'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God.
Gedenk dan heel de weg waarop de Heer u geleid heeft!
‘Wie verre reizen doet, kan veel verhalen’, is een citaat dat wordt toegeschreven aan de Duitse dichter Matthias Claudius. Als je een reis hebt gemaakt is het altijd prettig om thuis, aan de hand van gemaakte foto’s of video’s, terug te kijken en de reis als het ware te herbeleven. Tenminste, als het een reis is geweest zonder al te veel problemen. Sommige Bijbeluitleggers denken dat Psalm 107 de gebeurtenissen vermeldt van verschillende fasen uit de geschiedenis van het volk Israël, terwijl anderen denken aan de terugkeer uit de Babylonische ballingschap. Hoe het ook zij, de reis die het volk Israël – zoals beschreven in deze psalm – heeft gemaakt was niet erg rustig verlopen en er was heel wat gebeurd onderweg! De psalmist vermeldt vier van die gebeurtenissen. Hij geeft ze aan met de woorden: ‘Er waren er, die…’.
‘Er waren er, die dwaalden in de woestijn, op een eenzame weg, een stad ter woning vonden zij niet’ (Psalm 107:4-9).
Over een reiziger die de weg kwijt is …
Het was een lange en gevaarlijke tocht geweest naar het beloofde land. Ezra sprak in zijn tijd over vijanden en struikrovers (Ezra 5:22, 31). De apostel Paulus kon er ook van mee spreken als hij verhaalt: ‘telkens op reis, in gevaar door rivieren, in gevaar door rovers, in gevaar door volksgenoten, in gevaar door heidenen, in gevaar in de stad, in gevaar in de woestijn, in gevaar op zee’ (2 Kor. 10:26v.). Ronddolen in een woestijn is een vreselijke ervaring, het maakt je hongerig, dorstig en je ziel geraakt uitgeput (Ps. 107:5). De reden dat mensen verdwalen kan verschillende oorzaken hebben, zoals bijvoorbeeld een slechte voorbereiding, het niet voorhanden hebben van een landkaart, een slecht oriëntatie vermogen hebben of het ontbreken van een gids. De wereld is voor een gelovige te vergelijken met een woestijn en regelmatig komen we ‘verdwaalde’ gelovigen tegen. Behoort u misschien tot die groep ‘verdwaalden’ en ziet u geen uitkomst meer? Doe dan wat het volk Israël deed en roep tot de Heer (vs. 6a)! Zijn hand in niet te kort om te helpen en zijn genade is groot. ‘Hij redde hen uit hun angsten; Hij deed hen treden op een effen weg om te gaan naar een stad ter woning’ (vs. 6b-7). En als u geholpen bent en weer terug bent op de weg, vergeet dan niet God te danken voor zijn redding. ‘Dat zij de HERE loven om zijn goedertierenheid en om zijn wonderen aan de mensenkinderen, omdat Hij de dorstende ziel heeft gelaafd en de hongerende ziel met het goede vervuld’ (vs. 8-9).
‘Er waren er, die in donkerheid en diepe duisternis zaten, gebonden in ellende en ijzer’ (Psalm 107:10-16).
Over een zondaar die zijn vrijheid kwijt is …
We hoeven niet lang te zoeken naar de reden waarom deze reizigers in zulke moeilijke omstandigheden terecht waren gekomen. De psalmist reikt het ons zelf aan: ‘Omdat zij de woorden Gods hadden weerstreefd en de raad des Allerhoogsten versmaad’ (vs. 11). Hier vinden we mensen die zich niet door Gods Woord lieten gezeggen en hun eigen weg gingen. Salomo waarschuwt ons voor het gaan van een eigen weg, want ‘soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood’ (Spr. 16:25). In Handelingen 14:1 lezen we ’dat God alle volkeren op hun eigen weg had laten gaan’. Over het resultaat van zo’n weg lezen we in Romeinen 1:18-32, het is een neerwaartse spiraal die voert naar de ondergang met als einde de dood. Ongehoorzaamheid aan Gods Woord is zonde. Hebreeën 12 :1 spreekt over ‘de zonde die ons ligt omstrikt’. Ze waren gebonden in ellende en ijzer en er was geen helper, totdat ‘zij tot de Here riepen in hun benauwdheid’ (Ps. 107:13a). Gods antwoord bleef niet uit: ‘Hij verloste hen uit hun angsten; Hij voerde hen uit donkerheid en diepe duisternis en verscheurde hun banden’ (vs. 13b-14). Ook vandaag zijn veel gelovigen verstrikt in de zonde omdat ze geen rekening houden met Gods Woord. De gevolgen laten niet op zich wachten. Wat zou het goed zijn voor hen om Psalm 139:23-24 ter harte te nemen! ‘Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, toets mij en ken mijn gedachten; zie, of bij mij een heilloze weg is, en leid mij op de eeuwige weg’ (vs. 23-24).
‘Er waren dwazen, die wegens hun zondige wandel en wegens hun ongerechtigheden gepijnigd werden’ (Psalm 107:17-22).
Over een zieke die pijn lijdt …
Ook hier hoeven niet te raden naar de oorzaak van de ellendige situatie waarin de reizigers verzeild waren geraakt. Het was vanwege hun zondige wandel. Er is een gezegde: “Eén daad van onbedachtzaamheid, kan maken dat men jaren schreit”! De apostel Paulus schrijft aan de gelovigen in Galatië: ‘Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten’ (Gal. 6:7). Dat principe geldt ook nu nog. De voorbeelden in onze tijd zijn genoeg bekend. Er sterven veel mensen aan longkanker vanwege een overmatig gebruik van tabak. Ook zijn er veel mensen met een alcohol- of drugsverslaving en de gevolgen daarvan zien we in hun slechte fysieke gezondheid, om van geestelijke problemen maar te zwijgen. Veel ziekten komen van een zondige wandel waarbij er geen rekening wordt gehouden met Gods normen. En op seksueel gebied worden we de laatste decennia geconfronteerd met het toenemend aantal HIV-patiënten in de wereld. Daarmee is niet gezegd dat alle ziekten voortkomen uit een zondige wandel (Joh. 9:1-3; 2Kor. 12:7-10), maar een gezonde levenshouding kan veel problemen voorkomen. Is het niet bijzonder te ontdekken dat het middel tot genezing ‘zijn woord’ was (vs. 20)! Wij worden er in Gods Woord op gewezen dat ons lichaam een tempel is van de heilige Geest is en daarom dienen we er ook met respect mee om te gaan (1Kor. 6:19).
‘Er waren er, die met schepen de zee bevoeren, die handel dreven op de grote wateren’ (Psalm 107:23-32).
Over een zeeman in zwaar weer …
De ervaringen tijdens hun reis leken op een boot in een storm. In de tijd dat ik werkzaam was als havenaalmoezenier heb ik dit gedeelte van Psalm 107 vaak gelezen met zeelieden. De beschrijving is zo realistisch en levendig dat ik mij wel eens afgevraagd heb of de schrijver zelf ook op zee zou zijn geweest. Stormen doen mij denken aan beproevingen die ons kunnen overkomen. Het bijzondere is dat hier gesproken wordt over een storm die de Heer deed opsteken (vs.25). De Bijbel spreekt in dit verband van drie soorten stormen. Ten eerste zijn er stormen die kunnen ontstaan door eigen schuld, denk maar aan Jona. Ten tweede zijn er stormen waarin wij geraken door de schuld van anderen, we denken dan bijvoorbeeld aan Paulus (Hand. 27:11vv.) En tenslotte kunnen we ook in een storm terecht komen waarin de Heer ons laat gaan (Matt. 14:22vv.), en dat is hier het geval.
Stormen, beproevingen, komen meestal onverwacht en roepen vaak vragen op over het waarom. Het is dan goed om te weten dat indien wij in onze benauwdheid tot Hem roepen, Hij de storm maakt tot een zacht suizen, zodat de golven stil worden. Ik heb meermaals meegemaakt dat zeelieden de Heer loofden om zijn goedertierenheid en zich verheugden omdat Hij hen leidde naar de haven van hun begeerte. God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst!
‘Wie is wijs? Hij lette op deze dingen, laat men acht slaan op de gunstbewijzen des HEREN’ (Psalm 107:33-43).
Over een pelgrim die thuis komt …
Een landloper heeft geen huis, een reiziger is weg van huis en wij – gelovigen – zijn pelgrims op weg naar huis. We hebben vier situaties besproken waarin een mens tijdens zijn aardse reis terecht kan komen en iedere keer werd het gedeelte afgesloten met de oproep ‘dat zij de HERE loven’. Het is de genade van God die ons doet thuis komen, niet onze eigen kracht of kunnen. In deze laatste verzen van Psalm 107 gaat het niet zozeer om wat ons kan overkomen tijdens onze levensreis, maar over God. ‘Hij maakt stromen tot een woestijn en waterbronnen tot een dorstig land; vruchtbaar land tot zoute grond wegens de boosheid van wie daar wonen’ (vs. 33-34). Maar ook: ‘Hij maakt de woestijn tot een waterpoel en dorstige grond tot waterbronnen’ (vs. 35). Of om het met de woorden van Elifaz te zeggen: ‘Want Hij verwondt en Hij verbindt, Hij slaat en zijn handen helen’ (Job 5 :18). Misschien komt u binnenkort ‘thuis’ en kunt u terugkijken op uw levensreis en gaat u misschien ook de oorzaak kennen waarom God bepaalde dingen in uw leven heeft toegelaten (Deut. 8:2-10). Wie is wijs? Laat hij letten op deze dingen, laat men acht slaan op de gunstbewijzen van de Heer.