Dogmatiek – De Opstanding

25 juli, 2023

Rubrieken: Dogmatiek

Dogmatiek

De opstanding

Inleiding

Het Griekse woord voor opstanding is exan’istemi, en wordt drieënveertig keer gebruikt. Maar in Filippenzen 3:11 betekent exa’nastasis een opstanding van tussen de doden uit. Het onderwijs over de opstanding is tweeledig, het betreft (1) de opstanding van Christus, en (2) de opstanding van de mensheid, gelovig of niet gelovig.

De opstanding met betrekking tot Christus

  1. Het onderwijs in het Oude Testament

(1) In het Oude Testament komen we het onderwerp opstanding tegen in een aantal profetieën, bijvoorbeeld in de Psalmen 16:9-10; 22:22-31; 118:22-23. Davids opvatting over de opstanding vinden we terug in Handelingen 2:25-31.

(2) We vinden het ook in de typologie, bijvoorbeeld in de twee vogels in Leviticus 14:4-7; de ‘eerstelingen van de vruchten’ in Lev.23:10-11. De opstanding van Christus is niet direct verbonden met of gerelateerd aan de geschiedenis van Israël of de aarde, want het behoort bij de nieuwe schepping (Kol.2:9-15).

  1. Het onderwijs van het Nieuwe Testament

(1) De Heer Jezus voorzei zijn eigen opstanding (Mat.16:21; 17:23; 20:19; Luk.18:33; 24:7).

(2) De opstanding van de Heer Jezus was een absolute zekerheid (1Kor.15:4-8).

(3) Het ging om een echte opstanding en kan niet vergeleken worden door een geestelijke opstanding (Luk.24:39).

(4) Het resulteerde in een nieuwe orde van onvergankelijkheid (1Tim.6:16; 2Tim.1:10), niet louter de beëindiging van de dood.

(5) Er zijn zeven redenen te vermelden voor de opstanding van Christus. (a) Hij kon opstaan uit de doden om wie Hij is (Hand.2:24), (b) om profetie te vervullen (Hand.2:25-31; Rom.1:4; Jer.33:20-21; Luk.1:31-33), (c) om de Gever van het leven te worden (Rom.7:4; 1Kor.15:45; Joh.20:22), (d) om macht te verlenen (Ef.1:19-20; Mat.28:18-20; Rom.6:4), (e) om Hoofd van de Gemeente en alle dingen te zijn (Ef.1:22-23), (f) wegens de rechtvaardigingsgrond die wordt bereikt door zijn dood (Rom.4:25), (g) om de om de eerste vrucht te zijn (Fil.3:21; 1Kor.15:22-23).

(6) De opstanding van Christus is de standaard van goddelijke macht (Ef.1:19-20) voor Israëls bevrijding uit Egypte in het verleden en uit de huidige verstrooiing voor die van het koninkrijk (Jer.23:7-8).

(7) De eerste dag van de week is het moment om de opstanding van Christus te gedenken (Hand.20:7).

De opstanding met betrekking tot de mensheid

(1) Het onderwijs van het Oude Testament is, dat oudtestamentische heiligen een opstanding van hun lichaam verwachtten (Job.19:25-27; Joh.11:24; Heb.6:2).

(2) Het algemeen onderwijs van het Nieuwe Testament is, (a) dat er drie opstandingen zijn die in deze volgorde gaan gebeuren (1Kor.15:20-24): Christus (die opstanding is al gebeurd), de gelovigen in de eindtijd en tenslotte de algehele opstanding. Let op de volgorde die hier vermeld is. (b) Christus leerde de algemene opstanding (Joh.5:25-29; Dan.12:2; Mat.11:22, 24; 12:41-42; Luk.10:14; 11:32; Hand.24:15; 1Kor.15:22). (c) Opstanding is niet hetzelfde als herstel. Alle zo genoemde opstandingen die zijn vermeld in de Schrift zijn de volgende: 2Kon.4:32-35; 13:21; Mat.9:25; Luk.7:12-15; Joh.11:44; Hand.9:36-41; 14:19-20, al deze zijn later weer gestorven. (d) Het lichaam van een gelovige is als een zaad dat gezaaid wordt (1Kor.15:35-44). (e) Er is één grote uitzondering op de algemene regel van dood en opstanding en dat is de opname (1Kor.15:51-52; 1Thes.4).

(3) Er wordt ook gesproken van een geestelijke opwekking van de gelovige (Kol.2:12; 3:1).

(4) Het onderwijs van de apostel Paulus.

De opstanding van beide, Christus en de gelovigen maken deel uit van het Evangelie (1Kor.15:1-4).

______________________________________________________________________________________________________________________________