'In hoofdzaken eenheid, in bijzaken verdraagzaamheid en in alles de liefde'
Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God.
Zijn toespraak tot de Verenigde Naties van 22 september 2016 begon premier Netanyahu van Israël met de woorden: ‘Wat ik nu ga zeggen zal u shockeren: Israël heeft een mooie toekomst bij de VN’. Ik betwijfel of hij deze woorden na de resolutie van 23 december 2016 nog zou zeggen. Want in die resolutie veroordeelde de VN het Israëlische nederzettingenbeleid in de zgn. Palestijnse gebieden. Dat kon gebeuren omdat Amerika zich onthield van stemming en zijn vetorecht niet gebruikte om Israël te steunen. Dat was een unicum! Israël beschuldigde daarom de Amerikaanse president Barack Obama ervan ‘onder één hoedje te spelen met de Palestijnen in een beschamende manoeuvre tegen Israël in de VN’. De toespraak van Netanyahu en de tekst van de resolutie tegen Israël, die aan de basis van dit artikel liggen, kunt u lezen in de Rubriek Israël op deze website.
Maar het is waar en premier Netanyahu heeft gelijk: er staat Israël nog een mooie toekomst te wachten, maar voor het zover is zal er nog een moeilijke tijd komen, de zgn. Grote Verdrukking! Want de Bijbel is duidelijk over de gebeurtenissen van het volk Israël in de eindtijd; het land en volk zullen steeds meer alleen komen te staan. Zodra er wat rust is gekomen in Syrië en in de omringende landen, zal wellicht alle aandacht op Israël gericht worden en wat zullen de gevolgen daarvan zijn? Zacharia zegt dat Jeruzalem in de eindtijd een schaal der bedwelming voor alle volkeren zal zijn en een steen die alle natiën zullen moeten heffen en dat ten slotte alle volkeren der aarde ten strijde zullen trekken tegen Jeruzalem.
Zoals gezegd: wij bezitten Gods Woord en hoeven niet te speculeren over Israëls toekomst. Wij hebben in de Bijbel het profetisch woord waarop we acht dienen te geven (2Petr.1:19) en het boek van de profeet Zacharia spreekt duidelijke taal, vooral in de hoofdstukken 12-14 die we gaan overdenken.
Inleiding
In de hoofdstukken 12-14 neemt Zacharia ons mee naar de eindtijd. Ik geloof dat hij de gebeurtenissen van het laatste gedeelte van de laatste jaarweek van Daniël beschrijft (Dan.9:24-27), want we bevinden ons hier vlak voor de komst van de Heer Jezus op de Olijfberg. Zacharia beschrijft de aanval van de volken tegen Jeruzalem. Het Joodse volk ondergaat ernstige beproevingen: de tijd van ‘Jacobs benauwdheid’ is aangebroken (Jer.30:7), waarna de Heer zal terugkeren in kracht en grote heerlijkheid om zijn volk te bevrijden en om het beloofde koninkrijk te vestigen. Een opwindend scenario! Het is geen fantasie; het is Gods Woord dat zegt dat het zal gebeuren! Wanneer we deze hoofdstukken bestuderen, vinden we zeventien keer de vermelding van de woorden ‘Te dien dage’. ‘Die dag’ is de ‘Dag des Heren’, de dag van wraak en oordeel waarover andere profeten al schreven (Joël 3:9-16; Sef.1) en waarover de Heer Jezus sprak in Mattheüs 24:4-31 en de apostel Johannes in Openbaring 4-19.
Zacharia beschrijft drie belangrijke gebeurtenissen:
God zal Israël bevrijden (Zach.12:1-9; 14:1-7)
Judea en Jeruzalem staan centraal in de profetie van Zacharia, liefst vierenveertig keer wordt de
stad vermeld in het boek Zacharia, waarvan vijfentwintig keer in de laatste drie hoofdstukken. In
hoofdstuk 1:14 sprak de Here: ‘Ik ben voor Jeruzalem en voor Sion in grote ijver ontbrand’. Veertien keer wordt door Jesaja God genoemd als de ‘Verlosser voor Israël’. God is zijn volk niet vergeten, maar zijn timing is niet altijd zoals wij het zouden wensen; Hij houdt zich echter altijd aan zijn beloften, ook ten opzichte van het volk Israël. De voorbereidingen voor die toekomstige verlossing zien wij nu al in wording.
Jeruzalem zal worden belegerd (Zach.12:1-3; 14:1-2)
De profetie opent met een bevestiging van Gods almacht en kracht. Let op de vermelding van ‘alle volken’ en ‘alle natiën’ in Zacharia 12:2-3,6,9; 14:2,12,14,16, want bij deze aanval zullen de legers van de hele wereld betrokken zijn en hij maakt deel uit van de beroemde ‘slag van Armageddon’ beschreven in Joël 3:9-16; Mattheüs 24:27-30; Openbaring 9:13-18; 16:13-16 en 19:17-21. We weten dat Rusland (de koning van het verre noorden) een permanente militaire basis heeft in Syrië. We horen van samenwerking tussen Rusland, Syrië en Iran. Amerika en Europa zijn nadrukkelijk aanwezig in het Midden-Oosten. ‘Alle volken en natiën’ die optrekken naar Israël, is verre van denkbeeldig vandaag de dag!
Drie ‘krachten’ zullen betrokken zijn in het bijeenkomen van dit grote leger: (1) de volkeren komen overeen in hun opstand tegen God en zijn volk (Ps.2:1-3); (2) Satan en zijn demonen gebruiken hun invloed om de volkeren bijeen te brengen (Op.16:12-14); en (3) God oefent zijn macht uit om hen bijeen te brengen (Zach.14:2; Openb.16:16; Ez.38:1-6).
Om Jeruzalems situatie ‘te dien dage’ te beschrijven, gebruikt Zacharia de metafoor van een schaal (of kelk of beker) en een steen. Een schaal is een bekende Bijbelse voorstelling voor het oordeel. (Ps.75:9; Jes.51:17, 21-23; Jer.25:15-28; Ezech.23:31-33; Hab.2:16; Openb.14:10; 16:19; 18:6). De volken zijn van plan Jeruzalem te veroveren, maar wanneer ze beginnen met de ‘schaal te drinken’ zullen ze ziek en dronken worden. De geschiedenis leert ons dat elke natie die geprobeerd heeft om Israël te vernietigen, zichzelf heeft vernietigd. En als de volken tezamen Gods volk aanvallen, zal het niet anders gaan! Sommige vijanden zullen de stad binnenvallen, de vrouwen misbruiken, en de helft van de inwoners gevangennemen. Maar in de hoop om de stad en het volk te vernietigen, zullen ze teleurgesteld worden, want God zal ervoor zorgen dat de stad als een onwrikbare ‘steen’ zal zijn. Deze ‘steen’ zal uiteindelijk de vijandelijke legers vernietigen (Dan.2:45).
De komst van de Messias (Zach.14:3-7)
Het mag duidelijk zijn dat het hier niet over de Opname gaat, de komst van Christus voor de Gemeente. Nee, het gaat uiteraard over zijn komst voor Israël. ‘Ze zullen de Zoon des Mensen zien komen op de wolken van de hemel met kracht en grote heerlijkheid (Matth.25:30; Openb.1:7). De Heer Jezus is van de Olijfberg naar de hemel opgenomen met de belofte ‘dat Hij zo zal komen, op dezelfde wijze als u Hem naar de hemel hebt zien gaan’ (Hand.1:9-11) en zo zal het ook gebeuren. Hij komt vanuit de hemel naar de aarde, en zal staan op diezelfde Olijfberg, waardoor er een grote aardbeving zal komen die het gebied aanzienlijk zal veranderen (Jes.29:6; Openb.16:18-19). Daardoor zal er een nieuw dal ontstaan, dat een ontsnappingsroute zal worden voor velen van het volk. Er zullen ook veranderingen zijn in de hemelen: ‘de zon zal u niet meer tot licht zijn bij dag, noch de maan tot een schijnsel voor u lichten’ (Jes.60:19-20).
‘De Here is een krijgsheld’ zong het volk nadat het uit Egypte was bevrijd (Ex.15:3), maar dat aspect van God wordt vaak ontkend of tegengesproken, of is niet meer gekend vandaag de dag. Er is een generatie die weinig of niets weet over ‘te strijden voor het geloof’, of over een Verlosser die eenmaal zal strijden tegen de naties (Openb.19:11-21).
Voordat het volk Israël het land binnentrok, beloofde Mozes dat God voor hen zou vechten (Deut.1:30; 3:22). ‘Wie is toch de Koning der ere?’ was een vraag van David en het antwoord was ‘De Here, sterk en geweldig, de Here, geweldig in de strijd’ (Ps.24:8). Jesaja kondigde aan ‘De Here trekt uit als een held; als een krijgsman doet hij de strijdlust ontbranden; Hij heft de strijdkreet aan, ja, schreeuwt die uit; Hij betoont Zich een held tegen zijn vijanden’ (Jes.42:13). Onze God heeft veel geduld gehad met de volkeren, maar er komt een dag waarop Hij de strijd met hen zal aanbinden en zegevieren.
De Heer zal de vijanden verslaan (Zach.12:4-9; 14:12-15)
Verwarring (14:13), een plaag (14:12) en speciale kracht voor de strijders (12:5) zijn de dingen waardoor God de overwinning geeft over de binnenvallende legers. De paarden panieken vanwege hun blindheid en de berijders zullen door waanzin bezeten worden en elkaar bevechten (14:13). God zal waken over zijn volk en erop toezien dat ze bevrijd worden. Hij zal maken dat de Joden als vuur zijn en de vijanden als droge stoppels. Jezus Christus zal zijn grote macht openbaren wanneer Hij het volk verdedigt en de vijanden verslaat.
Terwijl de inwoners van Jeruzalem hier centraal staan, wordt er aandacht geschonken aan welke plaats Juda zal innemen in de strijd. De binnenvallende legers zullen via Juda moeten om Jeruzalem in te komen (12:2); maar God zal over het volk van Juda waken en hen vanwege David bevrijden (vers 4, 7). Het vertrouwen en de moed van het volk in Jeruzalem is een bemoediging voor Juda, dat dapper was in de strijd, en God zal het mogelijk maken om te overwinnen (vs.5-6). De zwakste Joodse strijder zal de kracht als van David bezitten, die tienduizenden vijanden versloeg (1Sam.18:7). Het leger van de Heer zal voortgaan als de Engel des Heren die 185.000 Assyrische soldaten sloeg in één nacht (Jes.37:36).