dachten dat ze rechtvaardig waren vanwege hun voorbeeldige houding, maar ze stonden buiten de gemeenschap van de Vader en zouden zich hebben moeten bekeren en om vergeving vragen.

__________________________________________________________________________________________________________________________