'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God.
Voor een goed verstaan van de uitleg van de onderwerpen: doop van de heilige Geest en het spreken in talen is het raadzaam om onderstaande artikelen als een eenheid te lezen.
De doop met de heilige Geest – Rubriek: Bijbelse Onderwerpen
Profetie en Talen – Rubriek: Bijbelse Onderwerpen
Kracht van Boven! – Rubriek: Nieuwe Testament – Handelingen
Inleiding
In de discussie over het ‘spreken in tongen’ verwijzen de voorstanders van het spreken in tongen regelmatig naar Romeinen 8:26 als ondersteuning van hun visie. ‘En evenzo komt ook de Geest onze zwakheid te hulp; want wat wij naar behoren zullen bidden, weten wij niet, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij die de harten doorzoekt, weet wat de bedoeling van de Geest is, want Hij bidt in overeenstemming met God, voor heiligen’.
Tegenstanders van het spreken in tongen, de zogenaamde ‘glossolalie’, stellen dan weer dat tongentaal de enige wondergave was die bij de Heer Jezus niet voorkwam.
Als het ‘zuchten’ in Romeinen 8:26 op tongentaal zou doelen zou men, menen sommigen, uit het verband tussen ‘verzuchting’ en ‘zuchten’ in Mark.7:34 misschien kunnen opmaken dat de Heer Jezus in tongen sprak bij de genezing van de doofstomme.
Maar de gave van het spreken in tongen, zoals door sommigen in Romeinen 8:26 bedoeld, vooronderstelt een tekort, namelijk niet weten wat te bidden en dat is moeilijk voorstelbaar bij de Heer Jezus. Ook wanneer men ervan uitgaat dat het spreken in tongen bedoeld zou kunnen zijn daar waar gewone taal tekortschiet kan dat nooit het geval zijn bij de Heer Jezus.
Er staat in genoemde tekst ook niet dat de heilige Geest doorheen ons bidt, maar dat Hijzelf bidt voor heiligen tot God.
Samenvattend mogen we vaststellen dat Romeinen 8:26 te weinig houvast geeft om als een bevestiging te gelden voor het spreken in tongen.