Het boek Exodus
Inleiding en Indeling
Inleiding
Genesis is het boek van de oorsprongen; Exodus is het boek van de verlossing. Het beschrijft de bevrijding van het volk Israël uit Egypte en verhaald de feiten betreffende het ontstaan van de natie Israël en zijn godsdienst. We lezen ook over het ontvangen van de Wet – de Tien Geboden. Het Nieuwe Testament kan niet begrepen worden zonder kennis te hebben genomen van het boek Exodus.
Er zijn vierhonderd jaar verstreken sinds Jozef zijn familie naar Egypte had gehaald. De nakomelingen van Abraham hadden zich vermenigvuldigd en waren uitgegroeid tot een aantal van om en nabij twee miljoen. Voor de nieuwe Egyptische farao’s waren deze Hebreeën vreemdelingen, en hun aantal voelden zij als een bedreiging. Farao besliste om hen tot slaven te maken zodat ze niet tegen hem in opstand zouden komen. Zoals we zullen zien was dat zijn grootste fout, want daardoor kwam God om zijn volk te redden.
Door een reeks van vreemde gebeurtenissen, werd een Hebreeuwse jongen genaamd Mozes opgenomen in het huis van Farao, en belande later als een verworpene in de woestijn. God zocht Mozes op in een brandend braambos, en na enige discussie was Mozes akkoord naar Egypte terug te keren om God’s volk uit de slavernij te leiden. De confrontatie met Farao begon en na een serie van plagen en gebroken beloften ontkwam Israël aan zijn greep.
Het was geen gemakkelijke opdracht om deze mensenmassa te mobiliseren, maar ze marcheerden uit Egypte, door de Rode Zee, en in de woestijn achter Mozes de wolkkolom en de vuurkolom aan. Ondanks verschillende uitingen van God’s macht en wonderen, begon het volk te klagen en wenste terug te keren naar Egypte. God zorgde voor hun fysieke en geestelijke noden en een plaats voor aanbidding, maar hij oordeelde ook hun ongehoorzaamheid en ongeloof. Later bij de berg Sinaï gaf God hun zijn Wet die als een leefregel diende voor het volk. God leidde Mozes en het volk, en Hij wil ook ons leiden. Is Hij jou aan het voorbereiden voor een speciale opdracht, zoals Mozes? Hij wil bij jou zijn: gehoorzaam en volg Hem! Zijn je Zijn morele wetten bekend? Ontdek God’s aanwezigheid in jouw leven, in je huis, en in de gemeente van de gelovigen.
Types
Er zijn veel zgn. basistypen in het boek Exodus: (1) Egypte is een beeld van het werelds systeem, die zich tegenover Gods volk stelt en probeert deze in slavernij te houden. (2) Farao is een beeld van de satan, ‘de god van deze wereld’, die verering eist, God uitdaagt, en denkt Gods volk tot slaaf te maken. (3) Israël is een beeld van de gemeente – bevrijd uit deze wereld, geleid op een pelgrimsreis, en beschermd door God. (4) Mozes is een beeld van Christus, God’s Profeet. (5) De doortocht door de Rode Zee is een beeld van de opstanding, die de gelovige bevrijd van de macht van deze tegenwoordige wereld. (6) Het manna is een beeld van Christus het Brood van het leven. (7) De geslagen rots is een beeld van de geslagen Christus, door wiens dood de Heilige Geest is gegeven. (8) Amalek is een beeld van het vlees, dat tot opstand komt in de gelovige gedurende zijn pelgrimsreis. (9) Het belangrijkste type in Exodus is dat van het Pascha, uitbeeldende de dood van Christus, de toepassing van Zijn bloed voor onze redding, en het toe-eigenen van Zijn leven (eten van het Lam) voor onze dagelijkse kracht.
————————————————————————————————————————————————————————————–
Exodus
Indeling
-
Verlossing – Gods macht (1-17)
Dit gedeelte beschrijft Gods overwinning op de goden van Egypte en de bevrijding van zijn volk uit de slavernij. De nadruk ligt op de hand van God.
I De slavernij van de zonde (1-4)
-
De weerspannigheid van farao (5-11)
-
De redding van God (12-17)
-
Pascha – Christus het geslachte Lam (12-13)
-
Doortocht door de Rode Zee – opstanding (14-15)
-
Het manna – Christus, het Brood des levens (16)
-
De geslagen rots – de Geest (17:1-7)
-
Amalek – het vlees tegen de Geest (17:8-16)
-
II Gerechtigheid – Gods heiligheid (18-24)
God en Israël sloten een verbond bij de Sinaï. God gaf hun zijn wet, opdat ze gescheiden zou zijn van de andere volken en geheel aan Hem toegewijd.
De nadruk ligt op de heiligheid van God.
-
Het volk voorbereid (18-19)
-
De Wet gegeven (20-23)
-
De geboden (20)
-
De oordelen (21-23)
-
De Wet bekrachtigd (24)
III. Herstel – God’s genade (25-40)
God had in Genesis met zijn volk gewandeld, maar nu wenste Hij bij hen te wonen. De nadruk is op het huis van God en de priesters die daar dienst deden.
-
De tabernakel beschreven (25-31)
-
De tabernakel noodzakelijk – Israëls zonden (32-34)
-
De tabernakel gebouwd (35-40)