'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
De volkeren hadden geen hoop, de apostel Paulus zegt van hen: ‘Zonder God en zonder hoop in deze wereld’ (Ef.2:12). In Paulus’ tijd was er onder de volkeren een groeiend besef van hopeloosheid, ze wisten dat de oude religies en filosofieën hadden afgedaan, omdat deze geen antwoord konden geven op de levensvragen die ze hadden, en ze hadden ook geen verwachting dat die antwoorden nog zouden komen. Dat was geen benijdenswaardige situatie, vandaar dat de verkondiging van het evangelie in de eerste eeuw van het christendom daarin grote verandering bracht. Veel mensen uit de volken bekeerden en zich en namen Christus aan. De hele maatschappij in Paulus’ tijd veranderde compleet in slechts enkele decennia, de mensen kregen weer hoop! Het volk Israël daarentegen had wel hoop, ze leefden in de verwachting van de komst van de Messias, de verlosser van Israël (Luk.2:25,38; 23:51; 24:21; Joh.4:25). ‘Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien. Zij die wonen in het land van de schaduw van de dood, over hen zal een licht schijnen’ (Jes.9:1). Zoals gezegd bestond de hoop van Israël in de verwachting van de komst van de Messias en het oprichten van Diens rijk die een einde zou maken aan de toenmalige onderdrukking door het Romeinse rijk. (Luk.1:54, 67-79, 2:38; Hand.26:6-7, 28:20). Zij die uit de volkeren en de Joden tot geloof kwamen kregen hoop; dat was de verwachting van de spoedige terugkeer van de Heer Jezus. (1Thes.1:9-10; Tit.2:13-15). Die hoop bestond uit meerdere facetten: (1) De terugkeer van Christus (Luk.21:28); (2) de opstanding van het lichaam (1Kor.15:19); (3) rein en onbesmet voor Christus gesteld worden (Ef.5:26-27); (4) hoop op de beloning voor bewezen diensten (Heb.6:10); (5) vrijgemaakt worden van de macht van de duivel, zonde en dood (Op.21:4); (6) hereniging met geliefden (1Thes.4:14); (7) eeuwig leven in Gods nabijheid (Joh.17:24). Hoop is de verwachting dat een bepaalde gewenste gebeurtenis zal plaatsvinden. Er zijn twee tegengestelden van hoop: wanhoop als de kans op de gewenste gebeurtenis verkeken lijkt, of vrees als de verwachting een ongewenste gebeurtenis betreft (Luk.21:25-26). Hoop kan passief zijn, zoals een wens, maar ook actief; ‘wie deze hoop om Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is (1Joh.3:3). Wanhoop is een heftig gevoel dat je niets meer kunt veranderen aan een treurige of gevaarlijke situatie. Veel mensen in onze maatschappij zijn de wanhoop nabij en ‘stappen uit het leven’ zoals men dat tegenwoordig noemt. Maar, gelukkig kan het evangelie van Jezus Christus hoop bieden zelfs aan wanhopige mensen!
Wie heeft hoop nodig?
De verongelijkte, de bedroefde, de teleurgestelde, de verslaafde, de zieke; iedereen tegen wie de dokter of psycholoog moet zeggen wij kunnen niets meer voor u doen! Met andere woorden: ‘wij, allemaal hebben behoefte aan hoop!’ Maar er zijn uitzondering, want zij die hun vertrouwen op Jezus Christus hebben gesteld zoeken niet naar hoop, want die bezitten zij al in Hem. Petrus noemt het geloof in Christus volbrachte werk, een: ‘levende hoop’ – een hoop Die leeft en ons levenslust blijft geven als we Hem volgen (1Petr.1:3). Het bezit van een levende hoop maakt het leven waardevol! Hoop doet leven, luidt het gezegde, en dat bevat een element van waarheid. Maar het is niet het leven op zich dat hoop geeft, maar een levend geloof bezitten in Christus. Een christen heeft een ‘levende hoop’ omdat zijn hoop op God is (1Petr.1:3,21). Daar tegenover staan hen die niet geloven in God, en van hen moet Paulus dan ook moet vaststellen, dat zij om die reden ook ‘zonder hoop’ zijn! (Ef.12; 1Thes.4:13). Maar er is verandering mogelijk: ‘Want wie nog bij al de levenden mag behoren, heeft hoop’, zegt Salomo is het boek Prediker (Pred.9:4).
Wat is hoop?
Eén definitie van hoop luidt: ‘Hoop is dat wat je mist concreet maken en projecteren in de toekomst’. Dat is misschien wel mooi gezegd, maar je hebt de toekomst niet in eigen hand, dromen blijven daarom vaak dromen. Daar komt nog bij dat die hoop begrensd is door de eindigheid van het leven. De Bijbelse hoop gaat verder en overschrijdt de grenzen van de dood en zegt: ‘Als wij alleen in dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de ellendigste van alle mensen’ (1Kor.15:19). ‘Het geloof nu is de zekerheid van de dingen van wat men hoopt, de overtuiging van wat men niet ziet’ (Heb.11:1). ‘Want wij zijn behouden geworden in de hoop. Een hoop nu die men ziet, is geen hoop; want wie hoopt er op wat hij ziet? Maar als wij hopen wat wij niet zien, dan verwachten wij het met volharding’ (Rom.8:24-25). Er zijn verschillende soorten hoop, we spreken van ongefundeerde hoop en/of valse hoop. Ongefundeerde hoop is de hoop die er automatisch van uitgaat dat alles wel goed zal komen zonder daarvoor een basis te hebben. Een voorbeeld van valse hoop is vluchtelingen hoop geven, dat ze in Europa een eerlijke asielprocedure zouden krijgen en met open armen ontvangen zouden worden, terwijl het vaak niet zo is. Deze twee soorten hoop zijn een bron voor teleurstelling en wanhoop. De Bijbelse hoop echter, is gefundeerd in het offer van Christus en door de onbetwistbaarheid van zijn opstanding is het ook een zekere hoop.
Wat hoop jij?
Hoop is een innerlijke houding die het fundamentele vertrouwen uitdrukt waarmee een mens de toekomst tegemoet ziet. Wat mensen hopen kan van alles inhouden: hoop op wereldvrede, op een goede gezondheid, op materiele voorspoed in het leven en ga zo maar door. En dan zijn er nog mensen die hopen op een eeuwig leven, zonder te weten wat ze daar eigenlijk mee bedoelen of beseffen wat dat inhoudt. De mens is echter niet voor de eeuwigheid geschapen, hij is begrensd in zijn bestaan. ‘De dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren, en, indien wij sterk zijn, tachtig jaren’ (Ps.90:9-10). ‘De sterveling – zijn dagen zijn als het gras, als een bloem des velds, zo bloeit hij; wanneer de wind daarover is gegaan, is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer’ (Ps.103:15). In zijn bestaan is de mens eindig, in zijn wezen echter niet. Dat komt omdat de Bijbel leert dat de mens een ziel heeft, dit in tegenstelling tot de dieren, (diens ziel, is in het bloed’ (Gen.9:4). Prediker zegt: ‘Het stof keert weer tot de aarde, zoals het geweest is, en de geest keert weer tot God, die hem geschonken heeft’ (Pr.12:7). Trouwen ook veel niet-gelovige mensen kunnen moeilijk omgaan met de gedachte dat met de dood alles afgelopen is, en denken dat er ‘hierna’ nog wel ‘iets’ zal zijn. Vooral op begrafenissen komt naar voren: ‘een sterretje aan de hemel’, ‘hierboven’ en meer van die gedachten. Maar dat is gebaseerd op hoop niet op concrete aanwijzingen. De Bijbel biedt ons deze hoop aan als een zekerheid en niet als een vage belofte. De ongelovigen wacht na hun dood de eeuwige verwijdering van het aangezicht van de Heer (2Thes.1:9). Dat dat geen bangmakerij is blijkt wel uit het feit dat God Zelfs zijn eigen Zoon gegeven opdat eenieder die gelooft eeuwig leven in Christus zou hebben! Hij heeft alles gedaan opdat de mens niet naar die plaats zou komen die voor de duivel en zijn engelen is bestemd (Mat.25:41).
Waar vinden we hoop?
Er zijn mensen die hopen dat het met hun ook na de dood wel goed zal aflopen. Ze beroemen zich dan op hun goede daden die ze gedaan hebben, hun religie of ze vertrouwen op hun rijkdom, maar kun je bij God niet mee aankomen. Je kunt het eeuwig leven niet kopen, op wat voor manier dan ook. ‘Als de goddeloze mens – de mens zonder Christus – sterft, vergaat zijn hoop, dan vergaat zelfs de allersterkste verwachting’ (Spr.11:7). Daartegenover staat het aanbod van God, die zegt: ‘Want Ik weet, welke gedachten Ik over u koester, luidt het woord des Heren, gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven’ (Jer.29:11). Wie zou zo’n aanbod kunnen weerstaan, wie wil leven zonder hoop? Het evangelie van Jezus Christus is bij uitstek een boodschap van hoop en veel mensen kunnen daarvan getuigenis geven. Door de verkondiging van het Woord hebben wereldwijd en in alle tijden mensen weer hoop gekregen. ‘Paulus, slaaf van God alsook apostel van Jezus Christus, naar het geloof van de uitverkorenen van God en de kennis van de waarheid die naar de godsvrucht is, in de hoop van het eeuwige leven, dat God, die niet kan liegen, vóór de tijden van de eeuwen beloofd heeft vóór de tijden van de eeuwen; maar op zijn eigen tijd heeft Hij zijn Woord geopenbaard’ (Tit.1:1-2).
Bent u een hoopvol?
Ondanks alle materiele voordelen waarover wij in onze maatschappij beginnen is de mens niet gelukkig. Het aantal zelfmoorden neemt toe, veel mensen zijn depressief om reden van het milieu, anderen hebben angst voor de toekomst vanwege de toenemende spanningen tussen landen en volkeren. De Bijbel beschrijft de tijd kort voor de komst van Jezus Christus en de gevoelens van mensen die leven in die tijd en we herkennen daarin de gevoelens van velen die nu leven. ‘En het hart van de mensen zal bezwijken van vrees en verwachting van de dingen die de wereld zullen overkomen, want de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden’ (Luk.21:26). Dus hoog tijd om daarin verandering te brengen, ik bedoel geen verandering in de wereldsituatie dat zal wel niet lukken, maar in uw toekomst want dat hebt u in uw eigen hand. God nodigt u uit om te gehoorzamen aan het evangelie dat u hoop biedt in hopeloze omstandigheden. ‘Heden, als u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet’ (Heb.4:7).