Eschatologie – Gebruikt God ongelovigen? – Trump de nieuwe Ahasveros of Kores?

22 maart, 2025

Rubrieken: Eschatologie

Eschatologie

Gebruikt God ongelovigen?

Trump de nieuwe Ahasveros of Kores?

“Alzo zegt de HEERE tot Zijn gezalfde, tot Kores, wiens rechterhand Ik vat, om de volken voor zijn aangezicht neder te werpen; en Ik zal de lendenen der koningen ontbinden, om voor zijn aangezicht de deuren te openen, en de poorten zullen niet gesloten worden” (Jes.45:1)

Voorwoord

De vraag die we in dit artikel willen stellen en proberen te beantwoorden is: Gebruikt God ongelovige heersers, koningen, presidenten, om zijn doel met het volk Israël te bereiken? Bijkomend, de vraag: Is God afhankelijk van wereldse machten zodat zijn raad ten uitvoer gebracht kan worden of is het juist ondanks hun handelen?  Is misschien de huidige president Donald Trump de ‘moderne’ Ahasveros of Kores? Deze heeft in het recente verleden al laten zien dat hij achter Israël staat. Heeft hij er niet voor gezorgd dat de Golan hoogten weer onder Israëlisch gezag kwamen? Hij heeft Jeruzalem tot hoofdstad verklaard, ondertekende de Abraham-akkoorden die een opkomend vredesverdrag tussen Israël en haar moslimburen implementeerden. En onlangs, aan het begin van zijn tweede termijn, heeft president Trump de verbijsterende verklaring afgelegd dat Amerika nu Gaza zal controleren (zie Sefanja 2:4-8). Maar Trump is niet Kores die de bijbelse toestemming had in Jesaja 44:28 om zijn decreet uit te vaardigen! Maar is het denkbaar dat Trump de volgende ‘Ahasveros’ of ‘Kores’ zal zijn, zodat de joden, bevrijd van hun vijanden veilig in het land Israël kan wonen?

Inleiding

Voordat we een poging zullen doen om de bovenstaande vragen te beantwoorden moeten we, vanuit Gods Woord, vooraf drie zaken duidelijk stellen. En dat is (1) dat wereldheersers geen inzicht hebben in Gods plannen, wat blijkt uit wat de profeet Micha heeft gezegd: “Wel zijn nu vele volkeren tegen u vergaderd, die zeggen: Zij worde ontwijd, en mogen onze ogen zich aan Sion verlustigen! Maar zij kennen de gedachten des Heren niet en verstaan zijn raadslag niet, dat Hij hen verzamelt als schoven op de dorsvloer.” (Mi.4:11-12) En (2) dat het volk en land Israël centraal staan in Gods plannen met deze wereld. “Ik heb immers mijn koning gesteld over Sion, mijn heilige berg.” (Ps.2:6) “En het zal geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van het huis des Heren vaststaan als de hoogste der bergen, en hij zal verheven zijn boven de heuvelen. En volkeren zullen derwaarts heen stromen, En vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere over zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem.” (Mi.4:1-2). En (3) dat we in de tijd leven die voorafgaat aan de komst van de Heer Jezus. Met andere woorden dat we leven in de eindtijd. (zie daarvoor mijn artikel ‘Leven wij in de eindtijd’ in de rubriek Eschatologie)

Ahasveros – Ezra 1:1

Ahasveros is in de Bijbel de Griekse naam voor de Perzische koning Xerxes, ook genoemd Xerxes I die regeerde van 485-465 v.C. Ahasveros was de zoon en opvolger van Darius I. Zijn moeder was Atossa, de dochter van Kores en Cassandane, Esther 1:1. Ahasveros was dus een kleinzoon van Kores. Anders dan in het bijbelboek Ester wordt Ahasveros ook nog in de bijbelboeken Ezra en Daniël vermeld. “Darius, de zoon van Ahasveros, uit het geslacht van de Meden, die koning gemaakt was over het koninkrijk van de Chaldeeën.” (Dan.9:1) en “Maar Zerubbabel en Jesua en de overige familiehoofden van Israël zeiden tegen hen: Het is niet aan u en aan ons om samen een huis voor onze God te bouwen, want wíj alleen zullen het bouwen voor de HEERE, de God van Israël, zoals koning Kores, de koning van Perzië, ons geboden heeft. Het volk van het land ontmoedigde het volk van Juda en zij joegen hun schrik aan bij het bouwen. En zij huurden raadslieden tegen hen om hun plan te verijdelen, al de dagen van Kores, de koning van Perzië, tot aan het koningschap van Darius, de koning van Perzië. Tijdens het koningschap van Ahasveros, in het begin van zijn koningschap, schreven zij een aanklacht tegen de bewoners van Juda en Jeruzalem.” (Ezra 4:3-6)

In de Bijbel treedt Ahaveros op in het Bijbelboek Ester met wie hij trouwde. Zijn rijksgebied omvatte 127 gewesten (Est.9:30). Hij verstootte zijn vrouw Vasthi, die niet voor hem en zijn gezelschap wilde verschijnen om haar schoonheid te tonen. Dan laat hij een soort missverkiezing plaatsvinden, die het meisje Hadassa wint. Zij komt in de plaats van Vasthi. Haar Perzische naam wordt Ester.

Voor de Joden is Ahasveros van grote betekenis geweest. Door tussenkomst van Ester heeft hij een bevel ten gunste van de Joden doe uitgaan. Hierna enkele teksten uit de hoofdstukken 8 en 9 van het bijbelboek Ester:

Ester 8:10-11 – “Men schreef dan in naam van koning Ahasveros en verzegelde het met de zegelring des konings en verzond de brieven door middel van bereden ijlboden, gezeten op vorstelijke paarden, in de stoeterijen geteeld, Dat de koning de Joden in alle steden toestond zich te verzamelen en hun leven te verdedigen, en alle gewapende macht van volk en gewest, die hen zou benauwen, te verdelgen, te doden en uit te roeien met vrouwen en kinderen, en hun bezittingen buit te maken.”

Ester 8:15-17 – “En Mordekai ging van de koning heen in een blauwpurperen en linnen koninklijk kleed en met een grote, gouden diadeem en een mantel van fijn linnen en purper. En de stad Susan juichte en was verheugd: Aan de Joden was licht en vreugde, blijdschap en eer ten deel gevallen. Ook in alle gewesten en steden, overal waar het woord en de wet des konings aankwamen, was bij de Joden vreugde en blijdschap, maaltijd en feestdag, en velen uit de volken des lands werden Joden, want de schrik voor de Joden was op hen gevallen.”

Ester 10:3 – “Want de Jood Mordekai was de eerste na koning Ahasveros; hij was in aanzien bij de Joden en bemind bij de menigte van zijn broederen, want hij zocht het goede voor zijn volk en sprak tot heil van al zijn volksgenoten.”

Kores / Cyrus

Cyrus II de Grote, in de Bijbel Kores geheten, was de stichter van het Perzische Rijk. Hij stamde uit de dynastie van de Achaemeniden, die het Perzische Rijk regeerden. Hij regeerde van 559 tot 529 v.Chr. In Jes.44:28 noemt God hem ‘mijn herder’. “Hij is mijn herder, en hij zal al mijn welgevallen volbrengen.”

Naam. De Hebreeuwse naam is כורשׁ, Kovresh, of כרשׁ, Koresh (Ezra 1:1,2). Gr. Curos, Lat. Cyrus. Het woord is van Perzische oorsprong en betekent in het Perzisch: Zon. Anderen vermelden als betekenis “Houdt de oven in bezit”, “Bezit gij de oven”, “Bezit de oven”, “Opperste macht”, “Bezitter van de smeltoven”. De naam komt 15x voor in het Oude Testament.

Profetische voorzegging. De profeet Jesaja spreekt van Kores, anderhalve eeuw vóór diens geboorte. “Die tot Kores zeg: Mijn herder, hij zal al mijn welbehagen volvoeren door tot Jeruzalem te zeggen: Het worde herbouwd en de tempel worde gegrondvest.” (Jes.44:28) Mogelijk spreken de volgende verzen ook van Kores: “Wie heeft hem uit het oosten verwekt, dien bij elke schrede de zege ontmoet? Wie levert volken aan hem over en doet hem koningen vertreden, wiens zwaard hen maakt tot stof, wiens boog hen maakt tot dwarrelende stoppels? (Jes.41:2) En: “Ik heb uit het noorden iemand doen opstaan, en hij is gekomen; vanwaar de zon opgaat, die mijn naam aanroept; hij vertreedt stadhouders als leem, zoals een pottenbakker de klei.” (Jes.41:25)

De Perzische vorst bracht in 539 v.C. het Babylonische rijk ten val. In de zomer van het jaar 538 vaardigde Kores in zijn zomerverblijf te Ecbatana (= Achmetha) zijn bekende decreet tot herbouw van Gods huis te Jeruzalem uit.

2Kronieken 36:22-23 – “Maar in het eerste jaar van Kores, de koning van Perzië, wekte de Here, opdat het woord des Heren, door Jeremia verkondigd (Jer.29:10), zou worden voltrokken, de geest van Kores, de koning van Perzië, op, om door zijn gehele koninkrijk, ook in geschrifte, deze oproep te doen uitgaan: Zo zegt Kores, de koning van Perzië: alle koninkrijken der aarde heeft de Here, de God des hemels, mij gegeven en Hij heeft mij opgedragen Hem een huis te bouwen in Jeruzalem, in Juda. Wie nu onder u tot enig deel van zijn volk behoort, de Here, zijn God, zij met hem, hij trekke op.”

Ezra 1:1 – “In het eerste jaar nu van Kores, koning van Perzië, opdat volbracht werd het woord des HEEREN, uit den mond van Jeremia, verwekte de HEERE den geest van Kores, koning van Perzië, dat hij een stem liet doorgaan door zijn ganse koninkrijk, zelfs ook in geschrifte, zeggende: Zo zegt Kores, koning van Perzië: De HEERE, de God des hemels, heeft mij alle koninkrijken der aarde gegeven; en Hij heeft mij bevolen Hem een huis te bouwen te Jeruzalem, hetwelk in Juda is. Wie is onder ulieden van al Zijn volk? Zijn God zij met hem, en hij trekke op naar Jeruzalem, dat in Juda is, en hij bouwe het huis des HEEREN, des Gods van Israël; Hij is de God, Die te Jeruzalem woont. En al wie achterblijven zou in enige plaatsen, waar hij als vreemdeling verkeert, dien zullen de lieden zijner plaats bevorderlijk zijn met zilver, en met goud, en met have, en met beesten; benevens een vrijwillige gave, voor het huis Gods, Die te Jeruzalem woont.” (Ezra 1:1-4)

Mogelijk heeft Kores kennis van Jesaja’s voorzegging over hem gehad. Toen hij zijn overwinningen uitbreidde, hebben de Joden hem gelegenheid kunnen verschaffen, om te weten wat van hem voorzegt was. Niemand was er geschikter toe dan Daniël, een man van rang en aanzien, die zich in het derde jaar van Belsazar, de laatsten der koningen van Babel, zelf in Perzië bevond (Daniël 8:2). Ook was er overvloedige gelegenheid, om Cyrus bericht te geven van deze Godsspraak, toen hij zich met het belegeren en innemen van Babel bezighield. Althans dat hem deze voorzegging niet onbekend geweest zij, lijkt naar voren te komen uit het geschrift, dat hij in het eerste jaar van zijn opperheerschappij liet uitgaan (2Kron.36:23; Ezr.1:1-4).

Trump

Nu we hebben gezien dat zowel Ahasveros en Kores in hun tijd het goede voor het Joodse volk hebben gezocht, wordt het tijd dat, we nagaan wat in onze tijd, meer dan wat enige president voor hem heeft gedaan voor het volk Israël, president Trump tot dusver heeft gedaan Tijdens zijn eerste termijn verplaatste Donald Trump de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem, verklaarde Jeruzalem tot hoofdstad van Israël en ondertekende de Abraham-akkoorden die een opkomend vredesverdrag tussen Israël en haar moslimburen implementeerden, De Golan hoogten aan Israël verklaard en heeft Israël van wapens voorzien. Nu, aan het begin van zijn tweede termijn, heeft president Trump de verbazingwekkende verklaring afgelegd dat hij nu Gaza zal controleren en het tot een geweldige streek zal maken. Daarvoor zullen echter alle zgn. Palestijnen het gebied moeten verlaten. Hallucinant en shockerend schreven de kranten, verbijstering over Trumps plan om van Gaza een luxe vakantieoord te maken en de Palestijnen te ‘herplaatsen’. Maar Trump is niet Kores die de bijbelse toestemming had in Jesaja 44:28 om zijn decreet uit te vaardigen. Wat dat betreft gaat de vergelijking tussen Ahasveros, Kores en Trump niet op. Beide koningen waren immers heidenen; Trump beweert een christen te zijn. (zie mijn artikel ‘Is Trump een christen’ in de rubriek Geestelijk Leven) Trump is nog maar pas aan de macht en er wachten hem nog meer dan drieënhalf jaar om de Verenigde Staten te regeren en zijn invloed in het wereldgebeuren uit te oefenen. Maar in de eerste weken is hij nogal voortvarend geweest, dus wat gaan we nog meer van hem zien? Om ervoor te zorgen dat Israël veilig in het Midden-Oosten kunnen blijven wonen, zal een actie tegen Iran noodzakelijk zijn, zodat Hamas in Gaza, Hezbollah in Libanon en de Houthis in Yemen niet meer in staat zullen zijn om aanvallen op Israël uit te voeren.

Tenslotte

We leven in boeiende tijden, we zien de tekenen der tijden aan onze ogen voorbijgaan, Jezus komst is nabij! Misschien zal Trump een tijdelijk vredig bestaan voor het Joodse volk kunnen bewerkstelligen, maar de eindoplossing behoort niet tot zijn mogelijkheden, dat zal hij moeten overlaten aan de komende Messias, Jezus Christus! “En wanneer de Heer Jezus komt in zijn heerlijkheid en alle engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van zijn heerlijkheid; en vóór Hem zullen alle volken worden verzameld, en Hij zal ze van elkaar scheiden, zoals de herder de schapen van de bokken scheidt.” (Mat.25:31-32) Hij zal over de volken heersen met recht en gerechtigheid (Ps.2) en die volken beoordelen naar wat hun houding ten opzichte van het Joodse volk is geweest. “Voorwaar, Ik zeg u: voor zoveel u het hebt gedaan aan één van de geringsten van deze broeders van Mij, hebt u het Mij gedaan.” (Mat.25:31-46)

En daarmee is de vraag beantwoord die we ons aan het begin van dit artikel gesteld hebben: “Is Trump de nieuwe Ahasveros of Kores? En “Gebruikt God ongelovigen?”

______________________________________________________________________________