Karel de Grote – Vader van Europa? – Christendom

14 augustus, 2023

Rubrieken: Christendom

Christendom

De kerstening van Europa

Karel de Grote: de ‘Vader van Europa’?

Inleiding

In de eschatologie neemt een toekomstig Romeins Rijk, waaronder door veel Bijbelleraars het huidige Europa c.q. de Europese Unie wordt verstaan, nog altijd een belangrijke plaats in. De gedachte dat er een hersteld Romeins Rijk in de eindtijd moet zijn, voorafgaand aan het Rijk van Christus, heeft in de Evangelische wereld dan ook een vaste plaats gekregen. Al in de 19 eeuw dook die gedachte op in de geschriften van J.N. Darby e.v.a. voor het Engels taalgebied, en H.C. Voorhoeve voor het Nederlands taalgebied. In zijn ‘Toekomst des Heeren’, waarvan de negende druk, die ik in mijn bezit heb, en ongeveer in 1870 uitgegeven moet zijn, wijdde voornoemde Voorhoeve, een heel hoofdstuk aan ‘Het herstel van het Romeinse Rijk’. Een gedurfde onderneming in de tijd dat ervan een Europa eigenlijk nog helemaal geen sprake was; een Europa zoals wij dat nu kennen. Voorhoeve schrijft, over een toekomstig Romeins Rijk op grond van Daniël 2, in de uitleg van het beeld van Nebukadnezar het volgende:

‘Uit de profetie volgt, dat het vierde rijk het voornaamste is. Terwijl van de eerste drie weinig gezegd wordt, wordt het vierde uitvoerig beschreven. Het is dan ook het vierde rijk, hetwelk in verband staat met de aanstaande gebeurtenissen. Het beeld van Nebukadnezar toch zal in het vierde, het Romeinsche rijk, door de steen, zonder handen afgehouden, worden vermalen. De God des hemels zal een koninkrijk verwekken, dat in der eeuwigheid niet zal verstoord worden; en dat koninkrijk zal aan geen ander volk overgelaten worden, het zal al die koninkrijken vermalen en te niet doen, maar zelf zal het in alle eeuwigheid bestaan. Dit is het koninkrijk van Christus; waaruit dus volgt, dat het Romeinsche rijk, waarin de vorige rijken zich hebben opgelost, door de komst van Christus zal worden vernietigd. En aangezien het Romeinsche rijk op dit ogenblik ( 1870) als rijk niet bestaat, zoo blijkt hieruit, dat het vóór de komst van Christus hersteld moet worden.’

Hierover gaat dit artikel, over het vierde (Romeins) rijk, het rijk dat in 476 in verval is geraakt en verdwenen is. Wat niet verdwenen is, is het verlangen geweest dit rijk weer in het leven te roepen. Keizer Karel de Grote heeft daartoe pogingen ondernomen, maar ook Napoleon Bonaparte en in de vorige eeuw Adolf Hitler met zijn fictie van een ‘Tauzendjähriges Reich’.

Het bijzondere is dat het vervallen Romeins rijk niet door militaire macht is of kon worden verwerkelijkt. Na de tweede wereldoorlog zijn vreedzame pogingen gedaan en is, wat wij nu de Europese Unie noemen, ontstaan. Volledig in overeenkomst met wat Daniël daarover heeft geschreven, eeuwen geleden. Ik citeer: ‘Dat gij gezien hebt ijzer vermengd met kleiachtig leem, betekent: zij zullen zich door huwelijksgemeenschap vermengen, maar met elkander geen samenhangend geheel vormen, zoals ijzer zich niet vermengt met leem’ (2:43). Dat is wat wij de laatste decennia hebben zien ontstaan, een Europa dat zich door ‘huwelijksgemeenschap’ met elkaar verbonden heeft, maar zonder een samenhangend geheel te vormen.

De bisschop-stadhouder

Maar laten we even teruggaan in de tijd, naar het jaar 476 n.Chr. het jaar waarin het West-Romeins Rijk ophield te bestaan. Met de val van het West-Romeinse Rijk bedoelt men de afzetting van de laatste West-Romeinse keizer Romulus Augustulus op 4 september 476 door Odoaker. Hier gingen twee eeuwen aan vooraf waarin de keizers hun greep op steeds meer gebieden verloren. Het rijk was al geplunderd was door verschillende volkeren en de Germanen en Visigoten hadden al meerdere marionettenkeizers op de troon gezet. De afzetting van de laatste keizer wordt dan ook vaak gezien als een symbolisch einde van het eens zo machtige Romeins Rijk waar allang niet meer veel van over was. Het keizerlijke hof was toen al in Ravenna gevestigd omdat dit beter te verdedigen was. De val van het West-Romeinse rijk luidde het begin van de middeleeuwen in.

Door het verval van Romeins Rijk en de onbekwame keizers, die alles maar op hun beloop lieten, ging de bestuurlijke macht van het rijk geleidelijk aan over op de kerk. In het rijk hadden de bisschoppen, als leiders van de staatskerk, immers een gezag verworven dat de facto op gelijke hoog te met dat van de burgerlijke notabelen stond. Hun maatschappelijke betekenis nam nog toe, naarmate het civiele bestuur wegkwijnde en de mensen aan hun lot overliet. Vanzelf en met de volledige steun van het volk, vulden de bisschoppen het bestuurlijk vacuüm in. De figuur van bisschop-stadhouder, die als eerste voor de belangen van zijn medeburgers op de bres staat, werd steeds zichtbaarder. Maar hij wierp zich ook op als de beschermer van het volk tegen de corruptie en de inhaligheid van staatsambtenaren.

Met deze politisering van het bisschopsambt was geen bewuste strategie gemoeid. De kerk was er niet op uit de bevoegdheden van de staat op te slokken. In de beginjaren van de 5e. eeuw waren de bisschoppen-stadhouders nog betrekkelijk zeldzaam, precies omdat op vele plaatsen de burgerlijke en militaire instanties nog hun werk deden. Maar naarmate de Germanen het staatsbestel ontregelden en de vertegenwoordigers van het keizerlijk gezag de benen namen, voelden de bisschoppen zich verplicht voor de burgerbevolking in de bres te springen.

De kerstening van Europa

Bekering van de Saksen

Terwijl Karel zich in Spanje bevond werd de oostgrens van het rijk regelmatig geplaagd door de Saksen, die meerdere malen plundertochten organiseerden op Frankisch grondgebied. In 780 vaardigde Karel daarom het decreet ‘Capitulatio de partibus Saxoniae’ uit, waarin hij vast liet leggen dat de heidense Saksen zich op straffe des doods moesten bekeren tot het christendom. Het was voor het eerst in de Westerse geschiedenis dat een vorst een dergelijke gewelddadige kersteningspolitiek hanteerde. Er volgde een lange oorlog, die Karel uiteindelijk pas in 804 in zijn voordeel wist te beslechtten.

Kroning tot Keizer

Ondertussen was in Rome de nieuwe Paus Leo III in de problemen geraakt. De leden van zijn eigen pauselijke curie waren namelijk tegen hem in opstand gekomen en hadden hem in 799 uit Rome verdreven. Karel trok daarop met zijn leger naar de Eeuwige Stad en sloeg de opstand neer, waarna hij Leo III weer als Paus installeerde. Die beloonde de Frankische vorst daarvoor door hem op 25 december 800 uit te roepen tot ‘keizer’, een titel die sinds de val van het West-Romeinse Rijk niet meer gebruikt was in West-Europa. Volgens de Karolingische biograaf Einhard kwam zijn kroning tot keizer als een grote verrassing voor Karel, maar historici trekken die bewering inmiddels sterk in twijfel.

Vader van Europa

Na zijn dood op 28 januari 814 werd Karel de Grote opgevolgd door zijn enige nog levende zoon, Lodewijk de Vrome (778-841), het vijfde kind van zijn derde vrouw Hildegard (758-783). Hij besloot zijn vader te begraven in een kapel te Aken, die tegenwoordig onderdeel uitmaakt van de grote kathedraal.

Naast zijn veroveringen verwierf Karel de Grote vooral veel aanzien met zijn culturele en economische prestaties. Karel de Grote leefde in de vroege middeleeuwen; omstreeks 800. Niet alleen stichtte hij het grootste rijk dat Europa sinds de val van het Romeinse Rijk had gezien. Hij was heerser van een steeds groter wordend rijk. Hij had kleine maar ook grote landen veroverd. Hij had veel volksgroepen bij zijn rijk gevoegd zoals: Saksen, Lombardije, Beieren en de Spaanse Mark. Hij was koning van de Franken vanaf 768 en vanaf 800 was hij een heilige Romeinse keizer. Zo zorgde hij met zijn ‘Karolingische Renaissance’ voor een opleving van de Europese schriftelijke cultuur en zou het feodale systeem – dat door Karel sterk bevorderd werd – nog eeuwenlang invloed hebben op de politieke en economische geschiedenis van het continent.

Karel de Grote en het Christelijk geloof

Door God aangewezen

Hoewel het Karel zeker niet aan strategisch inzicht ontbroken heeft, zou het een misvatting zijn om zijn ‘integratiebeleid’ uitsluitend als machtspolitiek te duiden. Willen we Karel goed begrijpen, dan moeten we hem niet slechts als machtspoliticus, maar ook als christelijk vorst serieus nemen. Niet voor niets zien we Karel in beleidsstukken en hof poëzie dikwijls gespiegeld worden aan oudtestamentische koningen als David en Josia.

Deze koningen waren door God aangewezen om te regeren over de Israëlieten, Gods uitverkoren volk. Het centrale aspect van hun koningschap was niet macht maar verantwoordelijkheid: zij moesten erop toezien dat de Israëlieten niet van Gods wetten afweken. Kweten de koningen zich onvoldoende van deze taak, dan volgden van Godswege niet mis te verstane represailles.

Populus Christianus

Karels koningschap was op eenzelfde leest geschoeid, met als essentieel verschil dat hij het door God gegeven gezag over een christelijk rijk voerde. Dit rijk was minder exclusief dan het oude Israël: het kon meerdere volkeren omvatten. En dit was ook precies wat Karel zijn nieuwe onderdanen voorhield: zij mochten dan Saksen, Longobarden of Beieren zijn, tezamen vormden zij een populus christianus, een christelijke gemeenschap, onder het gezag van één christelijke vorst. Het christendom kon alleen sociale cohesie garanderen indien Karels onderdanen ook daadwerkelijk christelijk waren. Dit was niet bij alle veroverde volkeren het geval. Met name de Saksen waren in de 8ste eeuw nog sterk heidens. Karels Saksenoorlogen werden dan ook al snel aangegrepen voor grootschalige kerstening. Karel werkte hierbij nauw samen met missionarissen uit kloosters in het Rijngebied, die vaak al langer met de Saksische missie begaan waren.

Doodstraf voor heidense praktijken

De kerstening van de Saksen was pas in de 9de eeuw voltooid. Ook zij verliep dikwijls onder dreiging van geweld. Een extreem voorbeeld hiervan vinden we in een onder Karel opgestelde wet ‘voor de Saksische gebieden’, waarin naast verscheidene vormen van politieke ontrouw ook heidense praktijken met de dood bestraft worden. Het is desondanks tekenend voor het uiteindelijke succes van de Saksische kerstening en integratie in het Frankische rijk, dat Karel door latere generaties Saksen uiterst positief herinnerend werd. De nadruk lag hierbij niet op het bloedvergieten, maar op zijn optreden als ‘Apostel der Saksen’, zoals hij door latere christelijke Saksische auteurs gedoopt werd. Dat Karel als apostel dikwijls met ‘ijzeren tong’ gepredikt had, wreven zij hem nauwelijks aan.

Vader van Europa

Karel de Grote wordt dikwijls de ‘Vader van Europa’ genoemd. De Frankische koning verdient deze titel omdat hij drie eeuwen na de ineenstorting van het Romeinse Rijk een groot deel van Europa weer onder één gezag wist te brengen. Karels veldtochten hadden verstrekkende geopolitieke gevolgen. Voor het eerst sinds het uiteenvallen van het West-Romeinse Rijk waren grote delen van West-Europa weer onder één heerser verenigd. De parallel met het oude Romeinse keizerrijk vond symbolische bevestiging in 800, toen Karel door paus Leo III tot keizer gekroond werd in de Sint-Pieter in Rome. Maar of hij nu koning of keizer was, de uitdaging bleef in zekere zin hetzelfde: Karel moest zien te regeren over Franken, Longobarden, Beieren, Aquitaniërs, Saksen, Friezen, Alemannen en Thuringiërs. In politiek opzicht hield het door Karel uitgekerfde rijk slechts twee generaties stand. Zijn zoon Lodewijk de Vrome erfde nog het volledige imperium, maar onder zijn kleinzonen werd het rijk in drie deelrijken opgesplitst. Als ideaal was Karels rijk een aanzienlijk langer leven beschoren. Karels verrichtingen werden een blijvend referentiekader voor de imperiale ambities van middeleeuwse en vroegmoderne vorsten. Ook vandaag de dag geldt Karel nog als een symbool voor Europese eenwording en integratie, een project waarvan de verwezenlijking twaalf eeuwen na Karels dood allerminst vanzelfsprekend is.

Karel de Grote (regeerperiode: 768-814) verenigde een groot deel van het vroegere West-Europese Romeinse rijk. Hij wordt daarom wel de ‘Vader van Europa’ genoemd. Alle Europese vorsten ‘stammen van hem af’. Om de Europese samenwerking een historische basis te geven zegt men wel dat het Frankische Rijk van Karel de Grote de voorloper was van de Europese Unie. Een modern idee wordt op die manier kracht bijgezet met een verwijzing naar het verleden. Natuurlijk kun je je afvragen of dat terecht is. Is het een logische stap van Karel de Grote naar de EU? De Karolinger Karel de Grote was een van de grootste machthebbers die Europa ooit gekend heeft, onmetelijk rijk en met een passie voor kunst. Hij wordt vaak beschouwd als de eerste Europeaan, een voorbeeld van wat nu de Europese Unie is.

Tot slot

Het is Karel de Grote niet gelukt een blijvend Europa te vestigen. De ‘Germanenslachter’ heeft het huidige Europa met harde vuist onder zich verenigd maar al snel na zijn dood trad het verval van zijn rijk in. Maar de droom leefde voort en vond een opvolger in Karel V, Napoleon en Hitler. Maar ook deze machthebbers en hun rijken hielden geen stand. Maar <Gods beloften van een hersteld Romeins rijk kwamen wel uit in de totstandkoming van de huidige Europese Unie. Dat gezegd hebbende moeten we ons ook realiseren dat het vijfde rijk, het rijk van Christus, op het punt staat werkelijkheid te worden. Hij de Koning der koningen en de Heer der heren zal zijn rijk vestigen, een rijk dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan (Dan.2:44). Kom, Heer Jezus, kom spoedig!

____________________________________________________________________________________________