Diverse Onderwerpen – Geweld in de Bijbel – OT en NT

5 augustus, 2023

Rubrieken: Diverse Onderwerpen

Diverse Onderwerpen

Geweld in de Bijbel

nleiding

Geweld is er altijd geweest en zal er altijd blijven totdat het Rijk van Christus, van vrede en gerechtigheid zal komen. Geweld vinden we ook beschreven in de Bijbel en veel mensen hebben het daar moeilijk mee. Men denkt dan meestal aan het geweld met betrekking tot gebeurtenissen in het Oude Testament en dan speciaal in verbinding met het volk Israël. En ik geef toe dat is ook niet zo gemakkelijk uit te leggen, niet aan gelovigen, laat staan aan ongelovigen. Maar geweld in de Bijbel vinden niet alleen maar in het Oude Testament maar ook in het Nieuwe Testament, we denken maar aan het Boek Openbaring. Waarom is er zoveel geweld in de Bijbel, of breder: in de wereld?

Het is natuurlijk niet vreemd dat Israël zich verzette tegen de Egyptenaren. Wat zou jij doen, als je kinderen vermoord werden? Dat Israël in de woestijn oorlog voerde tegen de Amalekieten, ligt ook voor de hand. Elk volk mag zich verdedigen. Maar de verovering van het land Kanaän is veel moeilijker uit te leggen. Dat was geen verdedigingsoorlog, maar een aanvalsoorlog. Het was nota bene een oorlog, waartoe God Zelf de opdracht gaf. In het boek Deuteronomium kunt u dat lezen: ‘Mozes zei verder tegen de Israëlieten: ‘Wanneer de Here, uw God, u in het land gebracht zal hebben, dat gij in bezit gaat nemen, en Hij voor u uit vele volken verdreven zal hebben, de Hethieten, de Girgasieten, de Amorieten, de Kanaänieten, de Perizzieten, de Chiwwieten, en de Jebusieten, zeven volken, talrijker en machtiger dan gij, en de Here, uw God, hen aan u overgeleverd zal hebben, zodat gij hen verslaat, dan zult gij hen volkomen met de ban slaan; gij zult met hen geen verbond sluiten en hun geen genade verlenen’ (Deut.7:1-2).

De herkomst van het kwaad

Er zijn veel vormen van geweld, zeker in onze tijd: huiselijk geweld, partner geweld, mediageweld en zelfs zinloos geweld. We lezen daarvan al heel vroeg in de geschiedenis van de mensheid, na de zondeval, en wel door de doodslag van Kaïn op zijn broer Abel (Gen.4:8). Ook Jakobus vroeg zich af waar geweld vandaan kwam. ‘Vanwaar oorlogen en vanwaar twisten onder u? Is het niet hiervan: uit uw hartstochten?’ (Jak.4:1). Alle geweld heeft als oorsprong, het door de zonde aangetaste hart van de mens. ‘Want uit het hart komen voort boze overleggingen, moorden, overspel, hoererijen, diefstallen, valse getuigenissen, lasteringen’ zegt de Heer Jezus (Mat15:19). En u mag die lijst zelf verder aanvullen.

De maat van ongerechtigheid

‘En Hij zei tot Abram: Weet voorzeker, dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land, dat het hunne niet is, en dat zij hen dienen zullen, en dat die hen zullen verdrukken, vierhonderd jaar. Doch ook het volk, dat zij zullen dienen, zal Ik richten, en daarna zullen zij met grote have uittrekken. Maar gij zult in vrede tot uw vaderen gaan; gij zult in hoge ouderdom begraven worden. Het vierde geslacht echter zal hierheen wederkeren, want eerder is de maat van de ongerechtigheid der Amorieten niet vol’ (Gen.15:13-16). In dit gedeelte staat dat God Zelf de opdracht gaf om het land Kanaän binnen te vallen en de volkeren die daar woonden, te verjagen. Maar wie waren die volken? Wist u dat God deze volken al noemde in de tijd van Abraham? Toen had God het al over hun misdaden. (Gen.15:14-16; Lev.18:24-28; Deut.18:9-12). Maar er staat nog iets opmerkelijks in deze tekst dat onze aandacht vereist. God spreekt ook van ‘de maat van ongerechtigheid’.

Deze uitdrukking komen we vaker in de Bijbel tegen (Dan.8:23; Mat.23:32; 1Thes.2:16), en het spreekt van een bepaalde tijd dat de verdraagzaamheid God geldt. ‘Of veracht u de rijkdom van Zijn goedertierenheid, verdraagzaamheid en geduld, zonder te weten dat de goedertierenheid van God u tot bekering leidt?’ (Rom.2:4). En ook nog in Romeinen 3:25 – ‘Hem heeft God openlijk aangewezen als middel tot verzoening, door het geloof in Zijn bloed. Dit was om Zijn rechtvaardigheid te bewijzen vanwege het voorbijgaan aan de zonden die eertijds hadden plaatsgevonden onder de verdraagzaamheid van God’. De bewoners van de Amorieten en andere volken zoals de Kanaänieten waren niet lieverdjes: ze werden gestraft voor hun verschrikkelijke gedrag. De maat was vol. Wat hun zonden waren? ‘Niet alzo zult gij de Here, uw God, dienen; want al wat de Here een gruwel is, wat Hij haat, doen zij voor hun goden; zelfs hun zonen en hun dochters verbranden zij voor hun goden met vuur’ (Deut.12:37). Mensenoffers zijn ons niet vreemd, we denken maar aan de Maya’s, Inca’s en Azteken, maar ook andere volkeren waren er niet vreemd van.

Wraakpsalmen

Die vervelende Psalm 137 toch! Want de inhoud van Psalm 137 heeft bij menigeen de wenkbrauwen doen fronsen en sommigen hebben daarmee de Bijbel helemaal maar aan de kant gezet. Vooral de laatste zin is daar debet aan: ‘Gelukkig hij, die uw kinderen zal grijpen en tegen de rots verpletteren’ (vs.9). Door dit vers uit zijn context te halen is het niet moeilijk te begrijpen waarom veel mensen en ook ‘christenen’ zich eraan storen. Psalm 137 is één van de zogenaamde ‘wraakpsalmen’; de andere zijn 59, 69, 83 en 109. Dus laten we eens onderzoeken wat de beweegredenen zijn geweest dat God deze Psalm door de psalmist heeft laten opschrijven. Direct gaat het in Psalm 137 over het oordeel dat over Babel besloten is. In het boek Jesaja vinden we de beschrijving van Babels oordeel en daar vinden we ook dezelfde uitdrukking weer als in Psalm 137 – ‘Hun kinderen zullen voor hun ogen verpletterd worden’. ‘Zie, de dag des Heren komt, meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toorn, om de aarde tot een woestenij te maken en haar zondaars van haar te verdelgen. Want de sterren en de sterrenbeelden des hemels doen hun licht niet stralen, de zon is bij haar opgang verduisterd en de maan laat haar licht niet schijnen. Dan zal ik aan de wereld het kwaad bezoeken en aan de goddelozen hun ongerechtigheid, en Ik zal de trots der overmoedigen doen ophouden en de hoogmoed der geweldenaars vernederen. Ik zal de stervelingen zeldzamer maken dan gelouterd goud en de mensen dan fijn goud van Ofir. Daarom zal Ik de hemel doen wankelen en de aarde zal bevend van haar plaats wijken door de verbolgenheid van de Here der heerscharen, ten dage van zijn brandende toorn. En het zal geschieden, dat zij als een opgejaagde gazel en als schapen die niemand bijeenhoudt, zich zullen wenden ieder naar zijn eigen volk, en zullen vluchten eenieder naar zijn eigen land. Ieder die men vindt, zal doorstoken worden, en elk die men grijpt, zal door het zwaard vallen; en hun kinderen zullen voor hun ogen verpletterd worden, hun huizen geplunderd en hun vrouwen geschonden’ (Jes.13:9-16). De Bijbel leert ons dat eer ooit een vergelding zal komen voor al het onrecht dat is geschied.

Goddelijke vergelding

Persoonlijk is het voor mij een hele geruststelling dat eenmaal op een rechtvaardige wijze door God het oordeel wordt voltrokken over het kwaad dat mensen hebben aangericht. Of het nu gaat om misdaden tegen de mensheid in het algemeen of, in ons geval, tegen het volk Israël en/of de Gemeente. Zo lezen we in de Bijbel over een grote witte troon waarin de ongelovigen zullen worden beoordeeld op hun daden en geoordeeld. Wat de mens zaait, zal hij oogsten! Natuurlijk kennen wij God, in Christus, als een God van liefde, maar we moeten niet vergeten dat God ook licht is, en te rein van ogen om het kwaad te zien, en dat Hij het onrecht niet kan aanschouwen (Hab.1:13). Het kwaad moet en zal geoordeeld worden. Nu biedt God de mens nog de kans om zich te bekeren en genade te vinden door geloof in Christus. Maar de Rechter staat voor de deur (Jak.5:9) en ‘Zou de Rechter der ganse aarde geen recht doen?’ (Gen.18:25). Aan ons is het niet gegeven om te oordelen: ‘Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn; want er staat geschreven: ‘Aan Mij de wraak, toe, Ik zal vergelden, zegt de Heer’ (Rom.12:19-21) en ‘De God nu van de vrede zal de satan spoedig onder uw voeten verpletteren’ (16:20).

Als u een klein beetje op de hoogte bent van de geschiedenis van het Joodse volk doorheen de eeuwen, dan kunt u ook de roep om vergelding wel begrijpen, die we vinden in het negende vers van Psalm 137: ‘Gelukkig hij, die uw kinderen zal grijpen en tegen de rots verpletteren’. Een roep om vergelding vinden we ook in het boek Openbaring van de ‘zielen onder het altaar’, hen die geslacht waren om het Woord van God, en om het getuigenis dat zij hadden. Zij riepen met luide stem en zeiden: ‘Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen?’ (Op.6:10). Dezelfde roep om vergelding vinden verderop in het boek Openbaring over de grote hoer, het Babylon van de eindtijd: ‘Wees vrolijk over haar, hemel, en u, heiligen en apostelen en profeten, omdat God heeft uw rechtszaak tegen haar berecht heeft’ (Op.18:20; vgl. Ps.96:11-13; Jes.44:23; 49:13; Jer.51:48).

Tenslotte

Het gaat toch tegen alle gevoelens van rechtvaardigheid in, wanneer de ‘Nimrods’ die hun macht vroeger en in het recente verleden hebben misbruikt tegen de mensheid, vrijuit zouden gaan? Ik denk aan een Hitler, Mao, Stalin en vele anderen. Het gaat tegen alle gevoelens van rechtvaardigheid in wanneer machthebbers en volken die zich vijandig tegenover Israël Gods volk hebben gedragen dat ongestraft hebben kunnen doen. Ik denk aan de Holocaust in de Tweede Wereldoorlog. Maar het gaat toch ook tegen alle gevoelens van rechtvaardigheid in, wanneer zij die zich hebben misdragen tegenover volgelingen van Christus, de Gemeente, vrijuit zouden gaan? Ook vandaag worden veel gelovigen in diverse plaatsen van de wereld vervolgd. Zou een roep om vergelding dan misplaatst zijn, zoals we dat in Psalm 137 tegenkomen?  Ik denk dat ieder weldenkend mens een roep om vergelding acceptabel vindt. Christenen nemen echter geen toevlucht tot het opnemen van wapens en wraak, maar laten dat aan God over. ‘Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn; want er staat geschreven: ‘Aan Mij de wraak, Ik zal vergelden, zegt de Heer’ (Rom.12:19; Deut.32:35; Heb.10:30).

Trouwens aanstoot nemen aan de inhoud van de tekst van Psalm 137 is begrijpelijk wanneer je de context niet in rekening neemt, doe je dat wel dan is de roep om vergelding aanvaardbaar. Maar wat denkt u dan van geaborteerde kinderen, want wereldwijd eindigt één op de vier zwangerschappen in een abortus. Jaarlijks vinden wereldwijd meer dan 25 miljoen illegale en vaak gevaarlijke abortussen plaats. In aantallen zijn dat voor België waren er dat in 2018 zo’n 31.002 zwangerschapsafbrekingen, verricht aan onschuldigen. Raakt u dat niet, en roept dat niet om vergelding?

______________________________________________________________________________________________________________________________