Nieuwe Testament – Paulus’ reis naar Rome – Deel 1 – Handelingen 27

7 augustus, 2023

Nieuw Testament

Deel 1 – Handelingen 27

Paulus’ reis naar Rome

‘Nooit hebben zo velen (276) aan zo weinigen (Paulus) zoveel te danken gehad’ (Churchill)

Voorwoord

De vraag die bij ons op zou kunnen komen is, wat de reden van de Heilige Geest geweest is om ons een zo nauwkeurig verslag van de reis van Paulus te verstrekken? Ten eerste krijgen we hierdoor een beeld van gang van zaken in het Romeinse rijk voor wat de scheepvaart betreft, maar ook zien we met wat nauwkeurigheid de schrijver Lukas de geografische gegevens vermeld. Dit getuigd van de betrouwbaarheid van de Bijbel. Ook wij maken een reis, dan wel geen echte scheepsreis, maar een levensreis. We kunnen uit de hoofdstukken 27-28 ten eerste de aanwezigheid van God opmerken waar we ook gaan, zelfs op de moeilijkste momenten (27:1-28:31. Verder  kunnen we de hulp van andere gelovigen ervaren (27:1-3; 28:2, 7-10, 14-15). En tenslotte kunnen we vertrouwen op de beloften van God; wat Hij beloofd doet Hij! (27:22-25). En (4) wordt je erinnert aan het het doel van God in jouw leven (28:8-9, 17-31) en richt je daar je aandacht op.

Inleiding

Het verlangen van de apostel Paulus om ooit eens Rome te bezoeken werd na lange tijd werkelijkheid, wellicht op een andere manier als hij had bedoeld, maar toch! Een aantal keren was hij verhinderd geweest en veel jaren had hij dat grote verlangen met zich meegedragen (Rom.15:22-23). Hij had ervoor gebeden en dat verlangen bekend gemaakt: ‘Terwijl ik bid of ik wellicht eens door de wil van God het voorrecht mocht hebben tot u te komen’ (Rom.1:10). Na zijn rondreis in Macedonië en Achaje en Jeruzalem, waar hij dan gearresteerd is geworden, zei de apostel: ‘Nadat ik daar ben geweest, moet ik ook Rome zien’ (Hand.19:21). En zo gebeurde het en werd hij in zijn verlangen en voornemen bevestigd toen Paulus na zijn verhoor door de Joodse raad de Heer bij hem stond zei: ‘Heb goede moed, want zoals je in Jeruzalem van Mij hebt getuigd, zo moet je ook in Rome getuigen’ (Hand.23:11). Na het verhoor van de Joodse raad werd Paulus naar Felix, de stadhouder gezonden die hem op zijn beurt naar Caeserea liet brengen (Hand.23:33). De Joden lieten Paulus niet met rust en klaagden hem aan bij de stadhouder die hem meerdere keren ondervroeg (Hand.24::24-27). Deze periode duurde twee jaar en in die tijd werd Felix opgevolgd door Porcius Festus, die op zijn beurt Paulus ondervroeg. Dat was het moment dat de apostel Paulus zich op de keizer beriep. ‘Op de keizer beroep ik mij. Toen antwoordde Festus: ‘Op de keizer hebt u zich beroepen, naar de keizer zult u gaan’ (Hand.25:12). Later, na het zoveelste verhoor, dit keer door koning Agrippa, was de tijd dan gekomen dat Paulus scheep zou gaan naar Rome. Agrippa sprak met Festus en kwamen tot de conclusie dat Paulus niets had gedaan wat dood of gevangenschap waard was. En Agrippa zei tot Festus: ‘Deze man had kunnen worden vrijgelaten als hij zich niet op de keizer had beroepen’ (Hand.26:32).

De Schone Havens

‘Toen nu was besloten dat wij, Lukas (de schrijver van het boek Handelingen), Aristarchus een Macedoniër en Paulus naar Italië zouden afvaren, leverde men Paulus en enige andere gevangenen over aan de hoofdman Julius’ (Hand.27:1). Paulus was bekend met de scheepvaart want hij getuigde daarvan tot de gelovigen in Korinthe: ‘Driemaal heb ik schipbreuk geleden, een nacht en dag heb ik in volle zee doorgebracht’ (2Kor.11:25), en dit zou zijn vierde schipbreuk worden, maar dat wist Paulus op dat moment nog niet. De hoofdman Julius behandelde Paulus vriendelijk wat bleek toen, bij aankomst in Sidon, hij Paulus toestond naar zijn vrienden te gaan (Hand.27:3). De vermaning waarmee Paulus eerder de discipelen had vermaand, bleek ook hier maar al te waar, namelijk dat wij ‘door vele verdrukkingen heen het koninkrijk Gods zullen beërven’ (Hand.14:22). Begon de reis naar Rome voorspoedig, later veranderde dat en eindigde tenslotte met een schipbreuk, maar laten we niet op de zaken vooruitlopen. We kunnen in de Bijbel drie soorten stormen ontdekken waarin een gelovige terecht kan komen. Stormen zijn een metafoor van moeilijke tijden, zoals we dat uitdrukken in de gezegde: ‘De stormen van het leven’ of een ook wel een ‘levenstorm’. Ten eerste is er een storm waarin we kunnen verzeild raken door eigen schuld, zoals Jona die een eigen weg koos en in een storm terecht kwam. Ten tweede een storm waarin de Heer Jezus ons in laat gaan, we zouden dat beproevingen van ons geloof kunnen noemen. Een voorbeeld daarvan vinden we in Markus 4:35-41. En dan ten derde deze storm, waarin Paulus terecht kwam omdat hij als gevangene aan boord was en ook de gevolgen moest dragen zoals ook de anderen. Een voorbeeld daarvan vinden we in Jozua en Kaleb, die vanwege het ongeloof van de tien verspieders ook de veertig jaar in de woestijn moesten doorbrengen, terwijl ze daar zelf geen schuld aan hadden. De reis begon geleidelijk aan moeilijkheden te ondervinden; de wind was tegen (Hand.27:4, 7, 8). In Myra stapten ze over op een ander schip en aangekomen in Kreta kwamen ze bij een plaats, Schone Havens geheten, waar de stad Laséa (nu Kaloi Limenes) dichtbij lag.

Paulus’ raad

Al met al was er al redelijk veel tijd verlopen en omdat het vasten voorafgaand aan de Grote Verzoendag al voorbij was, het zal dan ongeveer oktober zijn geweest was een verdergaan gevaarlijk geworden. Of Paulus de hoofdman waarschuwde uit eerder opgedane ervaringen, of dat hij een goddelijke aanwijzing had ontvangen, is niet bekend maar hij vond het nodig de hoofdman te waarschuwen en zei tot de bemanning: ‘Mannen, ik zie dat de vaart zal plaatsvinden met ongemak en grote schade, niet allen van de lading en van het schip, maar van ons leven’ (Hand.27:10). Maar de wijsheid van Paulus was niet in tel! Hij leek veel op die arme, wijze man, waarover Salomo heeft geschreven, en die de stad had kunnen redden, maar niemand luisterde naar hem (Pred.6:15). Nee, ‘de hoofdman echter had meer vertrouwen in de stuurman en de schipper dan in Paulus’ (vs.11), dus vertrok men in de hoop in Fenix te overwinteren, maar het liep totaal anders dan gedacht! Een plotselinge stormwind kwam uit het niets opzetten en overviel hen. Is dat ook niet zo in het gewone leven? Alles gaat goed en plots komt er een onverwachte ‘storm’ die ons leven op z’n kop zet! Stormen in het leven komen meestal onverwacht en ongewenst en zo plots als ze komen verdwijnen ze vaak ook weer. Wat moet je doen tijdens een storm in je leven? Laat maar los en laat je maar drijven en gooi alles wat je hindert als het ware maar overboord! God zorgt voor je; laat los en u zult losgelaten worden! De storm waarin het schip zat waar Paulus en zijn twee vrienden aan boord waren, duurde lang, maar liefst zeventien dagen en toen men alle hoop op redding had opgegeven trad Paulus op.

Paulus’ optreden

Hij herinnerde de bemanning eraan dat hij hen voordien gewaarschuwd had met de woorden: ‘Mannen, men had naar mij moeten luisteren en niet van Kreta wegvaren’ (v.21). Maar hij vervolgt met de mededeling dat hij bezoek had gehad van een engel met een bericht van hoop en een goede afloop. ‘Vannacht stond bij mij een engel van de God van Wie ik ben, die ik ook dien, en hij zei: ’Wees niet bang Paulus, u moet voor de keizer verschijnen; en zie, God heeft allen geschonken die met u varen’ (v.24). We zien dat Paulus een prominente en leidende rol speelde toen de storm haar hoogtepunt bereikte. Vlak voor de kust, van wat later Malta bleek te zijn, en de zeelieden van het schip probeerden te vluchten, zei Paulus tot de hoofdman en de soldaten: ‘Als zij niet op het schip blijven, kunt u niet worden behouden’. En tegen dat het dag zou worden, spoorde Paulus allen aan om voedsel te nemen en zei: ‘Het is vandaag de vertiende dag dat u blijft afwachten zonder te eten en zonder iets te nuttigen. Daarom spoor ik u aan voedsel te nemen, want dit dient tot uw behoudenis; want van niemand van u zal een haar van zijn hoofd verloren gaan’ (vs.33-34). Dit gezegd hebbende dankte hij God in bijzijn van allen. Tenslotte strandde het schip, brak in tweeën, de bemanning, gevangenen en passagiers sprongen overboord en bereikte al zwemmende en drijvende het vaste land; het eiland Malta. ‘En zo gebeurde het dat allen behouden aan land kwamen’ (vs.44).

Paulus’ verblijf op Malta

De drenkelingen werden met buitengewone menslievendheid ontvangen en verzorgt door de inwoners van Malta. Hier werden de tekenen van een apostel van Jezus, onmiddellijk na aankomst, geopenbaard (2Kor.12:12; Hand.5:12). Bij het verzamelen van hout voor een vuur werd Paulus door een slang gebeten, maar er gebeurde niets (Mark.16:18; Luk.10:19). Het spreekt vanzelf, hoewel het niet in de tekst vermeld staat, dat de apostel in de maanden die volgden aan deze barbaren (niet-Grieken die ook de Griekse taal niet machtig waren), het evangelie heeft verkondigd. En bij het verkondigen van het evangelie zien we dat God, ter ondersteuning daarvan, ‘meegetuigde zowel door tekenen als wonderen en allerlei krachten en uitdelingen van de Heilige Geest naar zijn wil’ (Heb.2:4). Paulus was ‘geboeid’ maar het Woord van God niet (2Tim.2:9). Wat Paulus had geschreven aan Timotheüs maakte hijzelf waar: ‘predik het woord, weest paraat, gelegen en ongelegen’ (2Tim.4:2). ‘De tekenen van de apostel werden, ook onder de bevolking van Malta verricht, door tekenen, wonderen en krachten’ (2Kor.12:12; Rom.15:18-19). Te beginnen met de genezing van de vader van een zekere Publius, de voornaamste van het eiland. Door gebed en onder oplegging van de handen van de apostel (Hand.5:12) werd deze weer gezond. Dat bleef niet onopgemerkt en het gevolg was dat ook de overigen op het eiland die ziekten hadden, naar hem toe kwamen en genezen werden (vs.9). Paulus verbeef zo’n drie maanden op Malta. Sporen van z’n verblijf zijn vandaag nog terug te vinden in St. Paul’s Bay waar u zelfs een standbeeld van Paulus ziet en de Paulusgrot in Rabat. Daarnaast vindt u overal op het eiland, in de diverse Pauluskappellen fresco’s die herinneren aan zijn verblijf op Malta. De spreuk: ‘Wie goed doet, goed ontmoet’ ging in vervulling, want bij het vertrek voorzagen de eilandbewoners hen van wat ze nodig hadden.

______________________________________________________________________________________________________________________________