Vraag en Antwoord- Is koning Saul behouden? – Nummer 26

9 augustus, 2023

Rubrieken: Vraag en Antwoord

Vraag en Antwoord

Is koning Saul behouden?

Nummer 26

Voorwoord

De jonge koning Saul kreeg een ander hart c.q. werd tot een ander mens en werd gezalfd met de Heilige Geest (1Sam.10:6, 9). Normaliter zou, zeker in het licht van het NT, bijna niemand aarzelen te zeggen dat Saul wedergeboren was. Dat is, naarmate we meer lezen over Saul toch moeilijk vol te houden, want we lezen dat Gods Geest naderhand van hem week en dat er een boze geest voor in de plaats kwam (16:14). Daarna gleed Saul steeds verder weg in geestelijke duisternis, en tenslotte zei Samuël tegen hem: ‘De Here is van u geweken en uw vijand geworden’ (28:16). Enkele uren later sloeg Saul de hand aan zichzelf en stierf (31:4). We hebben werkelijk reden om aan te nemen dat de man die een nieuw hart had gekregen en met de Geest vervuld was geweest, uiteindelijk verloren is gegaan. Of toch niet, want zegt Samuël niet tegen Saul: ‘morgen zult gij met uw zonen bij mij zijn’? We weten dat Samuël een trouwe gelovige was dus, is dan de conclusie, als Samuël in het dodenrijk is en Saul komt er ook, dan is Saul toch ook behouden? Dat is een beetje kort door de bocht geredeneerd, want het Oude Testament kende de tweedeling van het hiernamaals (dodenrijk) nog niet die in het Nieuwe Testament geopenbaard wordt. Trouwens moeten we oppassen met woord ‘behouden’ dat in het Oude Testament een heel andere betekenis heeft dan in het Nieuwe Testament, maar dat is een ander verhaal.

Inleiding

Het Oude Testament is nogal vaag over het hiernamaals (de onderwereld, het dodenrijk), de volle openbaring vinden we, zoals met veel Bijbelse onderwerpen, in het Nieuwe Testament  in het bijzonder in Lukas 16 waar het gaat over de rijke man en de arme Lazarus (16:19-31). Lukas 16:23 zegt ons over die rijke man: ‘In het dodenrijk sloeg hij zijn ogen op’. In sommige Bijbelvertalingen wordt dit woord (hades, Hebreeuws: sjeool) vertaald tot ‘hel’. In het Grieks is de ‘hades’ echter een tijdelijke plaats waar ongelovigen en gelovigen heengaan na hun dood. Andere vertalingen geven het woord hades weer als ‘dodenrijk’, wat dichter bij de bedoeling ligt. En op een aantal plaatsen is ‘sjeool’ dat ook een aanduiding van de plaats waar de doden zich bevinden (Ps.31:18; 49:15; Pred.9:10; Ez.31:15vv.; 32:21,27).

In Lukas 16 worden we meer ingelicht over die ‘plaats’ en zien we dat het bestaat uit twee gedeelten, waarvan het ene deel de ’schoot van Abraham’ wordt genoemd, waar de gelovigen verblijven, en het andere deel, waar de ongelovigen verblijven, ‘de plaats van pijn’. Wel te vermelden is, dat Lukas 16:19-31 geen gelijkenis is, maar eerder een weergave van een ware gebeurtenis. Naar analogie met Luk.23:43 en 2Kor.12:4 wordt over de ‘schoot van Abraham’ gesproken van het paradijs, want de Heer Jezus zei in Luk.23:43 tegen de ene boosdoener ‘vandaag (of heden) zult u met Mij in het paradijs zijn’. Dat is de reden dat de apostel Paulus gebruikt maakte van de uitdrukking: ‘heen te gaan en met Christus te zijn’ en in 2Kor.5:6-8 ‘bij de Heer inwonen’. Christus was in het paradijs dus zou Paulus daar ook heen gaan om bij Hem in te wonen.

Uit Lukas 16 blijkt tevens dat er twee ‘compartimenten’ zijn waar tussen een grote kloof is zodat men niet van de ene naar de andere plaats kan overlopen. Het is geen vagevuur waar verandering nog mogelijk is! Zoals gezegd is het dodenrijk een tijdelijke verblijfplaats, zowel voor de gelovigen als de ongelovigen, in afwachting van hun respectievelijke opstanding. Voor de gelovige is dat bij de wederkomst van Christus (de Opname) en voor de ongelovige is dat de opstanding ten oordeel (Joh.5:29); Hand.24:15). De hel, daarentegen, is de definitieve plaats van de ongelovigen. Op de oordeelsdag worden zowel de levenden als de doden die Christus verworpen hebben voor eeuwig in de hel geworpen. ‘Evenzeer als het de mensen beschikt is éénmaal te sterven en daarna het oordeel’ (Heb.9:27; Hand.17:31). Het feit dat de hades en de hel twee verschillende plaatsen zijn, wordt duidelijker wanneer we Openbaring 20 opslaan, waar we lezen dat op de oordeelsdag de dood en het dodenrijk geworpen zullen worden in de poel van vuur, dat is de hel (Op.20:13-14). Daaruit blijkt duidelijk dat het dodenrijk en de hel niet hetzelfde zijn. Het woord ‘dood’ verwijst naar de graven. Terwijl het graf recht doet gelden op het lichaam bij de dood, gaat het bij het dodenrijk om de ziel en/of de geest van de dode (Mat.10:28). Sommige bijbeluitleggers gaan ervan uit dat bij het uiteindelijke oordeel het lichaam van de ongelovige nog eenmaal verenigd zal worden met de ziel en/of geest, om daarna geworpen te worden in de hel, de poel van vuur.

Tenslotte

Rekening houdend met het hierboven geschetste over het dodenrijk kunnen we zeggen dat zowel Samuël als Saul in het dodenrijk zijn, maar dat je niet mag concluderen dat Saul behouden zou zijn, verre van.

In de typologie wordt Saul dan ook gezien als een type van de antichrist, David een type van Christus die het voorbereidend reinigend werk doet, en Salomo als koning van de vrede die kan heersen in het Vrederijk.

______________________________________________________________________________________________________________________________