Kerkgeschiedenis – De Protestantse kerk in Frankrijk – Opheffing van het Edict van Nantes

10 februari, 2025

Rubrieken: Kerkgeschiedenis

Kerkgeschiedenis

De Protestantse kerk in Frankrijk – Deel 2

Opheffing van het Edict van Nantes

(Zie ook het artikel: Het Edict van Nantes en ‘Het concordaat van Napoleon)

Inleiding

Het Edict van Nantes was een op 13 april 1598 door koning Hendrik IV van Frankrijk uitgevaardigd edict. De hugenoten (protestanten) kregen rechten op uitoefening van hun geloof en behielden garnizoensrecht in een paar Zuid-Franse steden. Dit maakte deel uit van de politiek van Hendrik IV om de godsdienstige twisten in het koninkrijk Frankrijk te beëindigen.

Het opgetekende Edict van Nantes.

De voornaamste bepalingen waren:

Gewetensvrijheid in geheel Frankrijk;

Het recht godsdienstoefeningen te houden in de al hiervoor in gebruik zijnde kerken, in kastelen van protestantse edellieden en in één stad per district, behalve Parijs;

Volledige burgerrechten: vrije handel, erfrecht, toegang tot ambten, onderwijsinstellingen;

Het bezetten van de helft van de zetels in de handelskamers;

Het recht van het leggen van een door de koning bezoldigd garnizoen en het houden van synoden in een honderdtal veiligheidsplaatsen.

Reacties

Het edict zorgde inderdaad voor de gewenste vrede voor een paar decennia, totdat Richelieu de hugenoten in 1629 een aantal rechten weer ontnam (Edict of Vrede van Alais ontnam hun de laatste veiligheidsplaatsen). De hugenoten waren erg impopulair, historisch betrokken bij opstanden, het onderwerp van samenzweringstheorieën, en de druk op de koning om eens en voor altijd een einde te maken aan de R.P.R. (Religion Prétendue Réformée – de Zogenaamd Hervormde Religie) was groot. De hugenoten waren evenmin tolerant als de katholieken: de publieke opinie was ontdaan door de discriminatie van katholieken in de Verenigde Provinciën, door de Engelse Test Act van 1678, die katholieken uitsloot van ambten, 2000 weigeraars werden gevangengezet, of zelfs in de Languedoc, sommige kantons van Normandië, of Poitou waar de calvinisten, op sommige plaatsen in de meerderheid, de katholieken verdrukten.

Lodewijk XIV

 Lodewijk XIV, die met de vorderende jaren steeds devoter katholiek werd, gaf uiteindelijk toe aan de druk en trok het edict in 1685, mede op aandringen van zijn biechtvader François d’Aix de La Chaise, definitief in, waarop 50.000 hugenoten vluchtten naar Nederland, Engeland, de Kanaaleilanden en Brandenburg-Pruisen. De herroeping van het Edict van Nantes in oktober 1685 heet formeel het Edict van Fontainebleau

Het Edict van Fontainebleau werd op 18 oktober 1685 door Lodewijk XIV van Frankrijk uitgevaardigd. Het was een herroeping van het Edict van Nantes uit 1598, waarin de vrijheid van de hugenoten (Franse protestanten) was vergroot. Door het Edict van Fontainebleau werd de hugenoten deze rechten weer ontnomen.

De hugenoten waren gehaat in het strikt katholieke Frankrijk. De zeventiende-eeuwse maatschappij voerde tolerantie niet hoog in het vaandel. Bovendien maakten de hugenoten in sommige gebieden de elite uit, en keek het katholieke gewone volk met nijd naar hun succes. De haat tegen de hugenoten was in de aanloop naar het Edict van Fontainebleau toegenomen. In de jaren voorafgaand aan het Edict van Fontainebleau verloor koning Lodewijk XIV de controle over de religieuze tolerantie die zou moeten voortvloeien uit het Edict van Nantes.

De dragonders als missionaris: Wie mij kan weerstaan is wel erg sterk.

Op initiatief van lokale militaire commandanten en intendanten werden de protestanten onder druk gezet om zich te bekeren (schriftelijk hun dwaling af te zweren). Er waren lokmiddelen, zoals belastingvrijstelling, maar steeds meer werd gegrepen naar dwang, de zogenaamde dragonnades, waarbij militairen in Hugenootse huizen werden ondergebracht. De koning vernam de klachten over dwang, geweld en plunderingen, maar bleek machteloos. Noch hij, noch minister Louvois werden nog gehoorzaamd door de katholieke ijveraars. Zijn kanselier, Michel le Tellier, vader van Louvois, steunde de dragonnades.

De koning werd door het Hof afgeschermd van de werkelijkheid: men informeerde hem dat de hugenoten massaal bekeerd waren, en dat het nog een kwestie van weinigen was voor geheel Frankrijk zou bekeerd zijn. Men argumenteerde dat een dergelijke overwinning op de ketterij het prestige van de koning als Zeer Christelijke Vorst zou opschroeven, en de conflicten met paus Innocentius XI zou helpen oplossen – Frankrijk stond aan de rand van een schisma met Rome: het conflict over de Régale maakte dat reeds 30 bisdommen geen bisschop meer hadden; een ander conflict over de immuniteit van de Franse ambassade in Rome had geleid tot de excommunicatie van de ambassadeur; bovendien was de geheime steun van Lodewijk XIV aan de Turken in hun oorlog tegen de katholieke Habsburgse monarchie bekend. Ten slotte zou het officiële afschaffen van de tolerantie een einde maken aan de ongehoorzaamheid van de lokale commandanten.

Het edict van Fontainebleau

De koning gaf uiteindelijk toe aan de druk. Populaire geschiedschrijving (gebaseerd op kwatongen Saint-Simon en Madame) weet het intrekken van het edict van Nantes aan de toenemende vroomheid van de koning, het aandringen van Lodewijks vrouw Madame de Maintenon en hun biechtvader François d’Aix de La Chaise. Recente geschiedschrijvers zien de belangrijke rol van Michel le Tellier, de spontane voorbereidende onderdrukking door de subalterne niveaus en de vrijwel unanieme overtuiging van het Hof (inclusief het misleiden van de koning), de Kerk en het Volk dat de hugenootse ketterij moest uitgeroeid worden. Het edict leidde tot uitbarstingen van volksvreugde, tot een steunbetoging in Versailles toe. Een paar artikelen van het Edict:

Artikel 1 schaft het Edict van Nantes af en beveelt de afbraak van de protestantse kerken;

Artikel 3 verbiedt de protestantse cultus en verbiedt de scholen voor protestantse kinderen;

Artikels 4 en 5 geven de protestantse predikanten de keuze tussen bekering en verbanning;

Artikel 10 verbiedt de nog niet bekeerden het koninkrijk te verlaten, op straffe van de galeien voor de mannen en opsluiting in het klooster voor de vrouwen;

Artikel 12 staat de protestanten toe in het koninkrijk te blijven, hun activiteiten te blijven uitoefenen en hun bezittingen uit te baten. Dit in afwachting dat God hen verlicht. Het is hen evenwel verboden de godsdienst te belijden in het openbaar, samen te komen voor gebed of kerkdiensten of onder welk voorwendsel dan ook, op straffe van arrestatie en confiscatie van hun goederen.

Gevolgen

Hierna vluchtten naar sommige schattingen tussen 210.000 en 900.000 protestanten naar onder andere de Nederlanden, Duitsland, Italië en koninkrijk Engeland. Sommige vorsten nodigden hugenoten uit om naar hun land te komen, zoals Frederik Willem I van Brandenburg deed met het Edict van Potsdam. Lodewijk XIV zelf schatte dat op 17 januari 1686 slechts 1000 tot 1500 hugenoten in Frankrijk waren achtergebleven. Men beweert dat de vlucht van de hugenoten een economische catastrofe veroorzaakte. In feite kwam de vlucht van kapitaal, economische netwerken, handelaars, kennis en ambachtslieden boven op een al bestaande economische crisis en hongersnood.

De gevolgen op internationaal en diplomatiek vlak waren veel erger. Van de beoogde voordelen – het herwinnen van de morele autoriteit in de Kerk en de goede vrede met Innocentius XI – kwam niets. Het prestige van Lodewijk XIV in Europa werd ernstig beschadigd. Terwijl men de koning in Frankrijk bejubelde als nieuwe Karel de Grote en nieuwe Theodosius, werd hij in buitenlandse pamfletten de Antichrist genoemd. De Oostenrijkse keizer, keizer Leopold I, kon de Duitse vorstendommen makkelijk voorhouden dat Lodewijk XIV een bedreiging vormde en verschillende protestante Duitse bondgenoten van Frankrijk verkoelden hun relatie met de koning. Ook de relaties met Engeland verslechterden: de katholieke Engelse koning Jacobus II moest afstand nemen van zijn Franse collega. Het Edict van Fontainebleau wordt vergeleken met het Verdrijvingsedict uit 1492 van het katholieke koningspaar, Ferdinand II van Aragon en Isabella I van Castilië die de Sefardische Joden verdreven uit Spanje.

Duur van het Edict

Lodewijk XV deed later toenaderingspogingen tot de overgebleven hugenoten, maar het duurde tot de regering van Lodewijk XVI vooraleer een Franse koning zijn populariteit op het spel durfde te zetten door godsdienstvrijheid te proclameren. Lodewijk XVI’s Edict van Versailles uit 1787 kondigde godsdienstvrijheid af maar behield de positie van de katholieke kerk als staatsgodsdienst.

Franse Revolutie

In het artikel ‘Staat en RK-kerk tijdens de Franse revolutie’ in de rubriek Kerkgeschiedenis beschrijf ik de grote veranderingen die er kwamen met de Franse Revolutie van 1789-1804 en de nieuwe situatie van de Franse kerk. Na de revolutie kwam er een nieuwe verhouding tussen Kerk en Staat door het concordaat dat Napoleon sloot met de paus. Ook dat artikel kunt u vinden in de rubriek Kerkgeschiedenis.

Bronnen:

Wikipedia

De Zonnekoning – Johan op de Beeck

______________________________________________________________________________