De tekst in Mattheüs 24:40 gaat als volgt: ‘Dan zullen er twee op het veld zijn, één wordt meegenomen en één achtergelaten; twee vrouwen zullen met de molensteen malen, één wordt meegenomen en één achtergelaten.
Antwoord: In de Statenvertaling staat deze tekst als volgt: ‘De één zal aangenomen en de ander zal verlaten worden’. NBG en HSV hebben: ‘aangenomen’ en ‘achtergelaten’. Het Nieuwe Testament in de Telos/Voorhoeve vertaling hebben: ‘meegenomen’ en ‘achtergelaten’. Omdat het hier om het eindoordeel en het begin van het vrederijk gaat, betekent ‘meenemen’ hier: wegrukken door het oordeel; en ‘achtergelaten’: op aarde laten, opdat de betreffende gelovigen het vrederijk kunnen binnengaan. Maar of het nu om ‘wegnemen’ of ‘aannemen’ gaat, in ieder geval kan men niet vertalen ‘opnemen’, en nog minder spreekt het vanzelf dat het hier om de Gemeente zou gaan. De context maakt toch duidelijk dat het hier gaat om personen die in Juda wonen en de heilige plaats (de tempel) kunnen zien, en personen die de sabbat houden, kortom: Joden in het Heilige Land (Mat.24:15-20).
In 1Thes.4 waar het over de Opname gaat staat is het Griekse woord ‘har’pazo’ vertaald als ‘opgenomen’; met geweld wegnemen, snel grijpen en meenemen. Het Griekse woord in Mattheüs 24:40 is een ander woord: paralam’bano dat is ‘erbij nemen’ maar niet ‘opnemen’.
Daar komt bij dat het onderwijs van de Opname voorbehouden was aan de apostel Paulus en pas bekendgemaakt kon worden ná het ontstaan van de Gemeente (Kol.1:25vv.; Ef.3:3vv: Rom.16:25v.). Dit maakt ook de reden duidelijk dat de apostel Paulus de komst van de Heer Jezus voor de Gemeente mocht en moest bekendmaken omdat de zichtbare komst van Christus al uitvoerig beschreven was in Oud- en Nieuwe Testament en de komst voor de Gemeente niet.