'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus.
Met Dwight L. Moody breekt in de tweede helft van de negentiende eeuw een nieuwe fase aan in het tijdperk van “Filadelfia”, namelijk de verbreiding en verdieping van de boodschap. Zoals te verwachten valt, ligt haar oorsprong in Amerika, een land dat nu eenmaal is ingesteld op “bigness” en graag alles in het groot doet. Gods Geest heeft in die tijd opmerkelijke mannen opgewekt om kanaal van Hem te zijn, en Moody is een van de meest bekende, naast anderen zoals Charles Haddon Spurgeon en Andrew Murray. Dwight Lyman Moody werd in 1837 in Northfield, Massachusetts, geboren. Zijn voorvaders behoorden tot de Puriteinen, maar dat was aan zijn ouders niet meer te merken: hij kreeg een ouderwetse, christelijke opvoeding, naar Christendom en Kerk betekenden weinig meer voor hem dan routine. Niets wees erop dat hij eenmaal een groot evangelist zou worden, zijn opleiding was maar gering en in 1854 werd hij bediende in de schoenenzaak van zijn oom Holton in Boston. Maar God had anders beslist en zou deze jongeman gebruiken om datgene te doen waarover later, in 1872, iemand hem na een nachtelijke bidstond als volgt zou aanspreken: “Moody, de wereld zal zien wat God kan doen met een man die Hem ten volle is toegewijd”. Na korte tijd zocht en vond de jonge Dwight een andere baan die hem naar Chicago zou brengen. Zijn succes in zaken ging gepaard met liefde tot God, die hij in Christus had leren kennen. Al gauw huurde hij in de Plymouthkerk die hij bezocht (dit waren géén Plymouthbroeders!) een hele kerkbank af, die iedere zondag weer vol zat met jongelui die hij uit zijn kosthuis of van de straat meebracht. Dat was hem echter niet voldoende. En in 1858 begon hij – na enige ervaring opgedaan te hebben in de kerk die hij bezocht – in een ander stadsdeel een eigen zondagsschool, de bekende Noordermarkt-zondagsschool, waar hij vijf- tot zeshonderd jongelui bijeenbracht, meestal uit de onderste lagen van de samenleving. Financieel kon hij zich dat wel permitteren, maar het probleem was de schaarse tijd die hij als succesvol zakenman had. En daarom trok hij zich twee jaar later uit het zakenleven terug. Van een groot en vast inkomen bleef toen nog geen vijf procent over voor een onzeker bestaan. Maar Moody rekende niet met geld, maar met God, en het “leven uit het geloof” stelde hem niet teleur. De zondagsschool groeide uit tot een gemeente en Moody’s sociale werk (“om de jongeren van de straat te houden”) werd tot een krachtige evangelisatie die honderden jongelui ertoe bracht om Jezus Christus als Heiland en Heer van hun leven te kronen. In 1864 werd een eigen gebouw in gebruik genomen, waarin de gemeente tot bloei kwam en die door haar predikant Moody – die nooit een theologische opleiding had ontvangen – vurig en nauwgezet vanuit de Schriften werd onderwezen. Nimmer ontbrak hier het zendingsvuur dat door Gods Geest als zondaarsliefde ontstoken wordt. Deze gemeente ontwikkelde zich tot het prototype van de moderne Bijbelscholen, waar jonge mensen zich voorbereiden voor hun dienst in evangelisatie en zending. En zo staat thans in Lasalle Street in Chicago de grote Moody Memorial kerk met vijfduizend zitplaatsen naast het complex van het Moody Bible Institute. Nu studeren en wonen hier vele honderden studenten in torenhoge gebouwen, die oprijzen tot in de vaak laaghangende wolken van Illinois. Maar Moody zelf was te groot voor één plaats en één gemeente. Hij was ook niet primair een pastor, maar een evangelist die Chicago, het oosten van de Verenigde Staten en zelfs Engeland tot zijn werkterrein maakte. In een van zijn brieven schrijft hij over een evangelisatieweek in een plattelandsdistrict, waar meer dan duizend mensen uit de verre omtrek waren samengekomen. In twee dagen kwamen ruim tweehonderdvijftig mensen bij Moody om te spreken over -de nood van hun ziel. “Wij werken in groepen van twintig tot tweehonderd mensen”, schrijft hij, “en houden openlucht-samenkomsten in verschillende delen van de stad. Later brengen wij de mensen in de kerk. Enkele van de rijkste en meest behoudende kerken hebben hun deuren opengezet om de scharen binnen te laten die wij in onze openlucht-samenkomsten bereikt hebben, en van alle kanten komt men met de vraag: wat moeten wij doen om behouden te worden? Ik hoop dat gij voor ons zult bidden dat God ons echt nederig zal maken en ons dicht bij Hem zal houden”. De boodschap van Moody was eenvoudig de liefde van God, die zondaars zó liefhad dat Hij zijn eniggeboren Zoon voor ons heeft gegeven. Joh. 3:16 was een geliefde tekst, die hij met grote kracht en ernst kon brengen. Maar Moody sprak niet alleen over de verzoening en de vergeving aan het kruis van Golgotha, hij was ook diep onder de indruk van de macht der zonde en van de gevolgen die de zonde heeft, voor tijd en eeuwigheid. “Wat de mens zaait zal hij ook maaien”, was het thema van een van zijn preken, die hij meer dan honderdmaal gehouden heeft. Er is vergeving voor iedere zondaar, zo groot is het werk dat Christus heeft volbracht, maar God eist dat de zondaar breekt met de zonde die hem van God scheidt. In dit licht schilderde Moody ook de eeuwige straf die de zondaar wacht indien hij zich niet bekeert. Moody geloofde in een eeuwig oordeel en wist dat helder te schilderen, maar het was niet de angst voor het hellevuur waarmee hij zijn hoorders tot inkeer trachtte te brengen: het was de liefde van God die hen trekken moet, en die straalde door deze man heen, waar hij ook kwam. Moody had niet alleen de Bijbel, hij had nog iets meer. Dat klinkt gevaarlijk, maar is het niet: naast de Bijbel had het lied een grote plaats in de samenkomsten, waar naar schatting in totaal twintig miljoen mensen zijn boodschap hebben gehoord, in Amerika en Europa, tot zelfs Jeruzalem toe. Een van zijn naaste en duurzame medewerkers was Ira Sankey, wiens liederen velen van ons heden nog zingen. Zijn liederen waren dikwijls door actuele gebeurtenissen ingegeven, die echter na verloop van tijd weer werden vergeten. Maar andere liederen hebben de tand des tijds glansrijk doorstaan en worden nog steeds gezongen: ook nu nog worden zielen gebracht aan de voeten van de Gekruisigde en Opgestane Heer en de roep: De Bruidegom komt!, wordt steeds dringender naarmate die Dag nadert. Over het leven en het werk van Moody zijn vele boeken geschreven; van zijn vele werk noemen wij slechts in vogelvlucht de drie grote Engelse reizen, het besef van de sociale verantwoordelijkheid (“maar het heeft geen zin om de pomp wit te schilderen als het water vervuild is”), de opleiding van een volgende generatie door zijn Bijbelscholen, en vooral de grote conferenties waar Moody sprak en waar velen niet alleen nieuw leven ontvingen maar ook Gods roeping leerden verstaan. Daarmee werd het zendingsvuur weer verder gedragen en vermenigvuldigd, zodat nieuwe werkers in Gods Koninkrijk konden uitgaan, zoals de bekende John. R. Mott, bekend van de Christen-Studenten Verenigingen en van de Internationale Zendings Organisatie. Van de vele grote predikers uit die dagen noemen wij verder slechts Andrew Murray en Charles Haddon Spurgeon, “de prins onder de predikers”. De eerste is een van Gods instrumenten geweest voor de opwekking in Zuid-Afrika: hij kon zelfs nuchtere Boeren van Hollandse afkomst tot tranen toe bewegen. Spurgeon was een Baptist die later brak met deze denominatie, niet omdat hij de volwassendoop verwierp, maar omdat hij de doop niet kon zien als sacrament waardoor iemand wordt wedergeboren; voor hem was de doop niets meer of minder dan een symbolische belijdenis van iemand die al wedergeboren is, namelijk een getuigenis van zijn identificatie (eenwording) met Christus in dood en opstanding. Dat kostte hem, die via zijn Metropolitan Tabernacle zesduizend mensen per avond bereikte, heel wat vrienden, maar het versterkte en verdiepte nog zijn boodschap die met grote geestelijke kracht gegeven werd. De preken van deze mannen zijn verzameld en vormen voor ieder die zelf Gods Woord zoekt door te geven een belangrijke bron van studie en inspiratie.